
In de lente van 2014 liet de Amerikaanse regering een serie war games uitvoeren door militaire en inlichtingenspecialisten, waarin zij een Russische invasie van Oekraïne simuleerden. Rusland had even daarvoor het Oekraïense schiereiland de Krim ingenomen en de Amerikaanse regering wilde weten hoe een oorlog zou kunnen verlopen als Rusland een invasie in Oekraïne zou uitvoeren op een veel grotere schaal – zeg maar wat we in februari in de praktijk hebben gezien. De regering-Obama was niet zozeer benieuwd naar het lot van Oekraïne, als wel naar het risico dat zo’n invasie zou uitlopen op een kernoorlog tussen Rusland en de Verenigde Staten.
Dat zag er, in ieder geval op de tekentafel, niet zo mooi uit. Tal van simulaties kwamen erop uit dat de Russische president Vladimir Poetin een kernwapen zou inzetten als hij zijn regime ernstig bedreigd zag. En de simulaties waarin hij dat wapen inzette tegen een Navo-land – al was het maar met één wapen in een leeg gebied – liepen alleen goed af als de VS en Rusland een specifiek scenario volgden en hun communicatielijnen open en intact bleven. ‘In alle andere war games’met dat uitgangspunt, schreef een Amerikaanse oud-inlichtingenofficier, ‘werd de wereld praktisch vernietigd.’
Het bestaan van die oorlogssimulaties, en hun uitkomst, werd recent door deze oud-inlichtingenofficier, Christopher Chivvis, onthuld in The Guardian. Eigenlijk breekt dat met de vuistregel dat het beter is om niet publiekelijk over een kernoorlog te spreken. Door erover te praten wordt een kernoorlog namelijk beter voorstelbaar, lijkt het een reëlere optie, iets wat binnen de grenzen van het voorstelbare valt, iets wat zijn eigen mentale ruimte creëert en daarom in feite een stap vormt in die richting. De tegenstander ziet ook dat het bij jou thuis wordt besproken. Dat maakt de kans groter dat die tegenstander jouw gedrag of een onvoorzichtige actie verkeerd interpreteert. Het vergroot de kans op een fataal misverstand.
Maar het heeft geen zin meer om over kernwapens en hun risico’s te zwijgen, ruim twee maanden na de Russische invasie van Oekraïne. Vladimir Poetin heeft verschillende nucleaire dreigementen laten vallen, van subtiel tot lomp. Een paar dagen na de invasie liet hij al weten dat hij de Russische kernmacht ‘in een speciaal regime van strijdvaardigheid’ zou laten brengen; vorige week nog dreigde hij met ‘bliksemsnelle vergelding’ tegen landen die zich in de oorlog in Oekraïne willen mengen. Daartussenin zaten de presentatie van een nieuwe intercontinentale raket die Ruslands vijanden ‘tweemaal zal laten nadenken’ en een reeks waarschuwingen en hints.
En dus moeten we toch over nucleaire wapens en een kernoorlog praten – over de extra risico’s die de oorlog in Oekraïne veroorzaakt, en over de erfenis die de oorlog zal nalaten als hij eenmaal voorbij is. Ook al verhoogt dat gesprek zelf de risico’s ook. ‘We kunnen er inderdaad niet omheen, en dat maakt me echt bezorgd’, zegt Ulrich Kühn, een kernwapenexpert van de Universiteit van Hamburg en de Carnegie Stichting. ‘Het herinnert ons eraan dat dit verschrikkelijke tijden zijn en dat het een precair systeem is waarop we onze veiligheid baseren.’
Dat was het ook al in januari, voor de Russische invasie in Oekraïne. Maar toen bekrachtigden de vijf belangrijkste kernwapenstaten van de wereld – de VS, Rusland, China, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk – in een gezamenlijke verklaring nog het uitgangspunt dat ‘een kernoorlog niet te winnen is en nooit gevochten moet worden’. De wind is sindsdien behoorlijk gedraaid. ‘We zijn nu op een punt beland waarop het hoofd van de cia zegt dat hij denkt dat Poetin de inzet van kernwapens in Oekraïne overweegt; waarop de Duitse kanselier zegt dat zijn hoogste prioriteit is om een kernoorlog in Europa te voorkomen’, zegt Kühn. ‘Dat vertelt ons wel iets over waar we nu zijn.’
