
Voor de deuren van het bezette stadhuis is ineens tumult. Twee jongens zijn naar buiten gebracht. Op hun voorhoofden staat in zwarte letters het woord ‘dief’ geschreven. Hun ogen staan verschrikt en bezorgd. Ondergaan de nieuwsgierige blikken van een slordige honderd betogers die spontaan zijn toegestroomd. Iemand in een reflecterend geel hesje roept in een microfoon: ‘Deze twee mannen zijn zojuist betrapt op het stelen van een saxofoon. Ook hebben ze mobiele telefoons gejat. Laat het volk beslissen wat te doen. Wie wil het woord?’ Er wordt geschreeuwd, geduwd. De sfeer wordt snel dreigend, naargeestig. Tientallen mobieltjes en camera’s hangen in de lucht. Een bewaker van een van de barricades, kapot gebit, opgerold koord in de hand, schreeuwt met schorre stem: ‘Al weken slaap ik nauwelijks. Ik heb vrouw en kind achtergelaten. En jullie komen naar Majdan om het volk te bestelen!’ Ze moeten op hun knieën, de jongens. En de Majdan-betogers om vergiffenis vragen. Begeleid door de man in het gele hesje, een volksvertegenwoordiger voor de nationalistische oppositiepartij Swaboda (‘Vrijheid’), worden ze daarna weggeleid.
Euromajdan, of gewoon Majdan (‘Plein’), bestaat nu zeven weken. Bijna net zo lang als de Oranjerevolutie van 2004. Was het toen de stembusfraude van presidentskandidaat Viktor Janoekovitsj die het centrum van Kiev in een tentenkamp veranderde, deze keer is het ‘Europa’ dat op ieders lippen ligt. Het woord zingt rond op openbare lezingen over onderwerpen als mensenrechten, vrije markt en persoonlijke financiën, op vergaderingen van vertegenwoordigers van de civil society en is onderwerp van leuzen als ‘Oekraïne is Europa’. EU-symbolen prijken, naast de Oekraïense vlag, op buttons, lintjes, kerstbomen, bruggen en motorkappen. ‘Europa’ is ook een politieke belofte, gebroken door dezelfde Janoekovitsj, die de voorbereidingen voor een diepgaande samenwerkingsovereenkomst met Brussel vorig jaar november op het allerlaatste moment afbrak. Om daarna zaken in Moskou te doen.
Behalve het stadhuis controleren de demonstranten twee panden op het Onafhankelijkheidsplein, epicentrum van de protesten. Een ervan is het ‘Gebouw van de Vakbond’, een kolossaal sovjetblok uit edelbeton. Als overal op het plein zijn de muren bedekt met een wirwar van stickers, affiches, kattebelletjes en satirische teksten. Op een kleuren A4’tje staat een tekst die de lezer oproept zijn rommel op te ruimen: ‘Europa begint bij jezelf’. Boven, op de eerste verdieping, heeft Majdan, sinds eind december een ‘volksunie’ waartoe iedere Oekraïner kan toetreden, zijn hoofdkwartier.
Binnen de veertigkoppige leiding zijn Andrej Iljenko en Andrej Mochnik twee van de vertegenwoordigers van Swaboda. Met zijn 26 jaar is Iljenko tevens het jongste lid van het Oekraïense parlement. Gevraagd naar het incident voor het stadhuis reageert hij als door een wesp gestoken. ‘Hadden we die jongens aan de politie overgedragen en niet zelf berecht en vrijgelaten, dan zouden ze jarenlang zonder proces zijn komen vast te zitten. We hebben het volk een uitlaatklep geboden.’
Mochnik en Iljenko maken een onderscheid tussen Europa en de Europese Unie. ‘Europa betekent vrijheid’, zegt Mochnik, nummer drie in de partijhiërarchie. ‘Voor ons is dat de vrijheid van de naties. Al eeuwenlang strijden we immers tegen het Russisch imperialisme. Over de Europese Unie maken wij ons zorgen. Sinds enkele decennia heersen daar ideeën die het oude Europa, het Europa van de christelijke tradities, bedreigen. Wij zijn daarom tegen de opkomst van de moslims.’ Toch wil Swaboda dat Oekraïne ooit lid wordt. Iljenko: ‘We dromen ervan dat als het zo ver komt de EU minder bureaucratisch is en minder multicultureel.’
