Om meteen met de deur in huis te vallen: ik hou niet van gewilde modernismen in vertalingen. Dood Paard en Monk noemen hun versie van Shakespeares beroemdste tragikomedie over verliefdheid Zomernachtliefde. Toegegeven, het is een drastisch bekorte versie van het origineel, er is wat poëzie van Gorter en Rilke doorheen geklutst, het persbericht spreekt over een voorstelling «naar» A Midsummernight’s Dream. Maar de twee toneelformaties spelen wel het Shakespeare-stuk. Doe dan niet ingewikkeld, noem het beestje gewoon bij de ware naam. Deze titel is publieksbedrog.

De enscenering is dat ook. Maar de wijze waarop de toneelspelers ons met Shakespeares teksten in de maling nemen en om de tuin (liever: om het bos) leiden is mooi, of op z’n minst intrigerend. Als we binnenkomen kijken we aan tegen een wand van houten latten. De eerste ruzies over de liefde spelen zich af voor die wand. Alle spelers presenteren zich in smetteloos witte kos tuums. De verliefden die willen en de onverliefden die niet willen, wijzen elkaar hun plek. Ook de amateurtoneelspelers die verliefd zijn op een kunst die ze niet be heersen, presenteren zich in een onhandig licht. Dan vallen de latten, ze vormen een vloer, ze vormen een tekst, een puzzel: You Are So Beautiful. Precies over de ontkenning van die uitspraak gaat de rest van het stuk.

A Midsummernight’s Dream telt drie vertellingen. Er zijn twee minnaars en twee minnaressen, waar het aanvankelijk niet goed tussen lijkt te gaan, die elkaar uiteindelijk krijgen – voor de huwelijken die daaruit voortkomen valt het ergste te vrezen. Er is een koningskoppel dat een showhuwelijk heeft geprogrammeerd (dat komt er, lijkt ook niet echt op een toprelatie). Dit koningskoppel transformeert in de loop van het stuk in een huwelijk tussen toverkollen waarbinnen het oorlog is. En er zijn amateur toneelspelers die repeteren aan een stuk over de onmogelijke liefde, geschreven in sinterklaasrijm. Hun onderneming slaagt uiteindelijk nog het best. Hoewel, hun publiek lacht ze uit en trekt een lange neus. Het stuk is één lange neus. Verliefdheid, kom op! Allemaal flauwekul!

Dood Paard/Monk speelt deze tragikomedie met die ondertoon. De verliefden geven het estafettestokje van hun verliefdheid aan elkaar over. Denk je als toeschouwer: hé, die is op die, dan wisselt de minnaar met een andere minnares, de minnares met een andere minnaar. Verliefdheden zijn in wisselbaar, daar gaat het stuk ook over. Met de amateurtoneelspelers, die een onmogelijk to neel stukje over onmogelijke liefde willen spelen als gelegenheidsstuk bij een Showtime-bruiloft, is ook zoiets aan de hand. Ze willen toneelspelen maar ze kunnen het niet. Hun liefde voor de kunstvorm is een volledig onhaalbare. Hun regisseur (Matthias de Koning) is een man die het spel zó aanmoedigt dat het niet anders dan fout kan gaan. Het enige wat beklijft zijn de aanmoedigingen van de regisseur. Ongewild wordt hij de sterspeler van een groep armzalige prutsers.

De kracht van deze voorstelling is de moedige weigering om de roem die A Midsummernight’s Dream al eeuwen achtervolgt, gemakkelijk te incasseren. De to neelspelers van Dood Paard en Monk hebben gretig hun tanden in dit lastige toneelvehikel gezet, de toneelspeeltekens die ze hebben verzonnen ogen ongemakkelijk, de amateur-acteurs hebben hun geliefde namen (Quince, Bottom) verloren, ze heten nu Kale, of Bolle of Ouwe. En de spil van de magie in het midzomernachtcircus, de kobold Puck, heet hier ge woon «Spookje». De vertaling (op die maffe titel na dan) is tintelfris. De verwijten richting deze voorstelling zijn zo oud als de weg naar Rome: alleen te volgen voor insiders die het stuk kennen als hun achterzak. Ik vond eerlijk gezegd de bejubelde voorstelling die Dirk Tanghe een paar jaar geleden van dit stuk maakte moeilijker te volgen dan deze versie. Het mooi en goed organiseren van toneelverwarring werpt vaak een nieuw en helder licht op een klassieke tekst. Zo zie je maar weer: toneelwetten zijn er om op hun kop gezet te worden.

Tournee in september; in het najaar ook binnen een aflevering van Stock: alle Shakespeares van Dood Paard (TITUS, J(ulius) C(aesar) en Coriolanus) – in serie. Zie ook www.doodpaard.nl