
De ironie ontgaat Parag Khanna niet. In de zee die een eindje van zijn huis in Singapore begint, loeren marineschepen van vijf landen naar elkaar in een kat-en-muisspel om zeegrenzen en eilandjes. China creëert er, op duizenden kilometers van zijn kustlijn, nieuwe eilanden en nieuwe feiten: nieuwe geografie. Het is een krachtmeting die draait om militaire manoeuvres en coalities die een machtsbalans zoeken tegen China. Het is het meest klassieke machtsspel dat op dit moment plaatsvindt op de wereld, en het speelt zich af even voorbij Khanna’s achtertuin.
Toch staat de machtsstrijd in de Zuid-Chinese Zee en de aandacht die deze krijgt in de ogen van Khanna voor een manier van naar de wereld kijken die beperkt en achterhaald is. Niet omdat hij gelooft dat territorium en machtscompetitie tussen landen er niet toe doen. Maar omdat die zaken nog altijd worden gezien als ‘echte’ geopolitiek, als zaken die veel belangrijker zijn dan de dagelijkse werkelijkheid van reizen, bellen, handelen en e-mailen met de rest van de wereld. Voor Khanna is het juist andersom. Het simpele beeld van de aardbol als speelveld waarop landen strijden om invloed maskeert voor hem juist de toenemende complexiteit van de wereld, versimpelt haar en geeft een verkeerde voorstelling van de belangrijkste krachten die de wereld nu vormgeven. Om de wereld van vandaag te begrijpen, moeten we volgens Khanna beginnen bij hoe we haar afbeelden. We moeten beginnen met kaarten.
‘De standaard manier waarop mensen de wereld visualiseren is die van de schoolatlas: een wereld die in de eerste plaats wordt bepaald door begrenzingen’, zegt hij. ‘Maar zo’n kaart met politieke grenzen vertelt ons steeds minder over hoe de wereld is georganiseerd en hoe de wereld eigenlijk werkt. De opvallendste internationale ontwikkeling van onze tijd is niet de politieke opdeling van de wereld, maar de toenemende verbinding en integratie van de delen van die wereld waar de meeste mensen wonen. Als je wilt weten hoe de wereld werkt, moet je niet blijven steken bij landsgrenzen, maar ook kijken naar functionele infrastructuur: naar vliegverbindingen, gasleidingen, scheepsroutes, internetkabels, treinrails, enzovoort.’
En als je daar je blik op richt, zie je een wereld die zich in een even rap tempo onderling verbindt als Europese landen honderd jaar geleden deden, toen kanalen, spoorlijnen en wegen die staten intern samensmeedden. ‘Er wordt historisch gezien wereldwijd ongekend veel geld uitgegeven aan infrastructuur, sinds een paar jaar zelfs meer dan aan militaire zaken’, vervolgt Khanna. ‘Veel van die infrastructuur verbindt de wereld op een manier die ongekend is. Die integratie is een heel krachtige dynamiek. Het is voor veel mensen moeilijk voor te stellen, maar de verdieping en uitbreiding van de verbindingen in de wereld gaan steeds sneller. De economische crisis van 2008, de problemen in de Europese Unie, of de oorlogen in Oekraïne, Syrië of ergens anders vertragen dat nauwelijks. Ik hoor en zie wel eens dat mensen op het nieuws reageren met de verzuchting dat “de wereld uit elkaar valt”. Maar die mensen missen het echte verhaal. En dat is dat de wereld steeds meer onderling verbonden raakt. Wie wil begrijpen hoe de wereld werkt, moet in zijn hoofd balanceren tussen die realiteit van een steeds verder integrerende en complexer wordende wereld en het traditionele beeld van rivaliteit tussen staten. En veel mensen hebben daar moeite mee.’
