Syrië-gangers vinden elkaar zonder uitzondering heldhaftige krijgers. Op internet wemelt het van de extatische loftuitingen waarmee ze elkaar overladen. Het is ook niet niks, dit zijn vaak jongens die een relatief comfortabel en luxueus bestaan in het Westen hebben ingeruild voor de ontberingen op een ver slagveld. Dat is een opoffering die geprezen moet worden, constant en uitvoerig, alleen zo kan het moreel hoog gehouden worden. De grootste verering reserveren de Syrië-gangers voor de shaheed, de martelaar, die vaak wordt afgebeeld op een paradijselijk strand, zijn beloning in het hiernamaals. Ook wordt hij geëerd met een uitputtende necrologie waarin minutieus verslag wordt gedaan van zijn laatste dagen.

Toen vorig jaar de Delftse Syrië-ganger Mourad Masali (Abu Baseer) in de strijd stierf, verscheen er een ellenlange lofzang op de jongeman. Volgens het verslag getuigde Masali altijd van een zeldzame onverschrokkenheid. Als wordt beschreven hoe Masali door kogels in zijn nek wordt getroffen en overlijdt, heet het: ‘Abu Baseer had gekregen wat hij zo graag wenste. (…) Diezelfde dag hebben wij hem begraven met een glimlach op zijn gezicht, net als vele Martelaren die wij hier hebben gezien.’

Vorige week vrijdag stierf er weer een Syrië-ganger, de Belgische Abu Faris, oftewel Feisal Yamoun (30) uit Antwerpen. In welke termen zijn laatste momenten bezongen zullen worden is nog de vraag. In formele zin is hij ook een shaheed, een martelaar, want hij overleed tijdens deelname aan de jihad, maar zijn dood lijkt zich niet direct te lenen voor een bombastische herdenking. Zijn einde kwam namelijk niet door kogels van vijandelijke troepen, maar door een elektriciteitspaal die tijdens een vuurgevecht op zijn hoofd viel.

Yamouns parcours naar het radicalisme is exemplarisch voor de levenswandel van moslimjongeren die op een zeker moment ten prooi vallen aan extremistisch gedachtegoed. De prille dertiger was in zijn jongere jaren allesbehalve een godvruchtige persoon. Zijn bijnaam was ‘De Schrik van Seefhoek’, naar de Antwerpse migrantenwijk waar hij geboren en getogen is.

De titel was de bekroning van zijn opvliegende karakter en zijn luidruchtige aanwezigheid in de wijk. Buurtbewoners kenden hem als een heetgebakerde jongeman die altijd de straat op ging met twee pitbulls. Hij kwam vaak in contact met de politie, had hier en daar kort een baantje en had halfbakken plannen om tekenaar te worden. Het was een leven dat op een grote mislukking dreigde uit te lopen. Op zeker moment ging het roer dan ook radicaal om. Yamoun ontdekte het salafisme en werd een radicaal. Ook hierin verliep zijn ontwikkeling langs de geijkte paden. Veel islamitische radicalen kennen ook een verleden als bozige, criminele jongeman, die in religie niet zozeer rust en een kalme levenswandel vinden of zoeken, maar eerder een voortzetting van hun conflictueuze aard. Zoals Yamoun vroeger zijn omgeving schrik aanjoeg met zijn pitbulls, zo besloot hij als religieuze man zijn omgeving angst in te boezemen met radicale overtuigingen.

‘Je zet hem met zijn anus op een staak en trekt hem aan zijn armen omlaag tot hij dood is’

Yamoun vertrok voor korte tijd naar Engeland en raakte daar onder invloed van de extremistische radicaal Anjem Choudary, die honderden jongeren in heel Europa inspireerde tot een onverzoenlijke houding jegens hun thuislanden. Choudary is ook de geestelijk vader van de Sharia4-beweging die zich over Europa verspreidde (Sharia4Belgium, Sharia4Holland, Sharia4Uk). Yamoun betoonde zich een goede leerling. In 2010 begon hij met mede-Antwerpenaar Fouad Belkacem (Abu Imran) Sharia4Belgium. Belkacem, net als Yamoun iemand met een uitgebreid strafblad, werd het gezicht naar buiten toe van Sharia4Belgium, terwijl Yamoun achter de schermen de grote inspirator en leider van de organisatie werd.

Sharia4Belgium werd de grootste en radicaalste van de Sharia4-bewegingen. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan Yamoun die met straat-dawahs (uitnodigingen tot bekering) in Antwerpen tientallen gefrustreerde moslimjongeren aan zich wist te binden. Ook zijn internetpreken bereikten een grote schare van bewonderaars. Geliefd en verguisd is de preek waarin hij methodes voorstelt om homo’s te martelen: ‘Je zet hem met zijn anus op een staak en trekt hem aan zijn armen omlaag, tot de staak uit zijn hoofd komt en hij dood is.’

Toen eind 2012 Europese moslimradicalen langzaam de gang begonnen te maken naar Syrië om aan de jihad mee te doen, ontpopte Yamoun zich tot een gedreven ronselaar. Het Antwerpse gerechtshof beschouwt hem hierin als een leidende figuur. ‘Laat ons vertrekken en onze islamitische plicht in Syrië gaan vervullen’, sprak hij in Antwerpen tot tientallen jongeren. Het is onder meer op Yamouns conto te schrijven dat er relatief gezien zoveel moslimjongeren uit België (circa driehonderd) in Syrië vechten.

Zelf voegde Yamoun ook de daad bij het woord. Hij vertrok eind 2012 naar Syrië waar hij zijn thuisbasis had in een verlaten villa nabij Aleppo. Daar sloten de Belgische jihadisten, onder wie Yamoun, zich aan bij de meest extremistische groeperingen, zoals het aan al-Qaeda gelieerde Jabhat Al Nusra. Sharia4Belgium-collega’s van Yamoun figureerden ook in filmpjes waarin Syrische sjiieten worden onthoofd. Ook dreigden Sharia4Belgium-leden vanuit Syrië met bomaanslagen op Belgische instituten, zoals het Paleis van Justitie in Brussel.

Over de precieze verrichtingen van Yamoun in Syrië is nog weinig bekend. Zijn medestrijders beloofden op Facebook gauw met een verslag te komen van zijn laatste dagen. Eén ding weten we alvast wel: Yamoun is de 26ste Belgische Syrië-ganger die in Syrië het martelaarschap zocht en ook vond.


beeld: Feisal Yamoun geheel rechts, Brussel 2012. Patrick de Roo / Photo News / HH