Als bekend wordt dat hij weer thuis is (huisarrest, cameratoezicht) wordt hij belaagd door een batterij microfoons en camera’s. Staand voor zijn deur, wat eigenlijk al verboden is, vraagt hij begrip voor verder zwijgen: ‘geen contact met buitenlandse pers’ is een voorwaarde. Die kan daar niet mee zitten en vraagt door, pers eigen. Hij blijft zich excuseren, maar zijn gezicht verraadt hoe walgelijk hij het vindt te gehoorzamen aan partijorders, en tegelijk hoe belangrijk, psychologisch en politiek, de belangstelling voor zijn persoon en lot is. ‘Enjoy life’, zegt hij ten afscheid.

In de rest van de Deense documentaire Ai Weiwei: The Fake Case, die met deze archiefbeelden opent, zien we hoe hij in de maanden erna in afwachting van zijn beroep tegen veroordeling wegens belastingontduiking, steeds weer op andere wijze de willekeurige treiterregels en daarmee staat en partij tart. Beschadigd maar ongebroken. Meestal is hij superieur ironisch over zijn tegenstanders, één keer gaat hij razend bijna de agenten te lijf die een van zijn assistenten mishandelden bij het afpakken van een camera waarmee hij op zijn beurt de politiebewaking laat bewaken. Zijn moeder, die in de jaren vijftig hetzelfde al meemaakte met haar man, zijn vader, begrijpt zijn houding, maar is meer nog bezorgd omdat Ai’s zoontje, het enige kind in de familie, niet ook zonder vader mag opgroeien. ‘Destijds was je al lang dood geweest.’

Maar hij gaat door. Schrijft een stuk voor Newsweek waarin hij Peking als één grote gevangenis en nachtmerrie omschrijft. Geen interview, dus binnen de regels, vindt hij. Daarop komt weer een leger buitenlandse journalisten af dat hem wil interviewen. Onder wie de China-correspondent voor ITV News, Walker. Vriendelijke afwijzing. Dan misschien beelden van Ai die naast een van zijn kunstwerken staat? Ook niet.

Dan wordt Walker zelf conceptueel kunstenaar: misschien u met een stoel gemaakt van politieknuppels? ‘Waarom filmt u me niet onder de douche?’ vraagt Ai glimlachend. ‘Onmogelijk, het is een familieshow, er kijken kinderen.’ ‘Alleen mijn bovenkant dan? U lijkt niet geïnteresseerd?’ ‘Nee, we hebben fatsoensregels.’ ‘Ah.’ ‘Dat zijn universele regels, die gelden niet alleen bij ons.’ ‘Maar ik denk dat het lichaam wassen heel fatsoenlijk is. En smaakvol.’

Walker negeert de subtiele afstraffing en laat zich in wanhoop kennen: ‘Een interview zou heel belangrijk voor mij zijn omdat u het bent.’ Ai grijnst. ‘Dus niet filmen vandaag? Heel jammer.’ ‘Ja, jammer’, zegt Ai, die ook aangeklaagd is vanwege pornografie (blote borsten) en aantoont dat Walker in dat opzicht familie van de Chinese overheid is.

Zelfs onder onophoudelijk zware druk blijft Ai optimistisch over het land en de lange termijn: dit systeem gaat bezwijken. Hoop die mede wordt ingegeven door de stapels bankbiljetten die landgenoten hem sturen of tot vliegtuigje gevouwen over zijn muur de binnenplaats op laten zeilen, om het hoger beroep te betalen. Dat zonder argumentatie wordt afgewezen. ‘Geen Chinees gelooft in belastingontduiking’, zegt een vriend, ‘want niemand betaalt belasting. Dat is alleen bedoeld voor de Europese publieke opinie.’ Van Ai’s kunst zien we alleen S.A.C.R.E.D., de installatie die hij liet maken van zijn gevangenschap en die vorig jaar in Venetië te zien was. Benauwend. De film zeer aanbevolen.


Andreas Johnsen, Ai Weiwei: The Fake Case, VPRO 2Doc, woensdag 28 mei, 23.00 uur.

Beeld: Ai Weiwei - The Fake Case, Andreas Johnsen VPRO 2Doc (Andreas Johnsen).