Parag Khanna is een man met een verbazend vol cv voor iemand van 38 jaar. Hij werd geboren in de Noord-Indiase industriestad Kanpur en verhuisde als tiener met zijn familie naar New York. Hij studeerde internationale betrekkingen en filosofie aan Georgetown University, werd eerst onderzoeker bij de Amerikaanse raad voor buitenlandse betrekkingen, later bij de denktanks Brookings en New America Foundation, en fellow bij een reeks universiteiten. Hij was bepaald productief: hij publiceerde in vrijwel alle grote weekbladen en kranten in de VS en Engeland, deed opdrachten als analist voor de Amerikaanse Special Forces in Afghanistan en Irak, sloot zich al vroeg aan bij de verkiezingscampagne van Barack Obama. Later accepteerde hij een baan aan de universiteit van Singapore.
Khanna schreef drie boeken over internationale betrekkingen. Het eerste handelde over de rol van kleine, opkomende landen in Oost-Europa, Zuid-Amerika, Afrika, Zuid-Azië en andere voorheen marginale regio’s in de wereldorde van de nieuwe eeuw. In een soort vervolg schreef hij over de verspreiding en fragmentarisering van macht in de wereld. Dit jaar kwam zijn boek uit over de groeiende verbinding tussen verschillende delen van de wereld. Ondertussen laat zijn cv niet onvermeld dat hij een ‘wel onderlegd avonturier’ is die honderd landen en ‘talrijke bergtoppen’ aandeed, dat hij een rally reed van Londen naar Ulaanbaatar, dat hij vele kilometers heeft rondgereden over het ‘ruige terrein’ van de Kaukasus, Tibet en Xinjiang en dat hij ‘ook een competitieve tennisspeler’ is.
Hij is geen stille en teruggetrokken wetenschapper, maar een knappe, makkelijk sprekende man die regelmatig verschijnt op cnn of bij TED Talks. Misschien draagt dat lijntje naar een groot publiek eraan bij dat hij zich graag bedient van makkelijk bekkende maar soms jeukende termen om zijn ideeën over de wereld te beschrijven – Connectography heet bijvoorbeeld zijn nieuwe boek over de toenemende verbindingen in de wereld. Soms wekt zijn werk de indruk iets te veel ‘visionair’ te willen zijn. Maar tegelijk is zijn greep op geschiedenis, op academische debatten over internationale betrekkingen en de huidige wereld, stevig, en waait hij niet mee met modes in het denken. En hij heeft een interessant, in Azië gegrond gezichtspunt.
Khanna onderschrijft het idee dat de wereld chaotischer en complexer is geworden: ‘Ik denk dat het klopt dat veel mensen het gevoel hebben dat ze niet meer goed begrijpen hoe de wereld werkt’, zegt hij in een telefonisch gesprek vanuit zijn tuin in Singapore. ‘De wereld van het verleden was weliswaar ingewikkelder dan hij of zij wellicht denkt, maar lang niet zo complex als nu. Het zwart-witplaatje van het communisme tegen het kapitalisme was altijd een enorme versimpeling, maar de complexiteit van de internationale betrekkingen heeft sindsdien een sprong genomen. Sterker nog, als je het bekijkt vanuit het perspectief van de wereldgeschiedenis, dan is er nog nooit een dynamiek geweest zoals nu.’
Ten eerste is er de snel groeiende onderlinge verbinding van verschillende delen van de wereld. Khanna heeft het dan over digitale communicatie, met nieuwe satellieten en datakabels. Over transport, met havens die door China worden aangelegd van Oost-Afrika en Zuidwest-Azië tot aan Zuid-Amerika. Over energieverbindingen, de vele nieuwe pijpleidingen die zich als onkruid over Azië verspreiden. Over de grotere mobiliteit van mensen. En over de financiële infrastructuur, die wordt uitgebouwd van de Kanaaleilanden tot Panama. Khanna vat dit alles samen onder de noemer ‘connectiviteit’, de mogelijkheid om verbindingen te maken. Die verbindingen bestaan meestal tussen de grote agglomeraties van de wereld en slaan het tussengebied over, en creëren zo vanzelf een nieuw soort internationale betrekkingen, die parallel bestaan naast de oude.
