Hoogste tijd om de invloedrijke en efficiente Brusselse bureaucraten de eer te gunnen die hen toekomt. Het is tenslotte aan de Europese daadkracht te danken dat ons medialandschap is uitgebreid met attracties als Filmnet, RTL4 en RTL5. Zonder het leeuwehart waarmee Brussel de vrije Europese markt ook voor televisie heeft bevochten, zou de Nederlandse kijker nog altijd verstoken zijn van de zegeningen van RTL’s 5-uur-show, Het Rad van Avontuur en Goede Tijden Slechte Tijden.
Maar ook dit nobele werk voor het vrije verkeer der tv-signalen wordt alweer bezoedeld. In Nederland gaan stemmen op die zich afvragen of Holland Media Groep (VNU, Veronica, Endemol en RTL) het publieke bestel niet gaat vermorzelen. Of de aanstaande lanceringen van de commerciele Scandinavier SBS en de hit-tv van Arcade niet te veel van het goede zijn. En of de macht van grensoverschrijdende mediamagnaten nog wel te beteugelen is. Alsof Europa daar niet al lang aan gedacht heeft!
Wij begaven ons naar Brussel om de visionaire plannen op te tekenen waarmee de EU media-veelvraten als Silvio Berlusconi, Rupert Murdoch en Leo Kirch gaat muilkorven. Want die plannen zijn er natuurlijk. Was het niet onze eigen premier Kok, die schermde met ‘Europese regels’ om de opmars van de infame Holland Media Groep te stoppen? Nou dan!
EUROPARLEMENTARIER Helmut Kuhne (SPD) zit namens de socialistische fractie in de parlementscommissie die toezicht houdt op Mediazaken. ‘Vraag me niet hoe die commissie precies heet’, excuseert hij zich. ‘Het is iets met cultuur, educatie, informatie en zo. Zelf houd ik me voornamelijk bezig met tv en de nieuwe informatie- technologie.’
Gretig informeren we naar de bestuurlijke stokken waarmee Europa de media-moguls terug in hun hok gaat drijven. Kuhne: ‘Eh… op het ogenblik zijn er eigenlijk geen Europese regels tegen mediaconcentratie.’ We staan paf. Weet Kuhne dan niet dat Wim Kok, premier der Nederlanden, rekent op kloeke Europese regelgeving om het publieke bestel te redden? Kuhne: ‘Waarschijnlijk doelt jullie premier op de economische regels tegen monopolievorming. Maar op nationaal niveau kun je daar niks mee. De Holland Media Groep mag dan in het Nederlandse taalgebied een gigant zijn, op Europese schaal stelt het weinig voor.’
Kuhne ziet hoe we teleurgesteld terugzakken in de Euro-fauteuils. ‘Wij als socialistische fractie willen graag meer doen’, zucht hij. ‘Maar volgens Maastricht hebben wij als parlement geen recht op initiatief. We moeten wachten tot de Commissie met een ontwerpvoorstel komt. Daar mogen we dan op reageren.’ De laatste geluiden uit de Commissie stemmen de Duitse Europarlementarier somber: ‘Ze hebben heel lang beloofd om eind 1994 met een ontwerpvoorstel tegen mediaconcentraties te komen. Maar toen die datum naderde, zeiden ze ineens: het is te ingewikkeld, er moet meer onderzoek komen.’
Thans wordt het voorstel op zijn vroegst medio ‘95 verwacht. Maar de socialistische fractie heeft al een eisenpakket op tafel liggen. Kuhne: 'Allereerst moet het mogelijk worden om de mediaconcentratie op het niveau van een taalgebied of een nationale markt te beoordelen. Pas dan kun je mega- concerns als de KirchGruppe, Bertelsmann AG en Berlusconi’s Fininvest als monopolisten aanmerken. Onder de vorige Commissie van Jacques Delors was dit punt totaal onbespreekbaar omdat het radicaal ingaat tegen de gedachte van de gezamenlijke markt. Delors zag alle regels om nationale culturen te beschermen als ongewenste obstakels. Wat de huidige Commissie hiermee gaat doen is afwachten.’
Het tweede harde punt dat de socialisten in het ontwerpvoorstel willen hebben, is de optelsom van belangen. Kuhne: ‘Mediaconcerns moeten niet alleen beschouwd worden als leveranciers van elektronische media. Wij willen dat ook hun aandelen in aanverwante zaken als tijdschriften, kranten, film- en sportrechten worden meegewogen.’ In Duitsland bijvoorbeeld bezit mediamagnaat Leo Kirch naast drie tv-kanalen de grootste collectie filmrechten van Europa en ‘s lands grootste uitgever: het Springer-concern.