De zorgen over kernwapens kunnen in drie delen worden uitgesplitst. Het eerste betreft de Russische angst voor een invasie door de Navo. Dat is in onze ogen misschien een absurd idee, maar we hebben de afgelopen maanden geleerd dat we de woorden die Poetin spreekt letterlijk moeten nemen, als de beste gids voor wat hij denkt en wil. En Poetin en andere hooggeplaatste Russen spreken duidelijke taal: ze zijn ervan overtuigd dat de VS en andere Navo-landen uit zijn op de vernietiging van Rusland. (Met voor de verandering het VK als grote voortrekker van anti-Russische agressie.)
Het komt in dat opzicht slecht uit dat de Navo nu militair vlak bij Rusland opereert. Het bondgenootschap traint Oekraïense soldaten in Polen en Roemenië, levert wapens en inlichtingen aan Oekraïne en vliegt met een hele luchtvloot nét buiten Oekraïens luchtgebied. Er gaan meer soldaten naar de Baltische Staten, en Zweden en Finland worden wellicht Navo-lid. Dat alles gebeurt niet meer tegen de achtergrond van een Russisch overwicht in conventionele militaire kracht, zoals tijdens de Koude Oorlog.
Het maakt de situatie vanuit Moskou gezien dramatisch anders. Het idee dat Navo-troepen naar Moskou zouden optrekken was gedurende de hele Koude Oorlog alleen een gedachtespel, de conventionele kracht van het Rode Leger sloot dat simpelweg uit. Maar de nieuwe situatie is dat de Navo een conventionele oorlog waarschijnlijk snel en beslissend zou winnen. Die indruk wordt versterkt door de Russische militaire prestaties in Oekraïne: westerse media en analisten kunnen er maar niet over uit hoe zwak en chaotisch het Russische leger blijkt te zijn. Tegen die achtergrond kan een misverstand sneller ontstaan: Russische militairen kunnen bepaalde acties van Navo-troepen sneller verkeerd interpreteren. ‘Ze kunnen punten met elkaar verbinden op een manier die we niet bedoelen’, schreef de Amerikaanse analist Samuel Charap daarover.
Dit leidt tot een tweede zorg: dat een Navo-land zonder het zich te realiseren een rode lijn overgaat die tot nucleaire escalatie leidt. De onzekerheid over waar die rode lijnen liggen, is in deze oorlog keer op keer te zien. Bijvoorbeeld in het nu al maandenlange debat over de vraag of Polen en andere Navo-landen gevechtsvliegtuigen aan Oekraïne moeten geven. Beschouwen Poetin en zijn hoge militairen dat als een oorlogshandeling die tegen elke prijs – desnoods met een klein kernwapen – moet worden beantwoord?
De officiële Russische nucleaire doctrine, en wat Russische militairen en politici daarover hebben gezegd, maakt de vraag waar Ruslands rode lijnen liggen alleen maar minder helder. Rusland zei (net als de Sovjet-Unie) altijd weinig over zijn doctrine, maar meldde in 2014 dat het kernwapens zou gebruiken als ‘het voortbestaan van de staat zelf’ wordt bedreigd. Dat was al weinig precies. Maar drie jaar later voegde het Kremlin daaraan toe dat het met kernwapens ook ‘een demonstratie van paraatheid en vastbeslotenheid’ kon geven tijdens een conflict. Toen daar alom verbaasd op werd gereageerd verduidelijkte een generaal ongevraagd dat Rusland zo’n kernaanval als een ‘de-escalerende factor’ ziet.