Daarnaast signaleert Khanna, net als anderen, de fragmentatie van macht, weg van de presidentiële paleizen van grote landen naar steden en regio’s, maar ook naar grote bedrijven, ngo’s, filantropen, terroristen. Entropie noemt Khanna dat, met een aan de scheikunde ontleende term. De combinatie van die entropie en de groeiende verbondenheid in de wereld creëert voor hem een internationale situatie die verschilt van elke andere periode sinds de expansie van Europese landen en rijken over de wereld. In die nieuwe situatie zijn er meerdere zwaartepunten van politiek, cultuur en economie, is er een gelijkere verdeling van invloed over landen en regio’s van de wereld, en zijn er veel meer grote en kleine partijen die elk hun eigen verbindingen met het buitenland leggen – hun eigen internationale betrekkingen.

Als je wilt kijken naar een situatie in de wereldgeschiedenis die daarop lijkt, moet je volgens Khanna terug tot voor de vijftiende eeuw, voordat Portugese navigators het tijdperk van Europese werelddominantie inluidden. De beste vergelijking met de nieuwe situatie in de wereld vindt hij de periode van de twaalfde, dertiende eeuw. ‘De wereld van toen lijkt in sommige opzichten verrassend veel op de wereld van nu’, zegt hij. ‘Het was een tijd zonder sterke natiestaten en met zwakke en poreuze grenzen, een tijd waar macht verspreid was over steden, koningen, pausen, gildes, krijgsheren en anderen die allemaal hun eigen betrekkingen met het buitenland konden aanknopen. Je had het Heilige Roomse Rijk in Europa, de kalifaten in de islamitische wereld en de Song-dynastie in China en in toenemende mate werden er in die wereld onderlinge verbindingen gelegd. Totdat de pest er een einde aan maakte. Ik heb onze tijd daarom wel “nieuwe Middeleeuwen” genoemd: we gaan naar een wereldorde die multipolair is, waar macht relatief gelijk verdeeld is, waar veel verschillende internationale actoren zijn en waar de onderlinge verbindingen groeien.’
In die nieuwe, complexe wereld is internationale politiek niet meer wat het was. Er is tussen landen nog steeds geopolitiek en competitie in overvloed. Maar die draait steeds minder vaak om territorium. In plaats daarvan draait geopolitiek volgens Khanna om invloed in de onderling verbonden wereld. De sterkste geopolitieke macht van de toekomst is niet degene die het meeste territorium controleert, maar degene die de meeste verbindingen kan maken en controleren naar andere delen van de wereld.
Oftewel degene die nieuwe havens kan aanleggen en scheepsroutes naar zich toe kan trekken, die nieuwe pijpleidingen kan aanleggen en contracten kan sluiten om daar olie en gas door te laten stromen, die de aanvoerroutes en de markt voor grondstoffen kan controleren, handelsverbindingen en leningen kan sluiten, internetkabels kan leggen en satellieten de ruimte in kan sturen.
De grote meester in die nieuwe vorm van geopolitiek is China, wereldwijd het land met de meeste buren. Die buren zijn het afgelopen decennium in hoog tempo op China aangesloten met spoorlijnen en pijpleidingen, met handelscontracten en via de Chinese concurrent van de Wereldbank, de Aziatische Infrastructuur Investeringsbank aiib. En China beperkt zich niet tot zijn buren: het land is van ruim twee keer zo veel landen als de Verenigde Staten de grootste handelspartner, inclusief landen in Europa en Zuid-Amerika, en dat cijfer groeit alleen maar.
Maar analisten die hierin alleen kunnen lezen dat China de VS gaat aflossen als machtigste land van de wereld hebben het volgens Khanna niet begrepen: ‘Het bekende verhaal dat macht verschuift van West naar Oost en dat we een Chinese eeuw krijgen, slaat de plank totaal mis. Geen enkel land kan de mondiale orde van nu beheersen, China ook niet. Dat is niet omdat andere landen hebben besloten om samen een machtsbalans te creëren tegen China, zoals dat in de oude diplomatie ging. De wereld heeft te veel spelers en er is te veel dynamiek om die op een klassieke manier te beheersen. De wereld is daarvoor te complex geworden.’
