Baanbrekend initiatief van het Noord Nederlands Orkest (nno); een heel concert voor en met blaasmuziekgrootheid Johan de Meij. Applaus voor Johan de Meij heet het jubileumprogramma ter gelegenheid van zijn aanstaande 65ste verjaardag en het dertigjarig bestaan van zijn eerste symfonie The Lord of the Rings, het Tolkien-vijfluik dat de voormalige trombonist en arrangeur in 1988 zijn doorbraak als componist bezorgde. Nu wordt De Meij, relatief onbekend in Nederland, gespeeld door blaasorkesten uit de hele wereld.

Dit is een unieke ontmoeting van blaaswereld en symfonieorkest, amateurs en professionals. Voor de pauze spelen de amateurs van de Provinciale Brassband Groningen en het Noord Nederlands Jeugd Orkest, een harmonie voor conservatoriumstudenten, met panache Extreme Makeover voor brassband en Fellini voor altsaxofoon, circusband en groot blaasorkest. Na de pauze voert het nno onder de componist de symfonische versie van The Lord of the Rings uit.

De zaal is goeddeels vol met het waarschijnlijk muzikaalste en meest geanimeerde publiek dat het orkest ooit mocht begroeten; het volume van de bijval evenaart een popconcert. De omvang van de HaFaBra-achterban, doorgaans onzichtbaar in de gymzalen en dorpshuizen van de provincie, wordt zicht- en hoorbaar. Besef wat je ziet: een huis vol voor wat, hoe je het ook wendt of keert, nieuwe muziek is. In die sector zijn de HaFaBra-jongens de enigen die met succes een wereldwijde markt bedienen. Er is echt contact tussen publiek en spelers. Ze zijn de levende cultuur waarvan het symfonieorkest en de hedendaagse muziek veel kunnen opsteken.

Les één: bedien het oor. De Meij geeft musici en publiek wat ze verlangen: licht en leven, vlees en botten. Toch is de showman een geraffineerde componist. Extreme Makeover is een klinkende Tsjaikovski-hommage op basis van het andante cantabile uit diens Eerste strijkkwartet, de Omaggio a Federico Fellini een semi-theatrale vertaling van Fellini’s ‘surrealistische droomwereld’ met ivesiaanse botsingen tussen het orkest en de banda achter de schermen; solist Hans de Jong trekt met een clownsneus door de zaal. The Lord of the Rings, nu al een evergreen, blijft perfect in het pak gestoken amusementsmuziek.

De Meij (‘Ik schrijf vóór, niet tegen mijn publiek’) is de getapte arrangeur van een symfonische geschiedenis die hij als oud-orkestspeler als zijn broekzak kent. Diepgang? Doe het hem maar eens na dan. In zijn vuur en ritmische precisie blijkt de componist de geboren orkestleider die je graag eens op een symfonisch programma los zou laten. Maar hij heeft aan zijn eigen branche de handen vol. In december speelt de Koninklijke Militaire Kapel onder zijn leiding Lord of the Rings, Fellini en meer op het Haagse festival Blazen aan het Spui. Interessant zijn intussen de aanzetten tot nieuwe allianties tussen orkestcultuur en blaasmuziek. Paradiso heeft de kerstmatinees van The Paradiso Orchestra, een pop-upensemble waarin musici uit Nederlandse orkesten op ad-hocbasis samenspelen met de dorpsfanfare en een ratjetoe van gasten uit alle hoeken van de muzieksamenleving. En in november speelt Het Groot Gelders HRFSTWND Orkest onder leiding van trombonist Christian Ansink met professionals en amateurs werk van Henk van Lijnschooten en de begaafde Rob Goorhuis in Musis Sacrum. Er broeit iets.