Londen – ‘Dat is mijn broer! Dat is mijn broer!’ Met een rode waas voor de ogen rende Tottenham Hotspur-verdediger Eric Dier na de bekerwedstrijd tegen Norwich City de eretribune op, hordelopend over de kuipstoeltjes. De Gentle Giant had het voorzien op een fan die ruzie had met zijn broertje Patrick. Deze had iets gezegd van de beledigende woorden aan het adres van Dier, die een goede wedstrijd had gespeeld en in de verloren strafschoppenserie, anders dan zijn medespelers, de Nederlandse doelman Tim Krul had weten te passeren.
Het incident werd door omstanders op telefoons vastgelegd. Niemand bleek bereid de hufterige supporter terecht te wijzen. Dier werd uiteindelijk tegengehouden, maar dankzij hem kreeg een anonieme schelder een gezicht. Het voorval deed denken aan de karatetrap die Éric Cantona in 1995 had uitgedeeld aan een Crystal Palace-aanhanger die kwetsende dingen over Fransen had gezegd, en over de sterspeler in het bijzonder. Cantona kreeg een taakstraf van de rechter en lange schorsing van de voetbalbond.
Indertijd werd er door de Engelse pers meewarig gekeken naar het gedrag van de Fransman. The Times legde zelfs een verband tussen het existentialisme van Sartre en de impulsieve daad van de voetballer, een bewonderaar van Arthur Rimbaud. Berouw heeft Cantona nooit getoond. ‘Ik had hem harder moeten raken’, zei Cantona eind januari in het voetbalmagazine FourFourTwo. ‘Nee, ik geloof niet dat ik een voorbeeldfunctie had. Ik was gewoon een voetballer en een mens. Ik was geen superieur persoon.’
Tottenham-manager José Mourinho zei dat Dier ‘iets deed dat niet kan als prof, maar wat we in deze situatie allemaal zouden doen’. Deze zienswijze overheerste nu bij de Engelse pers. ‘Het steunen van een team behelst passie en groepsgedrag, maar er zijn grenzen’, schreef David Hytner in The Guardian. Het is fout om voetballers als loslopend wild te beschouwen, die op alle denkbare manieren kunnen worden beledigd.
Enkele weken eerder zat ik zelf met mijn tienjarige zoon bij de bekerwedstrijd tegen Southampton. Zijn eerste bezoek aan het Spurs-stadion was een onvergetelijke ervaring, maar een smet waren twee fans achter ons die bijna anderhalf uur lang f*- en c*-woorden riepen richting de eigen spelers, onder wie zijn held Lucas Moura. Via een brief attendeerde ik Tottenham op deze ervaring. De club verontschuldigde zich en stuurde gesigneerde foto’s van Moura en andere topspelers mee. Die van Eric Dier zal ik zelf koesteren.