
Het is de vraag aan Nicolas Hulot die ik uit schroom tot het laatst heb bewaard, maar hij reageert met een glimlach. ‘Jazeker is er een relatie met Jacques Tati en zijn films over Monsieur Hulot. Tati liet zich inspireren door mijn grootvader, destijds zijn buurman; hij was architect, een wat excentrieke man die zich verbaasde over de tot in het absurde doorgeschoten technische hoogstandjes van de moderne tijd. En inderdaad, toeval of niet, we putten uit dezelfde bron. We zijn nu meer dan een halve eeuw verder, de mens is nog nooit zo oppermachtig geweest, maar tegelijkertijd ook nog nooit zo kwetsbaar. We blijken niet de meest weerbare en resistente soort als je bedenkt dat een klein virus, onzichtbaar met het blote oog, binnen enkele dagen de halve wereldbevolking op de knieën heeft gekregen. Ons lot staat niet los van de rest van het leven op aarde. Het is de boodschap van de natuur die we via ebola en het sars-virus al eerder hebben ontvangen, maar die lang is ontkend. Ik hoop dat het bedrijfsleven nu eindelijk bereid is dit serieus te nemen. Zo niet, dan ontstaat er bij de volgende crisis opnieuw een chaotische situatie en wordt de democratie opnieuw aangetast. Er zijn investeringen nodig in radicale oplossingen die van de 21ste eeuw zijn. Onze huidige weg loopt dood. En dat is geen mening, het is wat wetenschappers ons vertellen.’
Nicolas Hulot (1955), de Franse ex-minister van Ecologische Transitie en Solidariteit die in 2018, een jaar na zijn aantreden, uit onvrede met het groene regeringsbeleid van president Emmanuel Macron opstapte, is het politieke vuur nog niet kwijt. Tijdens ons Zoom-gesprek zit hij aan zijn werktafel thuis in Bretagne en zet hij met opgestoken wijsvinger zijn betoog voortdurend kracht bij. De fotograaf, milieuactivist en schrijver maakte begin jaren negentig van de vorige eeuw het razend populaire Franse natuur- en milieuprogramma Ushuaïa Nature, genoemd naar de meest zuidelijke stad ter wereld in Vuurland, Argentinië. Zeven miljoen Franse televisiekijkers zagen van 1998 tot 2014 drie tot vier keer per jaar hoe een nieuwsgierige, onbevangen maar geëngageerde Hulot tegen tal van ecologische problemen in een steeds meer vervuilde wereld opliep.
Zijn natuur- en milieuboeken en de naar zijn tv-programma vernoemde Ushuaïa-douchegels en -shampoos, die ook in Nederland te koop zijn, brachten hem ook zakelijk succes. De opbrengsten investeerde hij in zijn stichting Nicolas Hulot pour la Nature et l’Homme. Voortaan werden zijn ervaringen wetenschappelijk ondersteund met onderzoeken, rapporten en debatten om de samenleving – burger én politiek – te doordringen van de ernst van de situatie en aan te zetten tot het behoud van het ecosysteem van onze planeet.
De dagen van de wereld zoals wij die kennen zijn geteld, schreef Hulot in Le syndrome du Titanic (2004), een van zijn meer dan twintig foto- en non-fictieboeken. Het schitterende passagiersschip, symbool van de voortschrijdende techniek op het gebied van comfort, luxe en veiligheid, liep niettemin tijdens zijn eerste reis in 1912 op een ijsberg en ging, terwijl het orkest bleef doorspelen, genadeloos ten onder. We ervaren de voortekenen van een onomkeerbare ondergang door klimaatstoringen, vervuiling, het uitsterven van planten en dieren, de uitputting van onze natuurlijke bronnen en een toename van gezondheidscrises, en toch wanen we ons superieur, schreef Hulot nu bijna twintig jaar geleden in zijn bestseller waarin hij het lot van de Titanic tot symbool koos voor onze omgang met de planeet aarde.
Hij adviseerde voormalig presidenten Jacques Chirac, Nicolas Sarkozy en François Hollande bij de voorbereiding van klimaatconferenties, deed een mislukte poging zich kandidaat te stellen voor het presidentschap, besloot enkele jaren later in 2016 niet mee te doen aan die race, maar ging een jaar later graag in op de uitnodiging van president Emmanuel Macron voor een ministerschap. Zijn ambitieuze plannen voor het plan climat, waaronder de ontwikkeling van energieneutrale gebouwen en een totaalverbod op het gebruik van pesticiden, leden echter nederlaag op nederlaag in het parlement, dat weigerde voldoende budget vrij te maken, waarna hij op een dag in wanhoop uitriep: ‘Kan iemand me zeggen waar ik wél zelfstandig een besluit over kan nemen?’ Het antwoord bleef uit.