Over dit ‘escaleren om te de-escaleren’ is sindsdien onder nucleaire strategen een eindeloos debat gevoerd. Letterlijk genomen suggereert dit begrip namelijk dat hoge Russische militairen een kernwapen zien als een troefkaart waarmee een oorlog kan worden beëindigd op een voor Rusland gunstig moment: escaleren (een kernbom) om te de-escaleren (een einde af te dwingen aan de strijd). De publicatie van een officiële doctrine in 2020, met nóg meer redenen waarom Rusland een kernbom kan gooien (zoals de inzet van drones in Rusland), maakte geen einde aan de onzekerheid over waar Ruslands rode lijnen nou precies liggen.
Een derde angst is dat Poetin een kernwapen zou willen inzetten om de oorlog in Oekraïne te winnen of te voorkomen dat Rusland verliest. Poetin heeft zijn invasie meermaals omschreven als een existentieel conflict over het voortbestaan van Rusland. Dat kunnen we grote onzin vinden, maar het is Poetins visie daarop die telt. Bovendien staat er voor zijn regime veel op het spel – en mogelijk ook voor zijn leven. Er wordt al gespeculeerd dat als het Russische lente-offensief vastloopt, in de vroege zomer een Oekraïens tegenoffensief volgt. Wat betekent ’s werelds grootste kernarsenaal dan, op de plank van een land dat in het defensief moet?
Het helpt daarbij niet dat Rusland de afgelopen tien, vijftien jaar veel heeft geïnvesteerd in de ontwikkeling van kleine, ‘tactische’ kernwapens. Terwijl de zwaarste kernwapens in het Amerikaanse en Russische arsenaal meer dan duizendmaal zoveel explosieve kracht hebben als de bommen die de VS op Hiroshima en Nagasaki gooiden, hebben de nieuwe tactische kernwapens juist maar een fractie daarvan – Rusland heeft er waarschijnlijk tussen de duizend en tweeduizend. Dat is in een bepaald opzicht ‘veiliger’ dan zware kernwapens, omdat hun inzet een minder grote escalatie betekent, maar het maakt de drempel om ze te gebruiken wel lager – en het scenario voorbij die drempel kent niemand.
‘Ik denk dat de kansen op de inzet van een kernwapen en op escalatie tot een kernoorlog extreem klein zijn. Maar die kans is niet nul, en de situatie is niet statisch’, zegt Ulrich Kühn. ‘Met nucleaire wapens kun je in principe twee dingen doen: iemand afschrikken en iemand tot iets dwingen. Als Poetins nucleaire dreigementen bedoeld waren om de Navo af te schrikken, dan kun je zeggen dat ze hebben gewerkt. De Navo-landen hebben deelname aan de oorlog uitgesloten. Maar als Poetin met zijn dreigementen ander gedrag wilde afdwingen, dan is dat niet gelukt. De VS en andere Navo-landen zeiden al voor de inval dat ze niet zouden meevechten, maar dat ze Oekraïne wel met materieel en training zouden helpen. Dat doen ze ook en ik zie Poetin niet met kernwapens dreigen om daarmee te stoppen.
Als het Kremlin echter op een bepaald moment besluit om Oekraïne met kernwapens tot iets te dwingen, dan verandert de situatie dramatisch. Als het Russische offensief vastloopt en Poetin besluit dat hij met nucleaire dreigementen een akkoord wil afdwingen, of Oekraïne wil dwingen om een tegenoffensief af te breken, dan zou het nucleaire risico werkelijk groeien, en niet met een beetje.’
Wat er op schrift staat, doet er dan weinig toe. ‘De nucleaire doctrine van Rusland, en wat generaals of strategen erover hebben gezegd, dat is allemaal van secundair belang. Waar het werkelijk om draait is wat Poetin denkt met kernwapens te kunnen bereiken. Misschien heeft hij nog nooit nagedacht over “escaleren om te de-escaleren”, of vond hij het een raar idee. Maar als de oorlog over een paar weken in zijn ogen slecht begint te verlopen, en hij begint te denken dat er een escalatie nodig is, of twee of drie kleine kernwapens om het tij te keren, dan zijn we op compleet nieuw terrein. En er is geen enkele manier om dat te weten.’
