VEENHUIZEN Veenhuizen is hét gevangenisdorp van Nederland. Het telt maar liefst drie gevangenissen: Norgerhaven, Esserheem en Bankenbosch, plus een jeugdinrichting en een gevangenismuseum. Tot was justitie de baas in het Drentse dorp. Veenhuizen was voor buitenstaanders verboden gebied. Enkele vervallen controleposten bij de invalswegen naar het dorp herinneren aan die tijd. Evenals de stichtelijke woorden «Zorg en Vlijt», «Werk en Bid» en «Humaniteit» op de gevels van de gerenoveerde huizen waar vroeger het gevangenispersoneel verplicht woonde.
Het gevangeniswezen heeft zich inmiddels binnen de hekken van de stra½nrichtingen teruggetrokken. Veenhuizen lijkt nu weer op een gewoon dorp. Maar doorsnee zal het er nooit worden. Want in de gemeente zitten bijna achthonderd gedetineerden hun straf uit, van enkele maanden tot levenslang. Dat aantal is bijna even groot als het inwonertal van Veenhuizen. Tot voor kort had het een eigen gevangenisvoetbalteam: Norgerhaven. Dit was het enige bajeselftal van Nederland.
In de competitie kende iedereen Norger haven als de ploeg met het eeuwige thuisvoordeel. Een twijfelachtige eer. Omdat de gevangenen het gevangeniscomplex niet mochten verlaten, moest de tegenstander altijd bij hen op bezoek komen. De tegenstander vreesde niet alleen de sportieve kracht van het elftal, dat in jaar competitie maar liefst twintig keer kampioen werd. Promoveren mochten ze van de niet, vanwege dat thuisvoordeel. «Sommige spelers vonden het beangstigend om tegen de zwaar bewaakte gevangenen te voetballen», vertelt Johnny Scholten, coach van Olympia , een ploeg uit Hasselt die regelmatig tegen het elftal uitkwam: «Bij de poort moesten we ons identi½ceren en onze jassen en tassen moesten door de detectiepoortjes. Tien minuten voor aanvang van de wedstrijd schoof het hek open voor de gevangenissupporters. Dan brak een hels kabaal los. Moest je wel tegen kunnen. Eigen aanhang mochten wij uiteraard niet meebrengen. Er werd ons altijd gezegd dat er voldoende bewaking was. Waar moest je bang voor zijn? Ons zouden ze niets doen, ze zouden hooguit proberen te ontsnappen.»
Die extra bewaking is nu niet meer nodig. De kans dat de gedetineerden in het groenwitte voetbaltenue ontvluchten is nihil geworden. Het gevangeniselftal is opgeheven. Directeur Kievitsbosch van Norgerhaven heeft het gevangenisteam teruggetrokken uit de competitie. Want er is geen budget meer voor de kostbare bewaking die nodig is om het team in de competitie te laten spelen. Het geld dat Kievitsbosch hiermee hoopt te besparen zet hij liever in voor sportbeoefening voor alle gevangenen in plaats van voor een select groepje van twintig spelers.
Het opheffen van het team is een van de gevolgen van de bezuinigingsmaatregelen die het rijk oplegt. Het kabinet wil in deze kabinetsperiode miljoen korten op het gevangeniswezen. Dat is bijna twintig procent van het totale budget. In veel gevangenissen betekent dat meerpersoonscellen en vermindering van het aantal uren dat gevangenispersoneel aan de gedetineerden kan besteden. Hierdoor zitten gevangenen vaak langer in hun cel en zijn de bezoekuren beperkt: na vijf uur s avonds mogen ze geen bezoek meer ontvangen en ook niet meer telefoneren.
Gedetineerden en gevangenispersoneel klagen steen en been, omdat de maatregelen volgens hen veel te ver zijn doorgeschoten. Bewakers staan onder grote druk vanwege het tekort aan goed opgeleid personeel. De Europese Organisatie ter bescherming van de Rechtspositie van Gedetineerden organiseerde onlangs zitacties van gevangenen.