Toen hij in augustus 2018 tot zijn ergernis voor de zoveelste keer een lobbyist, deze keer een jager, aan tafel trof tijdens een parlementair overleg, verliet hij gedesillusioneerd de politieke arena. Frankrijks meest geliefde politieke persoonlijkheid liet voortaan weer alleen van zich horen vanuit zijn eigen natuur- en milieuorganisatie. ‘Onze regering heeft niet het minste benul van de ernst, de dreiging en de urgentie’, verklaarde hij afgelopen november tijdens een nationale klimaatconferentie in Parijs. Hij riep er de ‘ecologische noodtoestand’ uit en spoorde zijn gehoor aan tot een ‘aanval op het ultraliberale economische model’.

Nu, bijna twee jaar na zijn aftreden, zit Hulot in een T-shirt en met zijn trui losjes over de schouders aan zijn werktafel en kijkt hij nu eens indringend in de camera van zijn iPad, dan weer over het scherm heen naar een voor mij onzichtbare verte, maar die, getuige een eerdere tv-reportage bij hem thuis, de Bretonse kust moet zijn. De zomer is begonnen, Frankrijk herrijst uit de lockdown, maar Hulot verplaatst zich nog niet: ‘Ik mag niet klagen. Anders dan mensen die klein behuisd zijn, kan ik makkelijk vanuit huis werken. Het paradoxale is dat ik tijdens de lockdown ook goede dingen heb ervaren: het leven is langzamer gegaan, ik had al langer het gevoel dat we een pauze nodig hadden om de balans op te maken, om na te denken over de toekomst en een doel te stellen.’
Hulot stelt: ‘Ons huidige economische model werkt niet langer. De sociale, ecologische en economische crises zijn met elkaar verbonden en we moeten de oorzaken – een storing in het ecosysteem – radicaal aanpakken. De ecologische vernieuwing moet economie en klimaat verenigen met een plan voor modernisering van Frankrijk. Het vergt enorme investeringen, maar steun aan de groene industrie zal nieuwe banen scheppen en bij een nieuwe crisis bijdragen aan de weerbaarheid van het land. Voorafgaand hieraan hebben we een gemeenschappelijke visie nodig op wat we moeten bewaren en waar we echt vanaf moeten, zoals de CO2-economie. We moeten allereerst de wil hebben om te vernieuwen. Daarna kunnen we pas denken aan het definiëren van prioriteiten voor het economisch en maatschappelijk model van morgen.’
De gemeenschappelijke visie vereist volgens Hulot een mentaliteitsverandering. ‘In een goed functionerende democratische samenleving zijn, conform de oorspronkelijke betekenis van het woord, de burger en de politiek continu met elkaar in dialoog en versterken ze elkaar. De regering luistert en laat zich inspireren door de samenleving. Helaas is die dialoog uit evenwicht geraakt en zijn onze burgers het vertrouwen in de politici kwijt en raken ze voortdurend in conflict met de politiek.’
Om de dialoog vanuit de burger aan te zwengelen, stond Hulot aan de basis van het initiatief Pacte du Pouvoir de Vivre (Verbond voor een Zeker Bestaan). Onder deze naam hebben 55 milieuverenigingen, vakbonden, vluchtelingenorganisaties en tal van andere hulpinstellingen, gesteund door een groot aantal burgers, bij elkaar enkele miljoenen mensen, de handen ineengeslagen. ‘Het Pacte is een ongekend fenomeen. Voor het eerst hebben ecopartijen en vakbonden hun ideologische verschillen overwonnen en elkaar gevonden rond een aantal voorstellen. De beweging presenteerde de regering in mei van dit jaar vijftien plannen, waaronder een verbod op voedsel dat binnen 24 uur de wereld overgaat, stimulering van regionale voedselproductie en -consumptie, een verbod op pesticiden, invoering van het basisloon en een terugkeer van de verzorgingsstaat.’
Helaas is er vanuit regeringswege tot op heden geen officiële reactie gekomen, maar de voorstellen zijn deels terug te vinden in de plannen van de Convention Citoyenne pour le Climat, waar Hulot ook nauw bij is betrokken. Deze burgervergadering is vorig jaar door president Macron in het leven geroepen na de massale protestacties van de ‘gele hesjes’ tegen de extra CO2-belasting op diesel. 150 door loting geselecteerde Fransen in de leeftijd van zestien tot tachtig jaar, afkomstig uit alle regio’s en sociale lagen van de bevolking, kregen negen maanden de tijd om samen maatregelen te formuleren die in 2030 op een sociaal rechtvaardige manier moeten zorgen voor een daling van de CO2-uitstoot met veertig procent ten opzichte van 1990.