Fast -forward naar de wereld voorbij de oorlog in Oekraïne. Als we ervan uitgaan dat die oorlog eindigt met een vredesakkoord, en er zijn geen kernwapens gebruikt, dan kunnen we gelukkig terug naar de nucleaire kalmte van daarvoor. Dat is in ieder geval een aantrekkelijk idee, maar helaas is het niet waar. De situatie voor de oorlog in Oekraïne was namelijk helemaal niet kalm en veilig. En we zullen er ook niet naar terugkeren.
Tijdens de Koude Oorlog begonnen de VS en de Sovjet-Unie eerst aan een ongebreidelde nucleaire bewapeningsrace. Daarna sloten zij akkoorden die bovengrenzen en andere voorwaarden stelden aan hun wapens: eerst Nixon en Brezjnev in de jaren zeventig, toen Reagan en Gorbatsjov in de jaren tachtig. Dat ‘veiligheidsregime’ is de laatste twintig jaar grotendeels onttakeld door Bush jr., Poetin en Trump.
Daarnaast hebben Rusland en de VS beide besloten om hun kernarsenaal ingrijpend te moderniseren. Er was een belangrijk beslismoment tien, vijftien jaar geleden, toen in beide landen de kernwapens die tijdens de Koude Oorlog waren gebouwd aan vervanging toe waren. President Obama speelde een tijdje met het idee van vergaande ontwapening en een kernwapenvrije wereld, maar liet dat los. Sindsdien investeerden beide landen veel geld in upgrades van hun arsenaal, in ‘kleine’ kernwapens en in de ontwikkeling van futuristische draagraketten.
Als de oorlog eindigt in een bestand, zal er in Rusland waarschijnlijk worden geconcludeerd dat dit de juiste weg was, en dat het opgepoetste Russische kernarsenaal nut heeft gehad: dat heeft de Navo er immers van weerhouden om mee te doen aan de kant van Oekraïne. Ook in Frankrijk en Engeland zal de steun voor de eigen kernwapens waarschijnlijk stijgen. En in Nederland en de rest van Europa zal waarschijnlijk bredere steun bestaan voor de Amerikaanse atoomparaplu en de bescherming die deze tegen Rusland biedt.
Duitsland koos al in maart, drie weken na de Russische invasie, voor de aankoop van 35 peperdure F-35-gevechtsvliegtuigen, omdat die het meest geschikt zijn om de kernbommen mee af te werpen die de VS in Duitsland gelegerd hebben. ‘Zoals de zaken nu liggen’, schreef de Britse veiligheidsanalist Matthew Harries daarom, ‘heeft de Russische invasie het idee van een geordend, multilateraal proces van nucleaire ontwapening mogelijk voor een generatie of langer de nek omgedraaid.’
Twee uitkomsten van de oorlog zouden dat anders maken. De eerste is als de invasie zou eindigen met de val van Poetin. Nucleaire dreigementen en een nucleair arsenaal zouden dan van beperkt nut blijken te zijn. Zeker als Rusland eerst een kernwapen zou inzetten en daar internationale isolatie en de val van zijn dictator aan zou overhouden, zouden veel landen kunnen concluderen dat kernwapens in de praktijk maar bar weinig praktisch nut hebben.
De andere uitkomst is veel donkerder. Als Poetin zou besluiten om een of enkele kernwapens in te zetten; als Rusland daarmee de oorlog zou winnen én het land zou ontkomen aan grote negatieve gevolgen: dan zou de wereld werkelijk in een nieuw tijdperk belanden.
‘Dat zou echt een waterscheiding zijn, een historische cesuur’, zegt Ulrich Kühn. ‘We hebben nu 77 jaar geleefd met het nucleaire taboe, met het idee dat je kernwapens simpelweg nooit inzet. Maar dat is een gedragsnorm. Zo’n norm kan heel krachtig zijn zonder dat die is vastgelegd in een of ander verdrag. Het nucleaire taboe is een uiterst krachtige norm gebleken die wereldwijd werd onderschreven. Waar ik bang voor ben, is dat Poetin deze oorlog tot zo’n persoonlijk doel heeft gemaakt dat hij bereid zou zijn om alles ervoor neer te halen. Dat zou een van de meest kritieke ontwikkelingen zijn van de laatste honderd jaar.’