
De snelwegen zijn verlaten, het sneeuwt en waait onophoudelijk, de wat plompe dertiger Jake en zijn vriendin rijden naar zijn ouders, die zij nooit ontmoet heeft en eigenlijk ook helemaal niet wil ontmoeten, er vallen steeds meer ongemakkelijke stiltes en dan vindt Jake het een goed moment om uitgebreid David Foster Wallace te citeren. Zoals hij al de hele rit zonder duidelijke aanleiding schrijvers en dichters aanhaalt. Wat weten we nu nog van David Foster Wallace, vraagt Jake zich hardop af. Tja, dat-ie zelfmoord heeft gepleegd, beantwoordt hij zijn eigen vraag, dat is het voornaamste waarvoor Foster Wallace nog wordt herinnerd. ‘Suicide becomes the story’, merkt hij op, op een gretig toontje dat je sympathiek nerdy kunt vinden of ronduit irritante mansplaining. Zijn vriendin, wier naam we niet te weten krijgen, terwijl dit verhaal om haar draait, lijkt gedurende deze rit vooral het laatste te vinden. Althans, haar houding is afwezig en ongeïnteresseerd, en via een voice-over deelt ze mee wat ze tegenover Jake verzwijgt. Dat ze helemaal niet naar zijn ouders wil omdat ze voorvoelt dat hun relatie geen stand zal houden, in gedachten zint ze al op het einde. En ook horen we haar, al aan het begin van de film, plompverloren zeggen dat ze suïcidaal is en overweegt om hetzelfde te doen als David Foster Wallace. Wordt zelfmoord op een dag ook haar verhaal?
Charlie Kaufmans nieuwe film is intens, slepend, vindingrijk, raadselachtig, ontregelend, verwarrend, vaag, duister, aangrijpend én afstandelijk, af en toe vooral saai, het volgende moment eng en claustrofobisch – al deze adjectieven voelen toepasselijk én onvolledig. I’m Thinking of Ending Things laat zich lastig in enkele kreten samenvatten of met andere films vergelijken, hooguit met ander werk van Kaufman. Als scenarist bewees hij rond de eeuwwisseling al hoe groot zijn talent is om met ongebruikelijke uitgangspunten en verschillende toonsoorten een overtuigend verhaal te verzinnen. Of het nu ging om een poort die toegang geeft tot het hoofd van acteur John Malkovich (Being John Malkovich), de bewerking van een droog non-fictieboek dat tijdens de film zelf maar niet tot leven komt (Adaptation) of een officiële instantie die helpt met het uitwissen van liefdesherinneringen (Eternal Sunshine of the Spotless Mind), steeds slaagde Kaufman erin om zijn scenario’s te laten fonkelen, om zijn hoofdpersonages ondanks alle vervreemding en fantasie toch een emotionele kern en innerlijke logica te geven.
Sinds 2008 is Kaufman behalve scenarist ook regisseur. De twee films die hij tot dusver maakte draaien om eenlingen die steeds verder afgezonderd raken – en toeval of niet, de films bruisen iets minder dan de verfilmingen van Kaufmans scenario’s. Ze zijn zwaarder getoonzet, met minder kwinkslagen, en het absurdisme voelt verder weg (hoewel het zeker niet ontbreekt). Kaufmans regiedebuut Synecdoche, New York (2008) was een secuur opgebouwde nachtmerrie; een surrealistisch verhaal over een regisseur die een levensechte replica van New York probeert te bouwen. Opvolger Anomalisa (2015) – Kaufmans enige animatiefilm, een noodgedwongen beslissing wegens gebrek aan geld – draaide om een man die een goeroe is op het gebied van klantvriendelijkheid, maar die er toch niet in slaagt contact te maken met de buitenwereld.
Thematisch sluit I’m Thinking of Ending Things nauw aan bij zijn voorgangers, al is Kaufman geen regisseur die zichzelf herhaalt of trucjes gebruikt. Telkens geeft hij de leegte van zijn personages weer anders vorm. In deze film, gebaseerd op de gelijknamige en door velen onverfilmbaar geachte debuutroman van Iain Reid, schuilt de eenzaamheid paradoxaal genoeg vooral in het contact met anderen, of althans, wat voor contact moet doorgaan. Want zoals ze daar in die auto zitten, Jake en zijn geliefde, zo blijven ze met elkaar omgaan: onwennig, vervreemd. Eerst tijdens het vervolg van de eindeloze rit door dat lege land, waarbij Jake nog meer schrijvers aanhaalt en zijn vriendin plots een gedicht integraal citeert. Later gaat de vervreemding door aan tafel bij Jake’s ouders – een afgelegen wonend, wat onsmakelijk stel dat regelmatig in hard schaterlachen uitbarst. En daarna volgt natuurlijk de rit terug naar huis, als het nog harder sneeuwt en de omgeving nog meer verlaten lijkt dan die middag, en Jake en zijn geliefde onherroepelijk verdwaald raken.

I’m Thinking of Ending Things is een statische film, misschien is dat adjectief nog wel het meest toepasselijk. Er zijn zo weinig personages dat het ook een toneelstuk had kunnen zijn, temeer omdat die het grootste gedeelte van de tijd stilzitten in de tot in detail uitgedachte decors: het besneeuwde landschap, dat ouderlijk huis dat uit een andere eeuw lijkt te stammen en dat kraakt en piept, een oplichtende ijskraam langs een lege weg, waar ook midden in de nacht drie werknemers bezig zijn. Twee van hen giechelen om onduidelijke redenen, de derde slaat fluisterend een gealarmeerde toon aan wanneer Jake zijn bak ijs bij haar afrekent. Maar wat haar woorden betekenen, waarvoor ze bang is, wie ze überhaupt is, dat komen we niet te weten.