DE COHERENTE toekomstvisie van de Euro-socialisten geeft ons weer een beetje hoop. Goed, de regenten in de Commissie mogen de mediawetgeving dan traineren, maar onze volksvertegenwoordigers in het Brusselse waken als terriers over de pluriformiteit in de media. Hoe lang gaat het duren voordat het eisenpakket wet is en Berlusconi met de handboeien wordt voorgeleid voor het Europees gerechtshof? Kuhne: 'Ik ben bang dat het wel even gaat duren voor die wetgeving rond is. Zelf zou ik al blij zijn als een van beide punten het gaat halen. Het tragische is dat onze fractie niet met een stem spreekt.’ Er is een diepe cultuurkloof tussen de noordelijke en zuidelijke landen, zo legt hij uit. In Duitsland, Nederland en Engeland staat publieke televisie voor pluriformiteit. Maar hoe zuidelijker je komt, hoe meer publieke televisie ordinaire staatstelevisie met monopolistische trekjes is. Regeringspartijen in die landen zijn bang dat Europese mediaregels niet zozeer gebruikt gaan worden tegen commerciele tv als wel tegen hun eigen propagandakanalen. Kuhne: ‘En omdat onze kameraden uit Spanje en Griekenland momenteel aan de macht zijn, zitten die absoluut niet te springen om Europese mediawetgeving.’
Is er nog een kans dat Kuhne zijn mediterrane dissidenten op de officiele lijn krijgt? Kuhne: ‘Het enige wat we kunnen doen is met de Griekse en Spaanse collega’s een fundamenteel debat aangaan over de noodzaak van pluriformiteit. Maar dat is heel moeilijk. Ik zeg dan tegen ze: willen jullie nou echt steeds andere staatstelevisie als jullie regering wisselt? Maar ja, zo lang ze aan de macht zijn, blijken ze absoluut niet gevoelig voor het belang van onafhankelijke publieke tv.’
Afkeurende geluiden over de manana- mentaliteit van de mediterrane medemens wil Kuhne overigens niet horen. ‘Realiseer je dat iedereen zijn eigen nationale prioriteiten heeft. Het is niet zo dat wij in het noorden pal staan voor de vrije meningsuiting vanuit een verlichtingsideaal. Nee, mediaconcentratie kwam pas op de agenda toen onze eigen publieke tv bedreigd werd. Kijk naar de Nederlandse situatie. Pas sinds CLT bij jullie aan de weg timmert, roepen jullie om hulp uit Brussel. Daarvoor zeiden jullie: Europa, bemoei je er niet mee, we regelen ons eigen bestel.’
MAAR GENOEG OVER het bestaande medialandschap, vindt Kuhne. De grootste bedreiging voor het pluralisme schuilt volgens hem in de ontwikkelingen rond de interactieve, digitale televisie van de toekomst: pay-tv, pay-per-view en beeldinformatienetwerken. ‘Omdat deze technologieen grote investeringen vergen, zie je dat alleen de grote spelers zich ermee bezig kunnen houden. En wat doen zij? Om het risico te drukken, kruipen ze bij elkaar en sluiten de markt voor anderen af.’
Zoals de telefoon niet werkt zonder aansluitingsstekker, zo werkt de nieuwe digitale televisie niet zonder interface. De mediamoguls hebben dit haarfijn door en zijn bezig de macht over dit kastje te verkrijgen. Kuhne: ‘In Duitsland hebben Kirch, Bertelsmann en Telecom al geprobeerd samen een interface te introduceren. Als dat gelukt was, hadden ze in een klap de hele elektronische infrastructuur beheerst. Vanaf dat moment bepalen zij wat jij kan zien.’
Wat de Euro-socialisten dan ook willen is een standaard-interface, zodat iedereen vrij mag invoegen op de elektronische snelweg van zijn keuze. Kuhne: ‘Alleen zo garandeer je dat alle partijen vrije toegang hebben tot de huiskamer. En dat is de beste garantie voor pluralisme. Merkwaardig genoeg lijken we alleen te staan met dit standpunt. Je zou verwachten dat de liberalen hier voor zijn, maar volgens hen moet je het aan de vrije markt overlaten. Interessant: want volgens mij is de essentie van vrijheid dat je zelf bepaalt wat je op je scherm krijgt en niet dat je zelf bepaalt welke interface je aanschaft.’
Wat is de opstelling van de almachtige Commissie rond de standaard-interface? Kuhne doceert dat van tenminste drie commissarissen hierover ambtshalve een standpunt verwacht wordt: die van Media, die van Mededinging en die van de Gemeenschappelijke Markt. Volgens Kuhne is de uitkomst dan ook net zo zeker als de trekking van een tombola: ‘Iedereen klaagt hier over Amerikaanse pulp op tv, maar we zitten hier zelf opgesloten in een soort soap- opera. In de Commissie heerst pure anarchie. Dan weer wint die en dan weer wint die. Je zou een prive-detective moeten inhuren om erachter te komen wat er precies gebeurt. Dan heb je waarschijnlijk een leuk scenario voor Dallas.’
ANARCHIE IN DE Commissie. Verdeeldheid onder de Euro-socialisten. Klassiek laissez-faire-beleid van de Euro-liberalen. Wie moet Europese media dan gaan behoeden voor de culturele kaalslag? Onze laatste hoop is het christen-democratisch gedachtengoed, dat op Europees niveau onder de vlag van de Europese Volkspartij (EVP) vaart. In Nederland heeft het CDA zich laten kennen als de onwrikbare verdediger van het publieke bestel, dat in hun beleving het ultieme voorbeeld is van een pluriform medialandschap: geen religieuze of levensbeschouwelijke splintergroepering of het heeft recht op een leuk blokje zendtijd.
