
De afgelopen week keken velen in Nederland en in de rest van de wereld ontdaan naar Syrië, waar de burgeroorlog weer in gang werd gezet na een telefoontje tussen de Amerikaanse president Donald Trump en de Turkse president Tayyip Erdogan. Na afloop trok Trump per direct de Amerikaanse soldaten terug die in Noord-Syrië zijn gelegerd. Het Turkse leger begon een offensief tegen de Koerdische militie ypg die in dat gebied de macht heeft. Het was precies die Koerdische groep die een centrale rol had in het verslaan van IS, en het gevangen houden van voormalige IS-strijders. Nu is Noord-Syrië opnieuw in de greep van geweld, komen IS-strijders op vrije voeten en keert het leger van de massamoordenaar Assad er weer terug.
Dit alles zorgt voor veel frustratie in Nederland over het onvermogen van onszelf en van Europa om te voorkomen dat de oorlog weer begon en om via een eigen, Europese strategie controle te krijgen op de situatie in Syrië. Het probleem daarmee is dat de oorlog nooit opgehouden was, en dat zo’n strategie niet bestaat. Wie overvallen was door Trumps besluit om de Amerikanen terug te trekken is kort van memorie: het is namelijk exact wat Trump tien maanden geleden al aankondigde te gaan doen. Ook toen was de aanleiding een belletje van Erdogan, en ook toen verbijsterde Trump zijn adviseurs door onmiddellijk de afgesproken strategie los te laten en de wens van Erdogan over te nemen. Trumps minister van Defensie, generaal Jim Mattis, was zo ontsteld over het achteloze dumpen van de Koerdische bondgenoot tegen IS, dat hij zijn ontslagbrief tikte terwijl Trump op een persconferentie zijn besluit bekendmaakte. Daarmee verliet de laatste ‘volwassene in de kamer’, zoals Mattis werd genoemd, het Witte Huis. Met zijn telefoontje van vorige week herinnerde Erdogan de wispelturige Trump aan wat hij zich tien maanden geleden had voorgenomen.
Een fun fact voor wie verbaasd is dat er in de tussentijd niet een effectieve Europese strategie is opgetuigd voor Syrië: de Syrische militie die nu met het Turkse leger in de rug Koerdisch gebied in trekt, behoort tot de Free Syrian Army (fsa). De fsa was, ter herinnering, onze vorige oplossing voor de oorlog in Syrië. In de eerste jaren daarvan pleitten veel mensen met het hart op de juiste plaats vurig voor het bewapenen van de fsa, die het enige gematigde alternatief voor Assad of de jihadisten zou zijn. Westerse hulp kwam er ook, onder meer van Nederland. Maar de fsa bleek gematigd noch een serieus alternatief. Ook de Koerdische ypg is geen ‘oplossing’ voor Syrië. Die groep vocht niet tegen IS omdat het Westen dat wilde, maar om er een eigen land te creëren. En hoewel het een daad van verraad is om ypg zo te laten vallen, is dat geen Europees (of Amerikaans) belang.
Het eerste Europese belang in Syrië is vrede, en de realiteit is dat Europa geen serieuze opties heeft om die te bereiken zonder een partij te steunen die we verafschuwen, en zonder nieuwe zuurstof in de oorlog te pompen. Sinds de laatste grote offensieven van het Syrische leger vorig jaar, en de val van de laatste IS-bolwerken begin dit jaar, leek het misschien of de Syrische burgeroorlog afgelopen was. Maar dat is schijn: zoals Turkije de status quo in Noord-Syrië niet accepteert, zo accepteert Assads regime die niet in de rebellenprovincie Idlib, zo zijn de restanten van IS nog niet uitgevochten, net als strijders in een aantal kleinere brandhaarden in het land. We mogen ons terecht opwinden over het onbenul en de lichtzinnigheid waarmee Trump aan de tak schudt. Maar de realiteit in Syrië heeft hij niet gemaakt, en wij kunnen die niet beheersen.