In onze hoedanigheid als gidsland zijn we weer volkomen terug in de grote wereld. Nederland loopt voorop, daarachter sukkelt zo goed en zo kwaad als het gaat de rest van de internationale gemeenschap. Dat is in ieder geval de algemene indruk die minister Verhagen van Buitenlandse Zaken vestigt in zijn interview met de Volkskrant van 12 januari. Het gaat over de mensenrechten. Elke Nederlander is er een voorstander van dat die overal onverminderd worden gehandhaafd, en als er hier of daar met de pet naar wordt gegooid, of erger, is het de plicht van de beschaafde wereld daartegen te protesteren. Je weet nooit of het helpt, maar ik ben het ermee eens. Onlangs heeft de minister met de Saoediërs gepraat over een vrouw die zeven maal was verkracht en daarna tot tweehonderd stokslagen was veroordeeld. Ze kreeg gratie. Binnenkort gaat hij, ook in verband met de mensenrechten, met Erica Terpstra praten over de Olympische Spelen in China. Ik denk eerlijk gezegd dat zij niet de aangewezen persoon is om de Nederlandse sporters ter plaatse tot demonstraties te bewegen. Maar je moet elke kans aangrijpen.
Ook Afghanistan komt ter sprake. ‘Als leidende natie in Uruzgan gaan we daar over drie jaar weg. Ik ga ervan uit dat de situatie dan beter is. Het is waar, je kunt zo ver springen als je polsstok lang is. Maar we kunnen ook de Navo in deze richting beïnvloeden. Omdat we besloten hebben in Uruzgan te blijven, heb ik een enorme invloed op de formulering van de Navo-strategie’, zegt Verhagen. Dit is de interessantste passage uit het interview, en ik ben bang dat de minister zich hier vergist.
Waarom denkt hij dat het over drie jaar beter is? En wat is ‘enorme invloed’? De Navo en de Amerikanen hebben een schreeuwend gebrek aan manschappen in heel Afghanistan. Geen van de bondgenoten is op het ogenblik bereid meer soldaten te sturen en zeker niet als die in de meest bedreigde gebieden opereren. Om je onderhandelingspositie te versterken moet je jezelf zo kostbaar mogelijk maken. Nederland had in de Navo kunnen zeggen dat het bereid was zijn missie te verlengen, mits het daarbij meer hulp zou krijgen van de partners. In plaats daarvan heeft minister van Defensie Eimert van Middelkoop in zijn Haagse strijdvaardigheid al in augustus van het vorig jaar verzekerd dat de troepen pal zouden staan. Dat was voorbarig. Hij werd beknord. Maar de hele Navo wist toen al lang hoe ambitieus dit kabinet in het gidsen is. De uitkomst stond vast: nog twee jaar blijven. Daarmee was onze ‘enorme invloed’ op het formuleren van de strategie verloren.
Althans, aangenomen dat de Navo al zo’n eigen strategie zou hebben. Daar is voor de buitenstaander, de leek, niets van te merken. Het is tot vervelens toe herhaald, maar het moet toch nog maar eens gezegd: wij, als ‘leidende natie in Uruzgan’, hebben onze opbouwmissie in een vechtmissie zien ontaarden. Daaraan hebben we niets kunnen doen. De diepste oorzaak is dat de Amerikanen, gerechtvaardigd door fabeltjes of leugens, de oorlog met Irak zijn begonnen. Daarmee hebben ze het nu nog zo druk dat Afghanistan al vijf jaar verwaarloosd wordt. Die tijd hebben de Taliban gebruikt om zich te reorganiseren. Amerika heeft dat niet kunnen verhinderen, ook al ten gevolge van het feit dat president Musharraf niet de betrouwbare vriend bleek die collega Bush in hem zag. Pakistan, ‘the most dangerous place on earth’, volgens The Economist van vorige week, is onmisbaar voor de vrede en de wederopbouw in Afghanistan. Welke enorme invloed heeft Nederland in Islamabad?
Over mensenrechten gesproken. Een gevolg van de oorlog in Irak (aan het ontstaan waarvan Nederland medeplichtig is, hoewel we nog altijd niet mogen weten wat er precies aan het besluit om de oorlog te steunen vooraf is gegaan) is het probleem van de vluchtelingen. Volgens de Internationale Organisatie voor Migratie in Genève een van de ergste ter wereld. Mensenrechten zijn ook een onderwerp in de Amerikaanse verkiezingscampagne: Guantánamo, verhoortechnieken, geheime gevangenissen van de cia. Ik vind het jammer, ik meen het als Nederlandse kiezer, dat de minister daar niets over zegt.
Ondanks de enorme invloed van minister Verhagen blijft de toekomst van onze buitenlandse politiek regelrecht verbonden met wat er in Washington gebeurt. Daar hebben George W. Bush en zijn neoconservatieven de afgelopen zeven jaar het Midden-Oosten, Afghanistan en Pakistan tot een groter, ingewikkelder en gevaarlijker front gemaakt. De kabinetten-Balkenende hebben die gang van zaken met hondentrouw begeleid. Met grote, dappere woorden hebben ze hun vergissingen en hun serviliteit gemaskeerd. De rekening wordt door anderen betaald. Dat is de verborgen onrechtvaardigheid.