Haar aanwezigheid is een vluchtige flard, zoals veel gebeurtenissen in I’m Thinking of Ending Things verdampen voor ze goed en wel zijn doorgedrongen of betekenis hebben gekregen. Voortdurend vallen er stiltes, voortdurend kijken of praten de personages langs elkaar heen. Sturende muziek klinkt er nauwelijks, maar je hoort permanent de wind suizen. De dialogen komen neer op twee monologen die elkaar hooguit schampen, en soms zelfs dat niet. Op een gegeven moment, zonder verdere inleiding, mompelt het hoofdpersonage wel wat haar bezighoudt. ‘I’m thinking of ending things.’
Jake heeft haar duidelijk niet goed verstaan. ‘Wat?’ vraagt hij. Niks, zegt ze. En het gesprek waaiert alweer uit in allerlei richtingen, van trivialiteiten naar alledaagse vragen naar terzijdes die haar gemoedstoestand geenszins verbeteren.
Zo kabbelt het verhaal verder, met losse scènes die niet aan een concrete plot bijdragen; er wordt in deze film niks uitgelegd, er wordt geen moment toegewerkt naar een ronkende climax of een verduidelijkend statement. De film draait juist om het gebrek aan een klassiek verhaal met spanningsboog of catharsis. Kaufman heeft zich duidelijk uitgeleefd op alle decors en ensceneringen, en te midden van dat visuele vernuft zien we hoe de hoofdpersoon (sterke rol van Jessie Buckley) steeds verder afdrijft van haar omgeving. En we horen haar heen en weer schietende gedachtegolven: dat ze geen zin heeft in dingen, dat ze zo weinig enthousiasme voelt, dat ze zich afvraagt waarom ze dan geen zelfmoord pleegt als ze dat wel wil. Dit laatste is typerend: haar voornemen gaat gepaard met commentaar, ze doet steeds iets anders dan ze denkt, en op die manier legt ze zichzelf nog verder lam.
Wat de film extra intrigerend maakt, is dat je je al kijkende kunt afvragen of de buitenwereld inderdaad een surrealistische, angstaanjagende gedaante aanneemt, of dat de gedeprimeerde blik van het hoofdpersonage alles om haar heen kleurt.
Ook hierop geeft Kaufman geen antwoord, natuurlijk niet. Hoe verder I’m Thinking of Ending Things vordert, hoe meer hij het tempo opschroeft en zijn verhaal dromerige, onverklaarbare bochten laat nemen. Het resulteert in een mengsel van drama, magisch-realisme en horror; sommige scènes worden zo breed uitgesponnen dat je automatisch gaat denken dat er nog een heftige twist moet volgen – die maar niet komt.

Wat er dan wél gebeurt: er vindt een opzwepende dans plaats in een middelbare school, er wordt gevochten door onverwacht opgedoken nieuwe personages, er wandelt een grijze conciërge het verhaal in, er verschijnt een getekend varken in beeld. De plot precies navertellen heeft weinig zin, niet eens omdat ik daarmee iets zou verklappen, maar omdat de beelden en fragmenten zich niet tot een plot laten reduceren. Komt dit alles neer op een nachtmerrie waarin een jonge vrouw haar greep op de werkelijkheid verliest? Of is dit hoe een hardnekkige depressie kan voelen, met de onoverbrugbare afstand die maar tussen jou en de buitenwereld blijft bestaan?
Hierom past de terugkerende voice-over ook bij de film. Meestal is zo’n verklarende verteller een toevlucht voor scenarioschrijvers die bepaalde ideeën niet in dialogen of handelingen kwijt kunnen, maar in deze film is het een wezenlijk onderdeel van het geheel. Want deze hoofdpersoon zit helemaal vast in haar eigen hoofd. Ze hoort haar eigen stem weergalmen, ze kan zich maar niet aan dat isolement onttrekken, ze is alleen met haar gedachtes aan zelfdoding.
Dit maakt het lastig echt mee te leven met I’m Thinking of Ending Things, want de film thematiseert juist een gebrek aan gevoel. Draaiden Kaufmans vorige films en scenario’s om eenlingen die het ondanks verwoede pogingen maar niet lukte om aansluiting te vinden met het universum om hen heen, deze film markeert in bepaald opzicht een volgende stap: vanaf het begin heeft de protagonist de hoop al opgegeven. Wat zich ontvouwt, is een afstandelijk schouwspel waarbij je je als kijker steeds een buitenstaander voelt, net zoals de hoofdpersoon zich voelt bij alles wat er om haar heen gebeurt.
‘Sometimes a thought is closer to truth, to reality, than an action’, zegt Jake in de roman I’m Thinking of Ending Things tegen zijn vriendin. ‘You can say anything, you can do anything, but you can’t fake a thought.’ Een veelzeggende passage. Kaufmans verfilming is eigenlijk een uitbeelding van die gedachte. Het hoofdpersonage hobbelt mee met wat van haar verwacht wordt, maar ze kan zich niet onttrekken aan wat ze vanbinnen voelt, aan de allesoverheersende leegte, aan de zelfmoord die op een dag wellicht haar verhaal wordt. Logisch dat er een minimum aan grapjes en lichtheid in het verhaal is verwerkt. Zelfs Kaufmans wereld was nooit zo duister als nu.
I’m Thinking of Ending Things is nu te zien op Netflix