De voordelen van het ontbreken van een ruggengraat in je lijf zijn immens. Allereerst zult je nooit in geval van een botsing met iets hards een dwarslaesie kunnen oplopen. Je blijft soepel en buigzaam. Je veert mee. Je kunt je in duizend bochten wringen. Kronkelen en sluipen over tal van obstakels. De nadelen mogen er ook wezen. Zonder ruggengraat kun je natuurlijk niet rechtop staan. En rechtop staan is toch een van de belangrijkste kenmerken van de mens. Sommigen zullen zeggen dat je veel meer kogels, stenen en andere projectielen kunt vangen als je met je ruggengraat wilt pronken door kaarsrecht te lopen. Ontegenzeggelijk waar. Als je over de grond kruipt, kun je hooguit een trap na krijgen. Pijnlijk maar niet dodelijk. Je kunt in een heel leven heel wat schoppen hebben. Kogels niet.
Vroeger moet Nederland een land met ruggengraat geweest zijn. Maar met de tijd zijn de wervels één voor één verdwenen. Of dat zo erg is laat ik in het midden. Wat me meer boeit is de reden van deze mutatie. Het zit zo. Een ruggengraat bestaat niet alleen uit wervels maar ook uit principes. Te veel principes in een ruggengraat is ook niet goed. In plaats van soepel rechtop te lopen marcheer je als een stijve hark. Om minder stijf over te komen moet je de juiste dosering principes tussen je wervels kunnen vinden. Een paar principes laten varen is niet erg en kan zelfs heilzaam werken. Een te hardnekkig principe dat de ruggengraat beknelt kun je wegwerken door wijn met water te mengen en er een tabletje Compromis aan toe te voegen. Maar nu moet men hier heel voorzichtig zijn. Want Compromis-tabletjes zijn misschien heel lekker, maar ze werken verslavend. Je komt in een roes terecht, krijgt de indruk dat alle conflicten vermeden kunnen worden en je gaat steeds meer tabletjes gebruiken. De gevolgen zijn evident: één voor één verdampen de principes die je wervels bij elkaar hielden. Na een overdosis Compromis word je op een ochtend zonder ruggengraat wakker. Je kunt je dan alleen nog in duizend bochten wringen en over de grond kruipen.
In alle sectoren van de samen leving is dit verschijnsel waar neem baar. Bijvoorbeeld in de politiek. Stel: in een bepaalde stad ontploft een munitiedepot of een vuurwerkfabriek. Er vallen veel doden en tal van huizen worden weggeblazen. Iedereen weet dat zoiets nooit had mogen plaatsvinden. Normaal gesproken moet je de verantwoordelijke bestuurders die een halve kernraket in die wijk hebben toegelaten achter de tralies zetten of op z’n minst met onmiddellijke ingang ontslaan. Maar na een paar Compromis-tabletjes denk je: ach, moeten er na die ravage ook nog conflicten worden uitgevochten? En wie moet die plechtige toespraken ter nagedachtenis van de slachtoffers gaan houden? Of het afsteken van vuurwerk met oud en nieuw afraden?
Dan laat je de incompetente en gevaarlijke bestuurders op hun stoel zitten, zodat ze door hogere bestuurders kunnen worden gefeliciteerd met hun aanblijven. Dat zien natuurlijk al die andere bestuurders in de rest van het land. Die denken: mij kan dus niets overkomen. Ze beginnen de veiligheid van de burgers te verwaarlozen en er branden kerstversieringen. Als er een criminele motorclub of een stoet hooligans door hun stad paradeert, geven ze hen een politie-escort. Die criminelen denken gauw: mij kan niets overkomen. Ze beginnen plotseling journalisten te bedreigen of in elkaar te slaan. Die journalisten denken: waarom zou ik mijn nek uitsteken, straks heb ik toch geen ruggengraat meer? Ze doen daarom geen aangifte bij de bestuurders, sluiten hun kantoren of gaan zich verontschuldigen bij de criminelen.
Zo gebeurt het dat op een dag het land wakker wordt zonder principes en wervels. En in het buitenland denken ze: kom op, onze buren hebben geen ruggengraat meer, laten we hun land bezetten en het digitale bevolkingsregister van ze eisen.
Rubriek Ruggengraad
Ephimenco
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/2001/2
www.groene.nl/2001/2