In de huidige wereld zijn de Verenigde Staten nog altijd het machtigste en belangrijkste land. Een erfenis van het verleden, denkt Khanna, die niettemin nog heel lang intact kan blijven. Ook daarvoor heeft hij een historische analogie: ‘De VS hebben het sterkste leger ter wereld, maar kunnen daar vaak niet mee gedaan krijgen wat ze willen. Ze hebben een grote economie, maar niet de grootste meer. Hun bevolking is dynamisch, maar kleiner dan van de Aziatische landen en de EU. Als je naar al die factoren kijkt, zie je dat de VS een stuk machtiger zijn dan de optelsom van de statistieken zou suggereren. Dat komt vooral doordat de VS voor een aantal zaken zorgen die als een soort publiek goed functioneren in de wereld. De dollar is de belangrijkste reserve- en handelsmunt in de wereld. Hun militaire bondgenootschap is de voornaamste verstrekker van militaire stabiliteit. Amerikaanse technologie wordt onmiddellijk na ontwikkeling in de hele wereld ingezet, van iPhones en mobiele netwerken tot Facebook.’
Zo dienen de VS een publieke functie in de wereld, die ze kunnen versterken met diplomatie, spionage, bondgenootschappen, enzovoort. ‘Die situatie kan nog een hele tijd blijven bestaan’, vervolgt Khanna. ‘Het Byzantijnse Rijk is een nuttige analogie. Dat bleef nog eeuwenlang politiek machtig en invloedrijk terwijl zijn militaire en economische macht al was weggevloeid. Maar zoals het was tijdens de Koude Oorlog wordt het nooit meer. Het is belangrijk dat zowel Amerikaanse academici als gewone burgers zich dat realiseren. Als academici praten over een “nieuwe Amerikaanse eeuw” en burgers over “Amerika weer groot maken”, nemen zij als maatstaf de positie van de VS na de Tweede Wereldoorlog. Maar dat was een heel uitzonderlijke periode in de wereldgeschiedenis, die alleen mogelijk was door de diepe disruptie die de oorlog had veroorzaakt. Dat komt nooit meer terug.’
Ook Europeanen hebben baat bij een realistische kijk op de wereld, vindt Khanna: ‘Europese kiezers die worden aangetrokken tot extreem-rechts realiseren zich dat de optimistische visie op de Europese Unie, die voorspiegelde dat met de EU alles vredig en voorspoedig zou worden, een valse belofte was. Rusland bonkt op de deur en neemt land in, de Europese landen en de EU blijken machteloos te staan tegenover de vluchtelingencrisis. Het is duidelijk dat Europa al evenmin in staat is om zijn utopische fantasieën te realiseren als de VS.
Laten we eerlijk zijn: dat narratief van de glanzende stad op de heuvel, waar veel Amerikanen in geloven, is al even pijnlijk bezijden de werkelijkheid als de visie op de EU als eiland van vrede, harmonie en welvaart. Maar laten Europeanen realistisch kijken naar hun samenlevingen. De problemen zijn niet existentieel en het Europese model is nog altijd het beste ter wereld: de verzorgingsstaten, met hun herverdeling, de sociale rechtvaardigheid, de relatieve gelijkheid, de hoge kwaliteit van de infrastructuur, de nadruk op kwaliteit van leven. Europeanen voelen de druk van de mondialisering en de complexere wereld. Maar in die wereld staan zij er veel beter voor dan veel Europeanen zich realiseren.’
Nieuwe chaos
De wereld anno 2016 lijkt vol problemen die niemand lijkt te kunnen oplossen. Wie niet goed begrijpt hoe die wereld werkt, is niet gek of dom. Want de wereld ís ook complexer, chaotischer en moeilijker te besturen dan voorheen. In een serie interviews laat De Groene Amsterdammer toonaangevende denkers over internationale betrekkingen hierover aan het woord. Deze week: Parag Khanna, een in India geboren, in Engeland en de VS opgeleide en in Singapore docerende analist van internationale betrekkingen.
Bekijk hier de Connectivity Atlas waarop te zien is hoe infrastructuur de wereld verbindt en definieert.
Beeld: (1) Marsabit, Kenia, 8 mei. De Turbi-Moyale-weg, die Kenya en Ethiopië verbindt, wordt geasfalteerd door een Chinees bedrijf (Zhou Xiaoxiong / Xinhua / HH); (2) Parag Khanna (Arenda Oomen)