«Er is een treiterregime gaande. Uit al die maatregelen blijkt dat het vooral niet te gezellig mag worden in de gevangenis», stelt SP-kamerlid Jan de Wit: «Het is ronduit schandalig dat het elftal uit de competitie is gehaald. Het is symptomatisch voor hoe wij met gedetineerden omgaan. Goed voetballen vergt inzet, samenwerking, verantwoordelijkheidsgevoel. Al lemaal vaardigheden die gevangenen moeten ontwikkelen om niet weer te vervallen in criminaliteit.» Het Kamerlid maakt zich ook zorgen over de toenemende verharding van het regime: «Een gevangene kan bijvoorbeeld of½cieel bezwaar maken tegen twee op één cel, maar als hij dat doet, wacht de isoleercel. Dit soort verhalen horen wij steeds vaker van ge vangenen én bewakers. Als je het aan minister Donner voorlegt, zegt hij dat dit niet mag, maar het is ondertussen wel de praktijk van alledag.»
Het bajeselftal kost niet veel geld. Met een paar duizend euro per jaar personeelskosten niet meegerekend kan de ploeg competitie blijven spelen. Gedetineerden hebben aan justitie laten weten dat zij zelf voor het geld willen zorgen. En de SP heeft aangeboden voor het bedrag garant te staan. Maar in een antwoord op kamervragen van de SP laat minister Donner van Justitie weten dat de wet niet toelaat dat gedetineerden met eigen middelen of bijdragen van derden een voorkeursbehandeling krijgen. Voor de spelers is dat een klap in het gezicht. In een brief leggen zij uit dat juist het deelnemen aan die competitie hun gevoel van eigenwaarde opkrikt: «Door het voetbal kan de samenleving zien dat wij niet alleen crimineel maar ook sportief zijn.»
Ex-gedetineerde Joost snapt als geen ander wat er onder de voetballers leeft. Tien jaar geleden stond hij zelf in de spits van Norgerhaven: «Na de wedstrijd kon je een half uurtje kletsen met de mensen van buiten. Die kregen daardoor toch een ander beeld van bajesklanten. En na a¾oop van de wedstrijd zongen we: En we gaan nog niet naar huis, om met een beetje positief gevoel terug te gaan naar de afdeling.»
Meermalen zat hij vast voor het dealen van drugs, de laatste keer elf maanden. Joost is vastbesloten er nooit meer terug te keren. Hij volgt de huidige bezuinigingsmaatregelen met aandacht: «Die bezuinigingen leveren op korte termijn wat geld op, maar op de lange termijn creëert het eerder gefrustreerde, haatdragende mensen. Ook al heb je straf verdiend, het kan toch niet de bedoeling zijn dat je er harder uitkomt dan dat je erin gaat?»
Op zaterdag mei speelde het gevangenis elftal de laatste wedstrijd in competitie verband. De tegenstander was Olympia. Aan de zijlijn moedigde trainer Eelco Graafsma zijn jongens nog één keer aan. Vanaf het allereerste begin was hij coach van het bajesteam. De beslissing van hogerhand om het elftal uit de competitie te halen, is volgens hem niet meer terug te draaien. De uren die hiermee vrijkomen moet hij nu inzetten om het personeel sportlessen te geven. «Er zal nooit meer een gevangenisteam komen. We hebben eigenlijk nooit recht gehad op het spelen in de competitie. Het was een extraatje.» Graafsma was trots op zijn team. Hij wist niet wat de gevangenen op hun kerfstok hadden, waarom ze in Norgerhaven zaten, maar zag ze opbloeien zodra ze op het veld stonden: «De competitie was voor hen een houvast. Alles draaide om de wedstrijden. Voor sommigen was de competitie heilig.»
De ploeg balanceerde voortdurend op een wankel koord: er had maar iets hoeven gebeuren in het veld en het team zou worden verwijderd uit de competitie. Maar er werd nooit een doodschop uitgedeeld of rotzooi getrapt. Toch moet de trainer de beslissing om de ploeg weg te bezuinigen accepteren. Hij is er niet over geraadpleegd: «Jongens uit het team die van plan waren om actie te gaan voeren, heb ik gezegd dat ze de laatste wedstrijd niet zouden spelen als ze daarmee door zouden gaan. Ze moeten blij zijn dat we 25 jaar jaar lang wél mee mochten doen in de competitie.» Na twintig keer kampioen te zijn geweest is Norgerhaven uiteindelijk toch gedis kwalificeerd.