De zoveelste.

Het is slecht nieuws voor wie de Griekse perikelen zat is. Komt het deze week tot een akkoord, eind juni, of toch weer later? Kibbelt Juncker met Tsipras, Tsipras met Varoufakis, of is het vooral Merkel die bonje heeft met haar minister van Financiën, Schäuble? Krijgt Griekenland twee of drie verschillende btw-tarieven?

Het zijn de ingrediënten van een politieke soap die al vijf maanden speelt. En die nog jaren zal voortduren. Want de pijnlijke waarheid is: we zijn pas net begonnen. Welk scenario het ook wordt.

Stel dat Griekenland de komende weken alsnog een akkoord bereikt met de trojka. Dat is nog lang geen doorbraak. Het betreft slechts het laatste deel van een schuldprogramma dat sowieso afloopt. Nieuwe leningen zijn nodig deze zomer, op z’n minst enkele tientallen miljarden. Aan dat geld zullen nieuwe voorwaarden verbonden zijn. De onderhandelingen daarover moeten nog grotendeels beginnen.

Zelfs het radicale alternatief, waarbij Griekenland de euro vaarwel zegt, zal het gebabbel niet doen verstommen. Het is vrijwel ondenkbaar dat Griekenland ook de Europese Unie moet verlaten. Daarvoor zijn de geopolitieke belangen te groot. Het land is een gewaardeerd Navo-lid in de buurt van zowel Rusland als het Midden-Oosten. Zelfs als er Europese politici zijn die dromen van zo’n definitief afscheid, dan zullen de Verenigde Staten alles doen om dit te blokkeren.

Griekenland blijft dus hoe dan ook bij Europa. Maar dat betekent wel dat haar schuldenberg ook in de toekomst een probleem zal zijn. De crediteuren, waaronder Nederland, willen hun euro’s terugzien. De Grieken kunnen dat geld nu al niet terugbetalen. Laat staan in de veel goedkopere, nationale munteenheid die ze aan een Grexit overhouden. Om samen door één deur te kunnen, moet er dan toch weer vergaderd worden over schuldkwijtschelding. Plus voorwaarden.

De oplossing? Ten minste een van de kampen moet de blik durven richten op de langere termijn. Voor de schuldeisers betekent dat: vergissingen toegeven. Hoe irritant de zwabberkoers van de Grieken de afgelopen maanden ook was, feit blijft dat zij het inhoudelijke gelijk aan hun kant hebben. ‘Het is fout om Griekenland te vragen zich te committeren aan een oud programma dat zo overduidelijk heeft gefaald’, betoogde vorige week nog een groep vooraanstaande economen, waaronder Thomas Piketty en Joseph Stiglitz.

Hoe waar. Maar ook: hoe hulpeloos. Want inmiddels is wel duidelijk dat de trojka niet voor economische rede vatbaar is. Bovendien heeft zij minder haast dan de Grieken. Doormodderen leidt tot economische onzekerheid, maar het is ook hoe Europa gewend is te werken. Met een beetje mazzel verliest Syriza gaandeweg het proces, ergens in dat eindeloze babbelmoeras, de steun van de kiezer. Probleem opgelost.

Dat maakt dat het aan de Griekse regering is om boven het gekrakeel van de korte termijn uit te stijgen. De ‘tactiek’ van Syriza – eerst grote woorden, dan inbinden, vervolgens toch weer op de thee bij oom Poetin – heeft niks opgeleverd. De Grieken kunnen hun energie beter in iets anders steken: een goed voorbereide, geordende exit uit de eurozone. Niet omdat je wil dat die troef ooit uitgespeeld wordt. Evenmin om een einde te maken aan het vergadercircus – dat zal dus niet gebeuren. Maar omdat het creëren van een geloofwaardig alternatief voor Griekenland de enige manier is om de trojka te doen terugkomen op haar desastreuze bezuinigingspolitiek.