Swaboda en andere nationalistische groeperingen spelen een beeldbepalende rol bij de massaprotesten. Een deel van de betogers herkent zich in haar roep om een radicale opstelling. Maar de partij, sinds 2012 met tien procent van de stemmen voor het eerst in het parlement, is omstreden. Onder meer vanwege beschuldigingen van racisme. In 2004 hield de huidige partijleider Oleg Tjaknibok een antisemitische toespraak. Volgens de in Kiev werkzame Duitse politicoloog Andreas Umland heeft Swaboda haar rechts-extremistische retoriek de afgelopen jaren gematigd: ‘Ze werken eendrachtig samen met de andere oppositiepartijen. Maar het is onduidelijk of dit wijst op een ideologische evolutie. Misschien is het gewoon tactiek. Ze steunen bijvoorbeeld een wet tegen discriminatie waar ze vroeger tegen waren. Die wet was een eis van de Europese Unie.’ Op Majdan lopen sommige aanhangers van de partij rond met de rood-zwarte vlag van de Oekraïense nationalisten uit de Tweede Wereldoorlog. Voor velen een negatief symbool omdat de nationalisten, in hun strijd tegen de Sovjet-Unie, met de nazi’s collaboreerden. Umland: ‘Een deel van de aanhangers van Swaboda denkt inderdaad etno-nationalistisch, een deel is gematigder. Wat ook zorgelijk is, is dat slogans als “Eer aan de helden” en “Oekraïne boven alles” op Majdan gemeengoed geworden zijn. Die symbolen zijn gerelateerd aan de anti-Russische positie van de nationalisten in de Tweede Wereldoorlog. Door ze erbij te halen, drijven ze het Russisch sprekende zuiden en oosten van Oekraïne van zich af.’
Umland spreekt via Skype uit Duitsland. Wegens vermeende betrokkenheid bij de protesten zag de universitair hoofddocent in december zijn naam terug op een lijst van 36 buitenlanders die de toegang tot Oekraïne werd ontzegd. ‘Het is de eerste keer van mijn leven dat ik me op deze manier voel aangevallen. En ik begrijp niet waarom. Ik leef en werk al meer dan tien jaar in Oekraïne. Dit is pure repressie uit pro-Russische hoek.’ Juist de Russische greep op de regering vormt volgens hem het motief voor Majdan: ‘Europa is een uitweg, een alternatief om onder de druk uit te komen.’
Behalve barricades zijn ook hun tegenhangers, de politiekordons, in het centrum van Kiev een vertrouwd gezicht. Overal staan ze. Op kruispunten, in stegen, in de boogvormige doorgangen naar binnenplaatsen. Al weken achtereen blokkeert een gehelmd kordon de toegang tot de straat van het presidentieel paleis. De mannen ogen ontspannen. Kalm. ‘Vertel eens’, vraagt een jongeman in modieus winterjack en muts met oorflappen terwijl hij onbevreesd met zijn handen op de stalen afzetting leunt, ‘wat vindt u als agent ervan dat er hier dagelijks files ontstaan doordat uw president zich met een escorte van gepantserde wagens door de stad verplaatst? Of dat hij midden in het centrum een helikopterplatform laat bouwen zodat hij in zijn ruimteschip naar het werk kan?’ De helmen zwijgen. Kolya, zoals de jongeman heet, gaat onverdroten verder. ‘In Londen begeeft de premier zich gewoon onder de mensen. In Nederland staat hij met andere passagiers in de rij voor het vliegtuig. Ziet u het verschil? Dat is Europa! Snapt u ’m? Is geen utopie of zo, dat is realiteit! Leest u maar na. Heeft u thuis internet?’
Zijn vrouw Anja, die achter hem staat en met een glimlach toehoort, vertelt dat Kolya’s verzekeringsbedrijf sinds Janoekovitsj in 2010 aan de macht kwam worstelt met toenemende corruptie. Haar man is een van de honderden jonge privé-ondernemers die dagelijks voor Europa demonstreren. De kou wegtrappelend op het Onafhankelijkheidsplein of door in een autokaravaan ministers het reizen onmogelijk te maken. Niet gebonden aan enige politieke partij maar zich zorgen makend over de toekomst van hun zaak en die van hun gezin. Ze vormen een van de belangrijkste groepen in het amalgaam van Majdan-betogers.
Alexander Pliwa (41) is een andere vertegenwoordiger van de boze Oekraïense middenklasse. Hij doet in buitenreclame. Huurt en verhuurt locaties en constructies. ‘In Europa ligt de levensstandaard hoger. Dat komt doordat de wet er functioneert. Dat is waar het in Oekraïne aan scheelt. Bij jullie bestaat geen symbiose tussen oligarchen en politici. Kijk’, zegt hij, doelend op de koffiestandjes voor de metrouitgang, ‘hier zie je in het klein hoe corruptie de markt verpest. De verkopers hebben officieel geen recht er te staan, maar betalen de politie. Hoe moet het nou met de aanbieders van koffie die niet of minder betalen? Die worden weggejaagd. Zo krijg je concurrentie om de gunst van overheidsdienaren.’
