Het wekt al veel langer verbazing. Of beter: het had al veel langer verbazing moeten wekken. Ik heb het over het korte lijntje tussen Volkskrant-redacteur Marc Peeperkorn en minister van Financiën Jeroen Dijsselbloem. De slager van Griekenland heeft in Nederland namelijk al jaren een verbijsterend goede pers. Via de ongemeen positieve berichtgeving in met name de Volkskrant heeft Dijsselbloem zichzelf hier te lande kunnen opwerken tot de held van het noorden.
Kan niet schelen dat Griekenland in puin ligt, dat een kwart van de economie verruïneerd is, dat jong het land en masse heeft ontvlucht en dat oud zich heeft neergelegd bij een terugkeer tot de armoede van weleer. En omdat de gemiddelde Nederlander niet langer kijkt dan zijn neus lang is, heeft niemand in de smiezen dat de Volkskrant bij monde van Peeperkorn nu al jaren de pr verzorgt van een man die indirect honderden doden op zijn naam heeft staan.
Helemaal bont maakt Peeperkorn het in de zogenaamde ‘drank en vrouwen’-zaak waar politieke beschermheer Dijsselbloem sinds 19 maart mee worstelt. Op die dag publiceerde de Frankfurter Allgemeine een interview waarin Dijsselbloem zich laatdunkend uitliet over de zuidelijke lidstaten van de eurozone. Letterlijk zegt Dijsselbloem daar dat je niet bij je vrienden om hulp moet vragen als je je poen aan ‘drank en vrouwen’ hebt verbrast. Het is Dijsselbloems versie van de krankjorume schuldencrisis in Ierland, Spanje en Griekenland waar de politieke en bancaire elite vorstelijk aan heeft verdiend en de burgerij nu al jaren voor mag bloeden.
Vanaf dat moment begon zijn sluimerende impopulariteit in bepaalde delen van de Eurozone op te spelen. De ene na de andere Zuid-Europese politicus vroeg om excuses. En toen dat uitbleef, om zijn aftreden. Ook in het Europees Parlement werd de roep om zijn hoofd luider en luider. De verdediging van Dijsselbloem is dat zijn uitlatingen typisch Nederlands waren: hard maar eerlijk en bedoeld voor de hele Eurozone, niet alleen de zuidelijke lidstaten. En de subtekst luidt dat die eerlijkheid andere lidstaten weliswaar wat rauw op het dak mag zijn gevallen, maar dat hij als noordelijke calvinist toch echt het beste met hen voorheeft: het huishoudboekje van de staat moet nu eenmaal op orde worden gebracht. Dat is Europese solidariteit, aldus Dijsselbloem, en tevens een klassieke sociaal-democratische opdracht. Stupide begrotingsbeleid gepresenteerd als nationalistische folklore en partijpolitieke Prinzipienreiterei. Je moet maar durven.
Dan de Volkskrant. Het interview met Dijsselbloem dat op 10 april de krant sierde, begint als volgt: ‘Vier jaar lang ben je de held, gelauwerd en bewierookt, voorzitter en boegbeeld van de Eurogroep, baken van stabiliteit, de redder van Griekenland. En dan op een lauwe maandagmorgen in maart beland je in de grasmaaier van een op hol geslagen Europees Parlement dat je scalp eist, ben je een racist, een xenofoob en een vrouwenhater.’
Om te vervolgen met: ‘Jeroen Dijsselbloem heeft twee bewogen weken achter de rug, allemaal vanwege één opmerking van hem in de Frankfurter Allgemeine Zeitung die werd opgevat als een sneer naar zuidelijke eurolanden die hun geld zouden verbrassen aan Schnaps und Frauen om vervolgens bij de noordelijke buren hun hand op te houden.’
Het is mijlenver verwijderd van de neutrale, objectieve berichtgeving die je van een kwaliteitskrant mag verwachten. ‘De redder van Griekenland’ die belandt ‘in de grasmaaier van een op hol geslagen Europees Parlement’: het hoort thuis in een opiniërende column, niet in een objectief krantenbericht.
Om maar te zwijgen van de suggestie die uitgaat van ‘een lauwe maandagmorgen in maart’: plotseling, onverdiend en zonder aanleiding. Daarmee van de weeromstuit suggererend dat de heroïek, de lauweren en de bewieroking verdiend waren en wel een terechte aanleiding hadden. Overigens krimpt de Griekse economie weer.
Of wat te denken van de mededeling van Peeperkorn dat het maar om één opmerking ging die vervolgens ook nog eens op een bepaalde manier ‘werd opgevat’. Met andere woorden: Dijsselbloem maakte maar één keer een faux pas en die foute pas was op de keper beschouwd niet eens zo’n hele erge faux pas. Dus waar hebben we het helemaal over?
Het is symptomatisch voor veel berichtgeving over de eurocrisis in Nederland. Dat het allemaal begonnen is met psychopathische bankiers die zich geen zier gelegen lieten liggen aan hun omgeving en alleen uit waren op winst- en bonusmaximalisatie is genoegzaam vergeten. Dat de Europese crisisreactie honderdduizenden mensen in het verderf heeft gestort eveneens. Wat verlang ik terug naar de dagen dat journalisten nog het adagium onderschreven dat je met politici niet spreekt maar er alleen tegen schrijft.