Sir Patrick Stewart als Jean-Luc Picard in Star Trek: Picard © Foto’s CBS

Ze weten niet meer wie hij is. Hij moet zijn naam zelfs spellen voor de jongeman bij de ontvangstbalie van Starfleet in San Francisco. P.I.C.A.R.D. Jean-Luc. Ongelooflijk. Dit, zie je Picard denken, schetst deze bange tijden waarin het fascisme op de loer ligt (later zien we hoe een Borg-kubus in het geheim in de ruimte wordt geconstrueerd, en de Borg zijn natuurlijk foute boel, wezens die iedereen die ze tegenkomen ‘assimileren’, zodat je jezelf kwijtraakt en opgaat in het ‘Collectief’). Zijn afspraak met de leider van Starfleet, een sterke vrouw, verloopt al niet beter. Handen af, Picard, luidt haar boodschap, waar heb je het over, de Borg zijn al lang verslagen. Bovendien, je bent niet meer verantwoordelijk, je bent oud.

Picard. Ooit was hij kapitein van de USS Enterprise-D, het eertijdse vlaggenschip van Starfleet, de ruimtemacht van de United Federation of Planets, die over iets meer dan tweehonderd jaar vanaf nu de eerste Enterprise en zijn bemanning onder leiding van kapitein James Tiberius Kirk de ruimte in zal sturen op een vijf jaar durende missie, met als doel: ‘Om vreemde, nieuwe werelden te ontdekken. Om te speuren naar nieuw leven en nieuwe beschavingen. Om moedig te gaan waar geen mens eerder was geweest.’ Zo’n honderd jaar later zal Picard het stokje van Kirk overnemen, maar de missie is onveranderd. Pakweg een halve eeuw later komt Picard opnieuw in actie als blijkt dat de geheime dienst van de Romulanen op aarde actief is. Bovendien lijkt ditzelfde militaristische ras in het geniep met een Borg-kubus in de ruimte aan het rommelen te zijn. Iets klopt niet en Picard kaart dat aan bij Starfleet (waar ze nauwelijks meer weten wie hij is).

Star Trek is terug – en hoe. Al sinds die jaren zestig kijken we naar deze satire over ons huidige en toekomstige leven. Na de originele serie met Kirk, Spock, Uhura, Sulu, Scotty en de anderen kwamen in de jaren negentig Star Trek: The Next Generation (Picard, Data, Riker, Worf) en daarna het leuke Deep Space Nine en Voyager en meer recent het volledig mislukte Enterprise en Discovery. Maar nu is er Picard, eindelijk weer een intelligente, spannende Star Trek-serie, te oordelen naar de eerste twee afleveringen de beste sinds het origineel van de legendarische bedenker Gene Roddenberry.

In de eerste aflevering komt Picard, nu een bejaarde die zijn dagen slijt op zijn wijnboerderij in Frankrijk, in contact met een jonge vrouw, Dahj, die een synthetisch wezen blijkt, gefabriceerd uit materiaal van Data, de inmiddels overleden vriend van Picard, eveneens synthetisch en destijds officier op de Enterprise. Nadat Romulaanse geheim agenten Dahj voor Picards ogen vermoorden, ontdekt de oude kapitein, nu admiraal buiten dienst, dat zij deel van een tweeling was. Hij gaat op zoek naar haar ‘zus’ in de wetenschap dat die net als Dahj in werkelijkheid de dochter van Data is. De aflevering sluit af met mysterieuze beelden van een Borg-kubus, een ruimteschip van de hightechwezens die met name Picard het leven jarenlang zuur hadden gemaakt (in The Next Generation). En wie klust er binnen vrolijk op los? Geen Borg, maar Romulanen.

© Foto’s CBS

De nieuwe plot is behoorlijk complex, voor velen wellicht abracadabra, maar vaststaat dat de mythologie van Star Trek onverminderd midden in het culturele én politieke discours staat. Toen de Amerikaanse regering onlangs het logo voor het nieuw te vormen Space Force onthulde, bleek dat een kopie van dat van Starfleet. Acteur George Takei, die de rol van Sulu in de originele serie vertolkt, schreef op Facebook: ‘Nou, dat wordt kassa voor ons, qua kopijrecht.’

Takei, een Amerikaan van Japanse komaf die zich in de laatste jaren heeft ontwikkeld als politiek en sociaal commentator van formaat, schreef vervolgens in een artikel in The Washington Post dat president Donald Trump de verkeerde ruimte-opera heeft geplunderd. De president had zich beter op Star Wars kunnen storten, aangezien hij dan het imperialistische zegel van dé duistere slechterik, Darth Vader, had kunnen gebruiken voor zijn potsierlijke ‘ruimtemacht’.

Takeis stuk is temeer relevant omdat hij onbedoeld aankaart hoe leeg het cliché soms klinkt van ‘sciencefiction als verhalenreservoir over zaken die het menselijke voorstellingsvermogen te boven gaat’. Dat geldt misschien voor natuurkundige kwesties, zoals wetenschapper en Trekkie van het eerste uur Stephen Hawking vaak schreef. Maar in het geval van actuele politieke kwesties zijn diverse dystopieën in Star Trek-verhalen inmiddels een op een onze huidige wereld.