Ook elders in Europa wordt geëxperimenteerd met de burgerdialoog, al is het nog niet op deze schaal. Het concept voor het Franse burgerpanel is eerder vanuit de stichting van Nicolas Hulot ontwikkeld door de Frans-Zwitserse filosoof en milieu- en geo-ingenieur Dominique Bourg. De voormalig voorzitter van de natuur- en milieuorganisatie, nu verbonden aan de Universiteit van Lausanne, stelde zelfs voor de Convention Citoyenne pour le Climat te institutionaliseren tot een officieel Burgerparlement, een Derde Kamer, naast de Eerste en Tweede.
‘Onze democratie is moe’, zegt Hulot, ‘uitgeput, er is een voortdurende toename van urgente zaken. De Burger-Kamer, een permanente sociaal-economische milieuraad, zal tegenwicht bieden aan wetsvoorstellen over economie en milieu, die nu doorgaans onder grote tijdsdruk door de Eerste en Tweede Kamer worden behandeld. Deze Derde Kamer moet een plek worden van collectieve intelligentie die de uitvoerende macht helpt, maar die ook in de gelegenheid wordt gesteld om te anticiperen op de toekomst. De geselecteerde burgers krijgen de tijd en assistentie van vakspecialisten voor langetermijnprojecten. Ze hebben geen stemrecht maar zullen voorstellen doen aan de Tweede Kamer en het wetgevingsproces en ook de besluitvorming transparant maken, verrijken en in het publieke debat implementeren.’ Het plan vergt een grondwetswijziging en moet dus worden voorgelegd aan de Eerste en Tweede Kamer, vervolgt Hulot. ‘Maar dat kan in principe binnen enkele maanden voor elkaar komen.’
Een dag na de Franse gemeenteraadsverkiezingen van 28 juni ontving president Macron in verband met de coronacrisis niet meer dan zes van de 150 leden van de Convention Citoyenne in de tuin van het Elysée-paleis, voor zijn reactie op de plannen. De ‘groene golf’ die een dag eerder over het land was gespoeld, waarbij grote steden als Bordeaux, Lyon en Straatsburg in handen kwamen van burgemeesters van ecosignatuur, leek de opmaat voor zijn betoog. Hij zegde vijftien miljard euro toe voor de vergroening van de economie binnen twee jaar en beloofde de meeste voorstellen rechtstreeks voor te zullen leggen aan de Eerste en Tweede Kamer. De snelheidsverlaging naar 110 kilometer en de dividendbelasting keurde hij af, maar een referendum en zelfs de transformatie van het burgercongres tot een officiële Derde Kamer, zoals bedacht door de stichting van Hulot, kregen wel de goedkeuring van de president.
Hulot, door zijn ervaring als minister wijs geworden, juicht nog niet, hij moet nog zien dat de woorden van de president in daden worden omgezet, maar hij wil het wel ‘een eerste aanzet tot een belangrijke stap’ noemen. ‘Het burgerpanel is een aanpassing van de democratie aan de huidige tijd. De politiek krijgt met deze inclusieve democratie de gelegenheid om zich te laten inspireren door initiatieven van de burger, en het geeft de burger de kans om de complexiteit van de politiek te ontdekken. De burger zal begrijpen dat de politiek compromissen moet sluiten tussen tegengestelde opvattingen en dat er naast een privébelang ook een algemeen belang bestaat. De dialoog tussen politiek en burger dwingt beiden tot het toetsen van een vaste overtuiging en door kritische beschouwing tot nieuwe inzichten te komen.’
Solidariteit is van het grootste belang, vindt Nicolas Hulot. ‘De huidige sociale ongelijkheid leidt tot grote onvrede en dreigt in een explosie van protestdemonstraties en geweld te ontaarden.’ Tot nu toe willen de gele hesjes nog helemaal niets met politiek te maken hebben, beaamt hij met een opgewekte zucht. ‘We kunnen de burger van vandaag niet meer met woorden alleen overtuigen, we moeten krachtige en structurele maatregelen bieden. Je moet middelen verbinden aan doelen en daarop worden beoordeeld.
