Barcelona – Plasencia is een provinciestadje in Extremadura met veertigduizend inwoners, vijftienduizend werklozen en sinds kort een reusachtige Spaanse vlag van zeventig vierkante meter aan een paal van 25 meter hoog. Paal en vlag kostten vijftienduizend euro. Ze zijn voor tachtig procent betaald door de Europese Unie, uit het budget voor ‘Geïntegreerde Duurzame Stedelijke Ontwikkeling’. Dat potje is bedoeld om ‘bepaalde hardnekkige problemen’ in de Europese steden op te lossen, zoals werkloosheid, ongelijkheid, armoede en uitstoot van broeikasgassen. De manier waarop zeer grote Spaanse vlaggen een bijdrage leveren aan de strijd tegen armoede of broeikasgas zal niet meteen voor iedereen helder zijn. De manier waarop de EU de besteding van haar subsidies controleert trouwens ook niet.
In Alcañiz (zestienduizend inwoners) hebben ze sinds twee maanden ook een gigantische Spaanse vlag. Hij staat op een plein in het centrum van dit Aragonese stadje, is achttien meter lang en heeft een oppervlakte van ruim tweehonderd vierkante meter. In dit geval kostten mast en doek zestienduizend euro, bekostigd uit de post voor aankleding van de openbare ruimte. Of er Europees geld mee gemoeid is, is niet bekend. Maar het valt niet uit te sluiten, gezien de omvang van de EU-subsidies voor regionale ontwikkeling in Spanje en de ondoorzichtigheid waarmee ze besteed worden.
De voorliefde voor extreem grote rood-gele vlaggen komt echter niet alleen van gemeentebesturen van rechtse snit – zowel Alcañiz als Plasencia wordt bestuurd door de PP van premier Rajoy. Een bouwondernemer liet onlangs in Madrid een lap van zeventien bij 43 meter aanbrengen op de gevel van een flat in aanbouw. Als deze allergrootste Spaanse vlag aller tijden verwijderd moet worden omdat de flats klaar zijn, wil de bouwer het doek schenken aan ‘iets liefdadigs’. In bescheidener afmetingen is de Spaanse vlag de laatste tijd ook te zien aan talloze balkons door het hele land. Het is natuurlijk een reactie op de onafhankelijkheidsdrang van de Catalanen die de Spaanse nationale trots heeft gekrenkt.
Onlangs presenteerde Ciudadanos, de partij die ooit werd opgericht als centrum-links en die nu de PP rechts heeft ingehaald, het platform España Ciudadana (het Spanje van de burgers). De bijeenkomst stond bol van de nationalistische symbolen en referenties aan de veronderstelde schaamte om je Spaans te voelen. Intussen worden de extreem-rechtse partijen steeds luidruchtiger en gewelddadiger, terwijl de politie de andere kant op kijkt.