Acht miljard meer dan Nederland in een heel jaar uitgeeft aan onderwijs. Bijna vijf keer zo veel als het totale vermogen van alle achttien miljoen Russen onder de armoedegrens. Omgerekend per dag: 2,5 miljard. Genoeg om zestigduizend Russische homo’s een jaar lang van een bodyguard te voorzien. Nasdrovje.

Ik heb een nieuw syndroom bij mezelf ontdekt: het pre-evenementale vermoedheidssyndroom (pEVS). Of in gewoon Nederlands: een evenement al helemaal zat zijn nog voor het goed en wel heeft plaatsgevonden. Waar die chronische vermoeidheid haar oorsprong vindt, kan ik niet met zekerheid zeggen. Is het de totale overkill aan aandacht voor het evenement waar je wekenlang aan blootgesteld wordt? Ach. Is het de belachelijke hoeveelheid geld die er tegenaan wordt gesmeten? Nou ja. Is het de natuur die om zeep wordt geholpen voor 49 hotels die precies zestien dagen worden gebruikt? Mwah. Is het de politieke hypocrisie waarmee het allemaal gepaard gaat? Zijn we gewend. Het zal eerder dit zijn: dat gapende en almaar groeiende gat tussen de zelfverklaarde, quasi-idealistische, hoogdravende bedoelingen van al die hedendaagse massa-evenementen en de rete-commerciële, persoonsverheerlijkende, kunstmatig euforische werkelijkheid erachter.

Neem het jaarlijkse 3FM Serious Request We-gaan-de-wereld-redden-vanuit-een-Glazen-Huis. Wie de eerste edities terugkijkt, krijgt enkel warme gevoelens bij zoveel bescheidenheid en lovenswaardige intenties. Inmiddels wordt dat idealisme behoorlijk overschaduwd door een gênant soort recordfetisjisme in de massamedia (‘Hoera, Nederlanders hebben anderhalf miljoen euro meer gestort voor kinderen met diarree dan voor kinderen met malaria!’), gecombineerd met eindeloze beschouwingen in diezelfde media over hoe moeilijk de dj’s het wel niet hebben met hun vijfdaagse sapkuur. Kijk het laatste uur van de meest recente Serious Request terug, live uitgezonden op de publieke omroep, en je vraagt je af: om wie ging het hier ook alweer? Zieke kinderen? Of om drie plaatjesdraaiers die op een rode loper van zeven kilometer door een hysterische erehaag hun weg banen naar het podium, alwaar ze onthaald worden als waren ze de reïncarnatie van Mandela? ‘Neem een hap van je appel, Giel. Dat heb je verdiend.’

Gejuich. Tranen. Vuurwerk.

Ik heb een nieuw syndroom bij mezelf ontdekt: pEVS

Ander voorbeeldje waar ik al niet meer naar kan kijken: de Nieuwjaarsduik. Ooit een ludiek idee van een ex-zwemmer die in 1965 met zeven vrienden een duik in het koude water waagde, uitgegroeid tot een geestige traditie om het jaar fris en fruitig te beginnen, om uiteindelijk ontdekt te worden als marketinginstrument en omgetoverd tot een orgie van onvrijwillige worstverkopers, waarvan degene met de grootste borsten steevast op de voorpagina van De Telegraaf eindigt teneinde een paar extra kranten te verkopen. Seks en stamppot in Scheveningen.

Nog zoiets: het Songfestival. Begonnen als een verbroederend avondje voor muziekliefhebbers in een verscheurd naoorlogs Europa, met originele liedjes in oorspronkelijke talen; inmiddels een nationalistische, politiek incorrecte, overgedramatiseerde, eindeloos uitgemolken kostuumparade met meer make-up dan melodieën en een uitslag die op voorhand al vaststaat.

Maar het ergste voorbeeld is en blijft natuurlijk de Olympische Spelen. Een evenement gegrondvest op een heus ‘isme’, het Olympisme: een ‘levensfilosofie’ die ‘een manier van leven gebaseerd op plezier in inspanning’, de educatieve waarde van ‘goed voorbeeld doet goed volgen’ en ‘respect voor universele ethische principes’ moet uitdragen, teneinde ‘bij te dragen aan een vreedzame wereld, waarin menselijke waardigheid voorop staat’. Zou het? Zouden de Spelen daarom platgesponsord worden door Coca-Cola en McDonald’s, hoofdverantwoordelijken in de obesitasepidemie wereldwijd (‘plezier in inspanning!’)? Zouden Sven Kramer en zijn moeder daarom al wekenlang voorbijkomen in een reclame voor Proctor, ‘trots sponsor van moeders’, om Dreft, Ariël, Pampers en een achterhaalde jaren-vijftigmoraal over de rol van vrouwen in het huishouden aan de man te brengen (‘goed voorbeeld doet goed volgen!’)? Zouden er daarom een geschatte twintig miljard euro aan bouwprojectjes verdwenen zijn in de corrupte zakken van Poetins vrienden (‘universele ethische principes!’)? Zou het daarom worden georganiseerd in homohatend Rusland (‘menselijke waardigheid voorop!’)? Oké, tenminste dit is consistent: we gaan er met de voltallige elite van Nederland heen en houden verder onze mond – voor de lieve vrede!

Het is die discrepantie die zo vermoeiend is. In de vlag niets dan sportmanschap, broederschap, voorbeeldfuncties en universele idealen, op de grond louter fastfood, zelfverrijking, product-placement en getolereerde mensenrechtenschendingen. Of, zoals Erica Terpstra dan zegt: ‘Gezellig!’