Het huidige belastingstelsel moet dan ook op de schop. Nu wordt belasting geheven op inkomen uit werk, als het aan mij ligt straks op inkomen uit kapitaal. De opbrengst van die belastingen kun je inzetten om de aanschaf van duurzame producten te vergemakkelijken en die van andere, zoals wegwerpproducten, af te remmen. Als je op Europees niveau belasting invoert die het kopen van biologische producten, elektrische auto’s of straks auto’s op waterstof en woningisolatie stimuleert, kun je sturen. Als je hogere belasting heft op alle goederen die een gevaar vormen voor de gezondheid of het milieu, dan kun je de productiemethoden en het consumptiegedrag wijzigen.’
Ook op Europees niveau moet sociale rechtvaardigheid de hoogste prioriteit krijgen, meent Hulot. ‘Politici hebben zich de macht laten ontnemen door de financiële wereld. Als de EU een eind maakt aan de belastingontduiking, de fiscale paradijzen in Europa en de financiële machten een belasting oplegt met als doel deelname aan de solidariteit, krijgen de lidstaten hun bewegingsvrijheid terug en komt er geld vrij voor een sociaal rechtvaardig beleid. Europa kan een rechtvaardig belastingstelsel tot prioriteit maken en zichzelf zo de middelen verschaffen om zijn beloften te kunnen houden.’
Met solidariteit als Europees kompas zal het enthousiasme voor de EU weer terugkeren, denkt Hulot. ‘Je kunt de mensen met de laagste inkomens, inclusief de gele hesjes, alleen overtuigen van de onvermijdelijke accijnsverhoging op diesel als je zorgt dat ze het kunnen betalen, bijvoorbeeld door een basisloon.’ De grote bedrijven lijken nog niet enthousiast, maar Hulot meent te weten hoe ze kunnen worden overtuigd. ‘We moeten een model van morgen schetsen en laten zien dat er oplossingen zijn. De staat kan het goede voorbeeld geven door de budgettaire dogma’s van de drieprocentsnorm voor het begrotingstekort te vergeten – corona heeft ze hier reeds toe gedwongen – en te investeren in opleidingen en herindustrialisering. Het gebruik van pesticiden neemt nog steeds toe, dat kun je alleen een halt toeroepen als je de alternatieven subsidieert.’
Tijdens de coronacrisis buitelden de eco-initiatieven in Frankrijk over elkaar heen. De écologistes van Europe Écologie-Les Verts (eelv) boekten tijdens de Europese verkiezingen vorig jaar al een enorme winst. De beweging Sortie de crise, een initiatief van Philippe Martinez, leider van de grootste linkse vakbond cgt en een aantal maatschappelijke organisaties, heeft plannen om ‘anders te produceren en consumeren’. Regeringspartij La République en Marche (lrem) verloor deze lente de meerderheid toen zeven parlementsleden uit onvrede met het trage tempo van het milieubeleid Macron verlieten om een eigen partij op te richten, onder de naam Écologie, Démocratie, Solidarité. President Macron haastte zich in zijn toespraak van 14 juni tot het Franse volk het linkse discours tegemoet te komen. Hij beloofde een sterkere rol van de staat, een beleid van nul CO2-uitstoot, nul pesticiden en ook aan de inkomensongelijkheid zou worden gewerkt.
‘Er is een verandering gaande binnen de politieke klasse’, zegt Hulot, ‘mogelijk uit politiek opportunisme, mogelijk oprecht, maar waar je in elk geval beducht voor moet zijn. Wil Macron het neoliberale model dat zich aan de basis van de hele ellende bevindt ter discussie stellen? We zijn nu al laat met de ecologische omwenteling, je kunt het niet meer geleidelijk aanpakken. De kiezers moeten veeleisend zijn, er is een radicale herziening van onze wereld nodig.’
Uit angst voor die veeleisende groene kiezer bundelde de partij van Macron in aanloop van de tweede ronde van de gemeenteraadsverkiezingen van 28 juni vergeefs de krachten met lokale rechtse partijen. Zelfs met links is hij een pact aangegaan, zoals met de Parti Socialiste in Lille, om de écologistes het hoofd te kunnen bieden. Europarlementariër Yannick Jadot, voorman van de grootste groene partij eelv, lonkt na de vague verte al naar het Franse presidentschap.
De verkiezingsuitslag laat de Franse ongerustheid zien over vooral de sociale gevolgen van de ecologische crisis en de klimaatcrisis, meent Hulot. ‘De ecologisten moeten een onverslaanbare kracht worden, maar niet met het oog op de presidentsverkiezingen in 2022. We moeten het nú doen, met de huidige regering, omdat deze nog twee jaar aan het roer staat. In de komende maanden worden belangrijke besluiten genomen op nationaal, Europees en mondiaal niveau. De vele miljarden die nu na de coronacrisis vrijgemaakt zullen worden, moeten op een juiste manier worden geïnvesteerd.’