Zo gaat het volgens Alexander van laag tot hoog. ‘Welke rechtsstaat kun je verwachten als zelfs het justitieel apparaat meedoet?’ Hij legt uit hoe rechters speelpop zijn van machthebbers en ondeugdelijk bewijs accepteren om hun wensen uit te voeren: ‘Als bedrijven niet genoeg betalen lopen ze de kans op een inval van zogenaamde raiders, zwaarbewapende politie die met gerechtelijke bevelen in de hand beslag leggen. Je kunt als kleine ondernemer alleen overleven door te betalen of dankzij een beschermheer.’
Of door het juridisch hoog te spelen. Anderhalf jaar nu loopt Alexanders bezwaarprocedure tegen de gemeente Kiev wegens concurrentievervalsing. Na bij alle Oekraïense rechtbanken nul op het rekest te hebben gekregen, ligt zijn aanklacht nu bij het Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg. ‘Niet alle ondernemers hebben zin en geld om deze weg te gaan. Maar ik wil kijken hoe ver ik kom. Bovendien laten de autoriteiten me zo met rust. Misschien zijn ze wel een beetje bang van me.’
Recent opinieonderzoek toont aan dat toenadering tot de Europese Unie het hardst wordt toegejuicht door jonge Oekraïners. De in de westelijke stad Lviv werkzame historicus Jaroslav Gritsak spreekt zelfs van een generatiekloof: ‘Jonge Oekraïners lijken meer op jonge Italianen, Polen, Tsjechen en Duitsers dan op hun eigen landgenoten van vijftig jaar en ouder.’ De massademonstraties van Majdan noemt Gritsak een revolutie die is ontketend door een generatie die rond de ineenstorting van de Sovjet-Unie (1991) is geboren. ‘Dit is een revolutie van jongeren, die actief zijn in de sociale media, van wie negentig procent hoog is opgeleid maar geen toekomst heeft.’
Eind november vingen met name studenten de klappen op toen de machthebbers door het inzetten van speciale politie-eenheden het protest op het Onafhankelijkheidsplein in bloed wilden smoren. Kort daarvoor en in de weken erna kondigden ze stakingen af, daarbij soms ingaand tegen de dreigementen en verbodsbepalingen van universiteitsbesturen. Solidaire docenten zetten tenten op met teksten als ‘Geleerden tegen geweld’. Ook de rectoren van de grootste universiteiten in Kiev spraken hun steun uit aan de studenten. Een beslissing die in enkele gevallen werd beantwoord met dagvaardingen wegens plichtsverzaken.
‘Instellingen van hoger onderwijs in Oekraïne zijn autoritair georganiseerd en niet autonoom. Ieder bestuur staat onder controle van de regering’, zegt studentenleidster Liza Shtsjepetilnikova. Namens de Oekraïense Associatie voor Studenten Zelfbestuur, een koepel voor studentenorganisaties van meer dan 150 universiteiten, zit Shtsjepetilnikova tevens in de organisatie van Majdan. ‘We vechten voor meer democratie in het hoger onderwijs en voor steun aan studenten die een tijd in de EU willen studeren. Veel van hen vragen zich af: leuk dat Oekraïne onafhankelijk is, maar wat is het waard als we niet vrij kunnen reizen? Ze hopen op liberalisatie van het Europese visa-regime.’
Majdan beleeft zijn zesde zondag. De president heeft de bloem der natie van haar droom beroofd, maar de weergoden doen hun best. Opnieuw schijnt de zon over het Onafhankelijkheidsplein. Vlaggen van alle kleuren wapperen boven de mensenzee. Daaronder ook een lichtblauwe met een goudkleurige weegschaal. Hij behoort toe aan de Krimtataren. Behalve de vlag draagt de man een muts van grijze schapenvacht. Eskender Bariev heet hij en hij komt uit Simferopol. ‘In de vorige eeuw vochten we tegen de Sovjet-Unie’, zegt de docent politieke vorming, ‘en in 1944 werden we massaal gedeporteerd. Nu vechten we opnieuw tegen de dictatuur. Of liever: vóór ons recht op vrij taalonderwijs en zelfbeschikking. Omdat deze de afgelopen drie jaar door de machthebbers zijn uitgehold.’ Voor Bariev vormt de EU een voorbeeld: ‘Ik ben veel in Duitsland geweest. In dat land is het bestuur transparant. Rechten worden er gerespecteerd. Er is invalidenzorg die meer is dan het toestoppen van geld. Europa is onze enige hoop.’
Beeld: Roman Pilipey/Nurphoto/Corbis