Uiteindelijk was het Brussel dat de verdediging van het CDA omspeelde. Immers, het publieke bestel verloor zijn alleenrecht op Nederlandstalige tv-signalen door de invoering van de gemeenschappelijke Europese markt.
Het plaatst Peter Pex, mediawoordvoerder van de CDA-fractie in het Europarlement, in een pikante positie. Anno 1995 kwalificeert hij de jarenlange kruistocht van zijn partij tegen commerciele televisie als ‘voortgekomen uit een hebben-en-houden- mentaliteit’. ‘De concurrentie van RTL is op zich een goede zaak’, meent Pex. ‘Het heeft Hilversum gedwongen om bedrijfsmatiger te gaan werken. Maar ze worden in hun bedrijfsvoering met handen en voeten gebonden door de Mediawet. Ik vind dat Hilversum programmatisch meer vrijheid moet krijgen en ook meer ruimte om commercieel te werken. Pas dan kun je je verweren tegen de mediaconcentraties.’
Nog meer ruimte? Hilversum is toch al een commercieel circus? Pex: ‘In de werkwijze zijn de omroepen inderdaad commercieler geworden, maar ik beoordeel ze op hun doelstelling. Omroepverenigingen als de KRO, NCRV en EO maken nog altijd televisie om hun eigen specifieke identiteit uit te dragen, en niet, zoals RTL, om geld te verdienen. Voor mij blijft dat een groot verschil. Van mij mogen ze zich wel commercieel gedragen, maar niet commercieel worden.’
Pex speelt pas sinds de laatste verkiezingen een rolletje in de Brusselse soap-opera. Geconfronteerd met de dynamische ontwikkelingen in zijn mediaportefeuille, geeft hij openlijk toe regelmatig te verdwalen in het doolhof van het Europese mediadebat: ‘Er is zoveel aan de hand, de politiek weet nog niet de helft. Toen ik begon, heb ik zes of zeven deskundigen op het gebied van de moderne media bij elkaar gehaald en gevraagd: wat is er allemaal aan de hand? En het komische was: zij wisten het ook niet. Niemand weet het.’
Toch heeft Pex in de woelige zeeen van het mediadebat de belangrijkste vaargeulen ontdekt: ‘Globaal zijn er drie opstellingen. De liberalen zeggen: niet ingrijpen. De socialisten zeggen: reguleren. En wij zeggen: we moeten zorgen voor transparantie, je moet precies weten wie wat exploiteert. Van wie is de kabel? Van wie is het tv-signaal? En van wie is de informatie? Als je dat weet, kun je voorkomen dat er enge monopolies ontstaan.’ Daarvoor is wel enige regulering noodzakelijk, vindt hij. Maar de christen-democraten gaan daarin minder ver dan de socialisten; ze nemen genoegen met ‘randvoorwaarden’.
Pex: ‘Essentieel is dat burgers en verenigingen ergens kunnen aankloppen. Neem dat incident met het Italiaanse importverbod op ons varkensvlees. In de richtlijnen voor de gemeenschappelijke markt staat duidelijk dat dat niet mag. En dus konden de varkensboeren het importverbod aanvechten. Zo moet het in de media ook. Als er in Spanje bijvoorbeeld geen mis meer wordt uitgezonden omdat het commercieel niet interessant is, moet een katholiek zijn recht kunnen halen in Brussel. Er moeten dus Europese kaders komen die de pluriformiteit garanderen.’
EN HOE VERTAALT deze liefde voor de pluriformiteit zich in het standpunt over de interface? Kiest het CDA voor een standaard of voor vrije markt? Pex: ‘Ach, zolang basale dingen als het lichtnet en de stekker nog niet gestandaardiseerd zijn, lijkt het me wat voorbarig om je al druk te gaan maken over een interface. Al mijn collega’s bakkeleien maar over kastjes en kabeltjes, maar als eenvoudige zakenjongen denk ik dat de markt dat uit zichzelf doet. De industrie heeft zelf belang bij een standaard-interface, dus die komt er wel. Veel belangrijker dan die kabeltjes is de inhoud. Die moet je doorzichtig maken. Nogmaals: als je weet wie wat levert en je hebt een wetgevend kader, dan kan het nooit eng worden.’
Het klinkt allemaal prachtig, maar inmiddels gehard in het Brusselse vragen we ons af of de Pex-doctrine enig gewicht heeft bij Commissie en parlement. ‘Mijn visie heeft brede steun in de fractie’, zegt Pex. ‘Maar ik ben natuurlijk nog maar net begonnen. Ik sta nog onderaan in de pikorde.’
Terug op de E9 richting Breda weten we een ding zeker: Berlusconi, Murdoch, Bertelsmann en Kirch hoeven geen seconde wakker te liggen van Brussel. Opnieuw blijkt de EU eensgezind in het opheffen van economische obstakels maar hopeloos verdeeld over al het andere.