Na de nederlaag van zijn partij, tijdens de gemeenteraadsverkiezingen, besloot Emmanuel Macron begin juli een nieuwe regering te vormen, om gedurende de laatste twee jaar van zijn ambtstermijn de steun van de Franse bevolking terug te krijgen. Vooralsnog is het predicaat ‘Solidariteit’ van de titel van de ministerspost Ecologische Transitie en Solidariteit verdwenen. Zal Macron met de keuze voor de nieuwe premier Jean Castex en diens nieuwe ministersploeg een groener en socialer beleid in gang zetten, zoals hij eerder beloofde?
Voormalig milieuminister Hulot beantwoordt de vraag niet, maar verpakt zijn scepsis in concrete vragen: ‘Is Macron bereid om een eind te maken aan de verdragen van vrijhandel? Is hij bereid om Europa te vragen een eind te maken aan de belastingparadijzen en de belastingontduiking? Is hij bereid om miljarden euro’s te investeren in de economie van morgen in plaats van die van gisteren? Hij moet concreet zijn, radicaal, en ik zal hem beoordelen op de middelen die hij zal inzetten.’ Hulots frustratie tijdens zijn ministerschap lijken zich te uiten in zijn stemverheffing. ‘Ik zal hem niet meer geloven op zijn woorden, dat is echt afgelopen!’
De nieuwe milieuminister Barbara Pompili is haar mandaat voorzichtig begonnen met een verbod op verwarmde terrassen en airco in de zomer, terwijl de winkeldeuren zijn geopend. Hulot zal in september actief deelnemen aan het overleg met Macron over de voorstellen van de Convention Citoyenne pour le Climat. ‘Mijn rol is nu het forceren van een dialoog en ervoor zorgen dat de voorstellen onderwerpen van debat in de regering worden. Tijdens mijn ministerschap probeerde ik dingen te verschuiven van binnenuit, nu probeer ik verandering teweeg te brengen door op de een of andere manier de politiek op te schudden. Mijn engagement past zich aan de plek aan waar ik me het meest nuttig voel.’
De politiek neemt de besluiten, erkent hij. ‘Maar de politiek zal haar besluiten nemen op grond van wat het volk wil. En het volk moet zich in een heldere, eensgezinde boodschap uitspreken. In een samenleving die niet georganiseerd is, profiteert de politiek van de verwarring om helemaal niets te doen. Dus het is van groot belang om de krachten te bundelen, zodat de politiek geen andere optie heeft.’
Een opinieonderzoek onder 37 Franse politici, wetenschappers en intellectuelen wees eind juni uit dat 44 procent vertrouwen heeft in Nicolas Hulot om de komende jaren ‘Frankrijk opnieuw uit te vinden’. Hij sluit een politieke rol in de toekomst niet uit – ‘het heeft nu niet mijn prioriteit’. Hij zegt: ‘Frankrijk is geobsedeerd door de presidentsverkiezingen in 2022, maar het is een illusie te denken dat er een man of vrouw bestaat die de sleutel van alle oplossingen in bezit heeft en alle krachten in de samenleving weet te bundelen. Als het lukt één grote beweging te vormen rond tien, twintig heldere voorstellen die onomkeerbaar zijn, zal de politiek volgen.’
Staan we aan het begin van een revolutie? Hulot knikt: ‘De wereld gaat ingrijpend veranderen, maar een revolutie kan zich op twee manieren voltrekken: vreedzaam of gewelddadig. De kans om die verandering op een democratische manier door te voeren wordt steeds kleiner. Je ziet nu al dat de gemoederen verhit raken. Het geweld neemt toe, de ecologische rampen worden heftiger en steeds meer mensen worden hiervan het slachtoffer. We hebben een kleine uitweg om een ingrijpende verandering teweeg te brengen. Hoe langer men wacht op de revolutie, hoe kleiner de kans dat dat op een vreedzame manier gebeurt.’
Hulot haalt Victor Hugo aan, die hij ook graag in zijn boeken citeert: ‘Alleen een vriendschappelijke revolutie brengt vooruitgang.’ En hij voegt daaraan toe: ‘De wereld zal hoe dan ook veranderen, maar zolang wij dat zelf organiseren, moet dat uiteraard gebeuren op een vreedzame en eensgezinde manier.’