Rome – Het was eind augustus 2010. De zomercoma van Italiaanse en andere buitenlandse kranten was in één klap voorbij dankzij het bezoek van de Libische leider kolonel Kadhafi aan die andere boef in Rome, de toen nog Italiaanse premier Silvio Berlusconi. Schande, schande, schande, hoe Berlusconi een eerbiedige kus op de vingertoppen van Kadhafi drukte, hoe hij deze crimineel met alle égards behandelde en hoe hij in kleermakerszit in een bedoeïenentent die was opgetrokken in de Villa Doria Pamphili thee uit een glaasje met hem dronk.
Goed, het was waar dat er sinds de ‘hechte vriendschap’ tussen Berlusconi en Kadhafi geen vluchtelingenboot uit Libië meer richting Italië/Europa kwam. En dat dat iedereen ook wel heel goed uitkwam, ondanks de formele protesten van de VN-vluchtelingenorganisatie, Amnesty International en de Europese gemeenschap. Alle Italiaanse premiers voor en na Berlusconi hebben geprobeerd deals met Libië te sluiten, maar alleen hem was het gelukt. Hoe? Eenvoudig: met geld. Voor slechts vijf miljard euro per jaar hield Kadhafi ze allemaal op het Afrikaanse continent. Hoe hij dat precies deed was een tweede, maar in ieder geval deed hij het. Het waren tijden waarin je nog met één dictator een deal kon sluiten.
Inmiddels is het zeven jaar later, Kadhafi werd in oktober 2011 gedood onder het mom van de spontane Arabische lente, maar eigenlijk had Nicolas Sarkozy, toenmalig president van Frankrijk, de actie georganiseerd omdat hij van mening was dat Kadhafi in de weg liep. Berlusconi was toen nog net premier van Italië, voor hij op 16 november 2011 gedwongen moest aftreden. Hij waarschuwde vergeefs: ‘Doe het niet. Na Kadhafi wordt Libië een puinhoop en komt heel Afrika naar Europa.’ Maar wat Berlusconi zei deed er niet meer toe.
Nog niet heel Afrika is naar Europa gekomen, maar het was toch schrikken de afgelopen paar jaar. In 2016 staken 106.000 vluchtelingen in bootjes over naar Italië, in 2017 is de teller bij 98.000 tot augustus blijven steken. Want er is een deal met Libië gesloten door Frankrijk, Italië, Duitsland en Spanje. Hoe? Eenvoudig: met geld. Veel en veel meer geld dan de deal van Berlusconi met Kadhafi. Vooralsnog moet zes miljard direct aan Libië worden overgemaakt, in de toekomst is beloofd ‘vijftig tot zestig miljard in de ontwikkeling van Afrika te steken’, aldus de voorzitter van het Europees Parlement Antonio Tajani, afkomstig uit de partij van Berlusconi. En hij lachte erbij.