Rabat - Aan het woord is de 27-jarige Zineb el Rhazoui, die zich sterk maakt voor de vrijheid van iedere Marokkaan zijn of haar eigen leven te leiden: ‘Vooral de maand ramadan - het spijt me voor moslims dat ik het moet zeggen - is in Marokko een maand van een soort totaalfascisme. Ik mag overdag niet eten en ’s avonds mag ik m'n glas wijn niet drinken. Als ik met al te blote schouders de deur uitloop, voelen mannen die ik niet eens ken zich gerechtigd naar me te schreeuwen dat ik iets aan moet trekken. Doe ik parfum op, word ik eveneens voor hoer uitgemaakt. De mensen lopen hier werkelijk het risico op straat te worden gelyncht als ze het wagen een paar druppels water te drinken, of een stuk brood te eten. Als dat geen fascisme is. De oekèl ram'daan, de ramadanvreter, is niet zomaar iemand die over de schreef gaat, het is erger dan een ketter, hij staat buiten iedere orde, de duivel gepersonifieerd.’

MALI, Mouvement Alternatif pour les Libertés Individuelles, werd tijdens de ramadan van dit jaar opgericht door Zineb en een paar gelijkgestemden. MALI komt voort uit onbehagen over het geestelijke klimaat in Marokko, de dwang mee te doen met de meerderheid. Met ludieke acties wil MALI de komende jaren van zich doen horen. ‘Waarom’, vraagt Zineb zich retorisch af, ‘moet ik me als een buitenaards wezen voelen? Ook ik ben een product van Marokko, ook ik heb het recht hier te leven.’

Geen enkele organisatie heeft dit jaar zoveel stof doen opwaaien als MALI. Met een picknick tijdens ramadan besloot MALI niet alleen om een groot taboe te doorbreken, maar ook te protesteren tegen de wet die dat verbiedt, want die is volgens MALI in strijd met de Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens. Antropoloog Mohammed-Sghir Janjar blikt terug: ‘Zo ver is mijn generatie nooit gegaan. Onder mijn leeftijdsgenoten - de ouders van de jongeren van MALI - zijn er genoeg die niet vasten, maar ze hebben dat nooit van de daken geschreeuwd. We hebben onze opvattingen wel via romans of films bekendgemaakt, maar we zijn er nooit direct mee de openbare ruimte in gegaan. Feitelijk zien we hier het individu opstaan, het individu dat in het publieke domein het recht op zijn of haar individuele keuzevrijheid opeist.’

En zo zien we in Marokko anno 2009 uit onbehagen zelfs het individu verrijzen. In 2010 wil MALI - het zal niet verbazen - vooral iets doen aan het gebrek aan seksuele vrijheid.