
Wilders zegt dat hij voor minder Marokkanen in Nederland zal zorgen. Heel Nederland in rep en roer. Een berouwvolle Telegraaf – die voetballer Ibrahim Afellay een Nederlander noemt, maar uw plaatselijke inbreker ‘Marokkaans straattuig’ – schrijft prompt een verkiezing uit voor de leukste Marokkaanse buur, collega, voetbalteamgenoot. Een handjevol pvv’ers levert een ontslagbrief in, want minder Marokkanen in Nederland beloven, dat gaat zelfs hun, aanjagers van ‘het Marokkanendebat’, veel en veel te ver.
Heel even leek vorige week de droom van velen uit te komen: de implosie van de pvv. Heel even maar. Want om de val van Wilders is eerder gebeden, maar telkens verkijkt men zich op ’s mans overlevingstalent. Zie ’m staan afgelopen zaterdag tijdens zijn persconferentie. ‘Niemand zal mij klein krijgen. Ik zal altijd, tot mijn laatste snik, mijn geluid laten horen.’ Vertrouw erop dat Wilders ook deze tegenslag te boven komt. De verkiezingen voor het Europees Parlement zijn aanstaande, de uitgelezen mogelijkheid voor Wilders om zich op te werpen als laatste verdediging tegen de boze krachten die uit zijn op de vernietiging van soeverein Nederland. Kortom, het was me de opwinding wel, vorige week, maar nu doorlopen, hier is verder niets aan de hand.
Of toch wel? Wilders zegt niks nieuws. In het pvv-partijprogramma uit 2010 wordt met warme instemming Theo van Gogh aangehaald die niet naar Marokkanen kan kijken zonder zich af te vragen wat ze hier eigenlijk te zoeken hebben. Wat lijkt er dan wel veranderd te zijn sinds vorige week? Het groeiende besef dat Wilders’ opmerkingen niet in een vacuüm zijn ontstaan. Daar gingen namelijk een monster van een gedoogconstructie en jaren van stigmatiserende praatjes aan vooraf. Die praatjes klonken niet alleen vanuit de pvv, het cda of de vvd, maar, zoals her en der al is opgemerkt, ook vanuit de pvda, die de Nederlandse taal verrijkte met ‘kutmarokkaantjes’. Vorige week klonk daarom ook de vraag of wij – links, maar heus niet politiek correct! – niet te veel meegegaan zijn in een discours dat sluipenderwijs aan de criminalisering van een hele bevolkingsgroep heeft bijgedragen.
Toen de adjunct-hoofdredacteur van RTL Nieuws, Pieter Klein, in een redactioneel commentaar stelling nam tegen Wilders, oogstte hij niet alleen applaus maar ook kritiek, want ook hij kon het niet laten om het over Marokkanen te hebben zonder het terzijde te maken dat hij heus niet blind is voor vervelende ‘kutmarokkaantjes’. Waarom telkens Marokkanen in verband brengen met ‘kutmarokkaantjes’? werd er gevraagd. Waarom überhaupt criminele jongeren etnisch specificeren? Wie Wilders de les wil lezen moet zichzelf eerst de vraag stellen of zijn idioom niet bijdraagt aan de voortdurende stigmatisering van Marokkanen.
Want wat staat er op het spel? De Marokkaanse gemeenschap is rijk aan anekdotes over kinderen die angstig raakten van Wilders’ haatzaaierij. Vorige week doken zulke verhalen weer op in Den Haag en Tilburg. Afgezien van de psychosociale problematiek die deze giftige retoriek hun oplevert, zijn dit ook de jongeren die zullen opgroeien om onevenredig hard getroffen te worden door discriminatie op de arbeidsmarkt. Ontzie hen. Begin daarmee door te kappen met het taalgebruik dat vooral moeten bewijzen hoe flink en politiek incorrect je bent. En nu we toch bezig zijn: gooi het net zo vernederende ‘knuffelmarokkaan’ ook maar op de vuilnisbelt.