‘Trump’ past precies in het universum van Kirk en Spock en Picard en Data

Ontnuchterend is om Takei te lezen over de jaren-zestigaflevering getiteld Mirror, Mirror. Hierin belanden Kirk, McCoy en Uhura in een alternatief universum waarin de bemanning van de Enterprise, inclusief de rationeel denkende Vulcan Spock, nu fascistoïde Starfleet-officieren zijn die hogerop komen door corruptie, bedrog en het elimineren van directe tegenstanders. Kernwaarden van Starfleet, zoals vrede en diplomatie, hebben plaatsgemaakt voor geweld en wreedheid. Volgens Takei wilden de schrijvers van deze aflevering een waarschuwing afgeven: een vrije, democratische samenleving is geen gegeven, en dingen die we als vanzelfsprekend ervaren – de rechtsstaat, een beschaafde regering – kunnen binnen een oogwenk verdwijnen. Takei: ‘Soms voelt het alsof we drie jaar geleden collectief naar een parallel universum zijn gestraald. Daar hebben we een leugenachtige misdadiger als president. Daar komt een Senaat, een doordacht, serieus lichaam dat dient als controle op presidentiële macht, over als curieus en naïef.’

Takei lezend in het kader van de kluchtige afzettingsprocedure tegen Trump kun je niet anders dan concluderen: hadden we maar een Kirk of een Picard in zulke tijden van angst en onzekerheid. Op deze sfeer speelt de nieuwe serie in. Wanneer Picard zich tot Starfleet en dus ook tot de United Federation of Planets wendt om zijn vermoeden over de verborgen activiteiten van de Romulaanse geheime dienst in San Francisco aan te kaarten, krijgt hij geen gehoor. Behalve dat men hem ‘oud’ vindt, is de bereidwilligheid bij de huidige leiders afwezig om werkelijk onderzoek in te stellen. Hier komt bij dat Picards verleden als leider met een sterke morele inborst geen garantie blijkt om de besluitvorming te beïnvloeden. Integendeel, zijn gevoel voor goed en kwaad, gevormd tijdens de lange jaren aan het stuur van de Enterprise, speelt hem juist parten. Het is duidelijk dat de oude kapitein zich afzet tegen de ideologische richting die de Federatie is ingeslagen. Maar niemand is bereid om naar hem te luisteren, hoe nadrukkelijk hij ook spelt: P.I.C.A.R.D.

© Foto’s CBS

Nog zo’n oude man die alles heeft gezien: de grijs geworden veteraan van Watergate, Carl Bernstein van The Washington Post die in een recent interview met cnn zegt: ‘Trump is een tiran.’ Zijn statement komt onthutsend over op wie zich toevallig op hetzelfde moment in een Star Trek-bingewatch bevindt. Want ik zag meteen voor mij: een bad guy compleet met afschuwelijke gelaatstrekken zoals het vervormde voorhoofd (Klingon) of vicieuze, naar boven trekkende wenkbrauwen en puntige oren (Romulaan) of lijkbleke huid (Borg). Maar nu: witte ogen, geel haar dat wel van staal lijkt, oranje huid. Een tiran welteverstaan. Natuurlijk is dat niet in het echt zo of misschien ook wel, maar zo bekeken past ‘Trump’ precies in het universum van Kirk en Spock en Picard en Data.

Hier is de ironie: deze mix van feit en fictie – zo prevalerend in het Amerikaans cultureel bewustzijn, wat glashelder blijkt uit het stuk van Takei – is verworden tot een giftige cocktail. Wie van Star Trek houdt, zit namelijk niet te wachten op het overdreven checken van feiten, een recent geïntroduceerd gebruik in de journalistiek, bijvoorbeeld bij cnn waar men tijdens elke rechtstreeks uitgezonden speech van Trump als de wiedeweerga terug naar de studio schakelt om alle leugens te corrigeren.

De vraag rijst of de fictie van Star Trek relevant blijft in een tijd die roept om nuchterheid en dodelijke ernst. In Picard overheerst het element sciencefiction meer dan eerder het geval was in een Star Trek-serie. Dat komt vooral door verbeterde special effects, bijvoorbeeld in de ruimte waar de Borg-kubus dreigend zweeft. Desondanks zijn de connecties met de werkelijkheid sterker dan ooit. Old man Picard is een reliek uit een voorbije tijd, maar hij ziet dingen die mensen blijkbaar zijn vergeten.

Cruciaal is de reden waarom Picard zowel Starfleet als de Federatie de rug toekeerde. Dit betreft een hap geschiedenis, maar het komt erop neer dat de Federatie weigerde de Romulanen te evacueren toen een supernova hun thuisplaneet dreigde uit te wissen (wat uiteindelijk gebeurde). Picard, worstelend met de prime directive (de regel dat Starfleet zich nooit met de interne politiek van een ras mag bemoeien) en zijn eigen ethisch gevoel, kwam uit op: je redt de Romulanen, want dat getuigt van menselijkheid. Picards crisis: het beleid van isolationisme, dat in de serie aan de basis staat van de intrige rond sluipmoorden gepleegd door Romulaanse geheim agenten, maakt een leven als mens onmogelijk.

Picard is terug, omdat hij de held is die we zoeken in tijden die even complex zijn als die van Star Trek. Hij is oud, ja, maar hij heeft alles meegemaakt, is gegaan waar geen mens eerder is geweest en daardoor heeft hij veel geleerd, net zoals zijn illustere voorgangers. Mensen zijn een brok emotie, zien we in Star Trek, maar we kúnnen verstandig zijn. Terug naar rond 2265, de tijd van de eerste Enterprise, toen het fascisme in de Federatie heerste. Als de goede Kirk in de aflevering Mirror, Mirror afscheid neemt van de slechte Spock, die een ringbaardje heeft en de Hitlergroet met verve geeft, zegt hij tegen zijn vriend: ‘Ik leg je voor dat je rijk onlogisch is, Spock. En onhoudbaar.’

Picard is nu te zien op Amazon Prime