Na lezing van Strikken kan het er bij mij niet in dat de auteur ervan dezelfde is als Elena Ferrante. In zijn nieuwe roman laat Domenico Starnone een bejaard echtpaar terugblikken op hun mislukte levens. De verzuurde man heeft afgedaan als televisiemaker, zijn echtgenote is een verbitterde huisvrouw voor wie het feminisme te laat kwam. Toen hij haar en hun twee kinderen in 1974 na twaalf jaar huwelijk inruilde voor een studente dwong ze hem met hysterische brieven en een zelfmoordpoging terug te komen. Die brieven beslaan het eerste deel van Strikken, uit de volgende delen blijkt hoe ze als elkaars gevangenen samen zijn gebleven. Het boek is een clichématige whodunnit met een voorspelbare ontknoping.
Strikken heeft geen taal en ontroert niet. Van Ferrante’s romans kun je dat onmogelijk zeggen, ook al wordt de Napolitaanse tetralogie na De geniale vriendin steeds platter. Strikken is een soap-achtige sequel met als sleutelzin: ‘Zodra je je best doet om iets duidelijk te zeggen, merk je dat het alleen maar duidelijk is omdat je het hebt versimpeld.’ Het lijkt erop dat Starnone Ferrante in hapklare brokjes hakt voor een nog groter publiek.
Vorig jaar onthulde journalist Claudio Gatti dat de opbrengsten van Ferrante’s bestsellers op de rekening van Starnone’s echtgenote Anita Raja zijn gestort. Vervolgens zou Raja in – later weer als fake bestempelde – tweets hebben toegegeven inderdaad Elena Ferrante te zijn. Mij lijkt dat nog steeds plausibel. Toch gaat iedereen er ineens vanuit dat het Starnone is. Niemand heeft het meer over zijn echtgenote.
Anne Branbergen citeerde in De Groene prof. Vittorio Loreto die met een computerprogramma zou hebben aangetoond dat achter Elena Ferrante ‘met honderd procent zekerheid’ Domenico Starnone schuilgaat. Zijn onderzoek uit 2006 was gebaseerd op een vergelijking van Ferrante’s meesterlijke debuut Kwellende liefde en Starnone’s De straat der klachten. Hij zei geen enkel bewijs te hebben gevonden voor Anita Raja’s auteurschap ‘om de simpele reden dat er niets van Raja’s hand bestaat waar je het uit zou kunnen destilleren’.
Geen oorspronkelijke teksten, ja. Maar Raja is een gelauwerd literair vertaalster van onder anderen Brecht, Kafka, Christa Wolff, Hesse en Enzensberger. Dat zijn toch, hoe nauwgezet een vertaler het oorspronkelijke werk ook volgt, eveneens literaire teksten? Valt er geen computervergelijking te maken tussen het idioom in Ferrante’s romans en Raja’s vertaling van het complete oeuvre van Christa Wolff? Zo’n analyse levert vast ook meer op dan het napluizen van Ferrante’s werk op overeenkomsten met Starnone’s autobiografie, want thematische analogieën zeggen niets over het auteurschap.
Mijn hypothese is dat Ferrante een combinatie is van Starnone en Raja, zoals de romanpersonages Lila en Elena samen de succesvolle schrijfster Elena vormen in de Napolitaanse romans. De geniale Lila levert de ideeën en de ongepolijste teksten, de eveneens briljante Elena kent de trucjes om daar bestsellers van te maken.
In het slotdeel van de Napolitaanse cyclus brengt Elena, na lezing van Lila’s jeugdherinneringen, onder woorden wat er aan haar eigen verhalen ontbreekt. ‘In een flits realiseerde ik me dat herinnering al literatuur was en dat Lila misschien gelijk had: mijn boek – dat toch zo veel succes had – was echt slecht, en dat was zo omdat het goed in elkaar zat, omdat het met obsessieve zorg was geschreven, omdat ik de onsamenhangende, anti-esthetische, onlogische, vormeloze banaliteit van de dingen niet had weten na te bootsen.’
‘Echt slecht’ zijn de Napolitaanse romans beslist niet, maar grote literatuur zoals The Years van Virginia Woolf, die zich voor haar roman over de beleving van tijd liet inspireren door Proust, is deze cyclus geenszins. Op den duur ging ik me erbij vervelen, terwijl Ferrante nota bene de beleving van ‘mijn tijd’ beschrijft: de bevrijdende jaren zestig, het communistische milieu, de studentenbeweging, het feminisme en de gevolgen daarvan. De oorzaak van mijn verveling is de versimpeling. Alles wordt drie keer uitgelegd (‘verduidelijkt’ zoals in Strikken) en via cliffhangers aan elkaar gebreid. De Napolitaanse cyclus is een pageturner, maar anders dan Woolf en Proust inspireert deze roman fleuve niet tot zelfreflectie en herbeleving van je eigen ervaringen.
Mogelijk is Starnone verantwoordelijk voor de versimpeling in Ferrante’s werk, maar het kan natuurlijk ook dat Anita Raja de teksten van haar echtgenoot door de machine haalt om ze leesbaar te maken. Misschien is haar man net zo’n geval als Nino voor wie in Ferrante’s romans Starnone model staat: een jaloerse bedrieger die geniale vrouwen voor zijn karretje spant. Nino verduistert een voor publicatie bedoelde tekst van Elena, wat jarenlang haar schrijverschap frustreert.
Als Nino/Domenico Anita/Elena uit boetedoening heeft geholpen om alsnog een succesvol schrijfster te worden, des te beter. En als het omgekeerde het geval is: who cares dat de vrouwen van Bertolt Brecht zijn teksten schreven?