‘Ik noem ETS-rechten junk, waardeloos papier.’ Hans ten Berge, gebruinde huid, wit-zilver haar, priemende ogen die achter z’n zonnebril fonkelen, is hoofd van de Europese branchevereniging voor de elektriciteitsindustrie EURELECTRIC. In de binnentuin van het Haagse café Dudok, recht tegenover het Binnenhof, vertelt hij over de erbarmelijke staat van het Brusselse klimaatbeleid. ‘We hebben stapels en stapels rechten op de plank liggen. Vanaf nu tot 2025 kunnen we met z’n allen lekker op het strand gaan liggen, en we hoeven niets meer bij te kopen’, zegt Ten Berge. ‘Iedereen heeft een paar jaar geleden z’n buik vol zitten eten met ETS-rechten. Nu zitten we dus met dat spul.’

Vijf jaar eerder, in de zomer van 2008, is de stemming nog heel anders in Brussel. Al drie jaar bepaalt de Europese Commissie hoeveel CO2 industriële bedrijven mogen uitstoten. Bedrijven krijgen gratis rechten tot aan de Europese limiet; stoot een bedrijf meer uit dan afgesproken, dan moet het hiervoor rechten kopen bij een bedrijf dat minder uitstoot. En de limiet daalt. Het recht om CO2 uit te stoten wordt zo langzaam schaarser, en duurder. Schone technologie wordt zo een interessante investeringsoptie. Maar het gaat te langzaam, in de ogen van de Commissie. Het is tijd om het systeem aan te scherpen.

Klimaat staat in 2008 hoog op de agenda, de financiële crisis lijkt nog ver weg. Het hele Brusselse circuit van ambtenaren, parlementariërs, NGO’s, lobbyisten en nationale vertegenwoordigers draait om één ding: hoe maken we het ETS effectiever, groter en scherper? Het plan: de CO2-rechten niet langer weggeven maar veilen op een centrale Europese beurs. Laat bedrijven maar opbieden voor het recht om te vervuilen, de grootste vervuiler zal zo het meeste moeten betalen.

Het liep anders dan gepland. Brussel was in het najaar van 2008 toneel van een ongekend grote en ingewikkelde lobbyslag. Sindsdien is het ETS vleugellam.

We spraken met tientallen betrokken uit de ambtenarij, politiek en industrie en daaruit komt een coherent beeld. Meer dan de helft van alle bedrijven heeft een uitzonderingspositie en hoeft niet voor hun ETS-rechten te betalen. De internationale luchtvaart is, onder Chinese druk en met steun van de Nederlandse regering, buiten het systeem gehouden. Daarnaast hebben lidstaten veel te veel rechten voor CO2-uitstoot gratis weggegeven om de eigen industrie te vriend te houden. De economische crisis en de dalende energieproductie deden de rest. Het gevolg: de ETS-markt zit met een berg van in totaal ruim 2.2 miljard emissierechten en dat terwijl de totale uitstootlimiet voor 2013 op 2.08 miljard rechten ligt. Er zijn meer rechten in omloop dan dat er mag worden uitgestoten in een jaar. Het ETS levert nauwelijks investeringen op in duurzame technologie, wel zorgt het voor extra miljardenwinsten voor de Europese industrie.

Hoe heeft het paradepaard van het Europese klimaatbeleid zó kunnen mislukken?


Lees voor het antwoord in De Groene Amsterdammer van deze week: Voor iedereen uitzondering. Hoe het Europees klimaatbeleid mislukte