Vasilisa Perelygina als Masha en Viktoria Miroshnichenko als Iya in Beanpole, regie Kantemir Balagov © September Film Distribution

De vreemdste titel van het jaar is voorlopig Beanpole van het talent Kantemir Balagov (1991), temeer omdat er in het verhaal géén humor, zelfs niet van de zwarte soort, te ontlenen valt aan de bijnaam Bonenstaak van Iya (Viktoria Miroshnichenko), of het moet een Russische grap betreffen die mij ontgaat. Maar wát een duister verhaal: Iya keert getraumatiseerd terug van het front, even later gevolgd door Masha (Vasilisa Perelygina), die samen met haar heeft gevochten in de divisie luchtafweergeschut. Althans, dat zeggen ze. In Leningrad werken ze na de belegering als verplegers in een ziekenhuis voor oorlogsgewonden. De twee vrouwen zijn tot elkaar veroordeeld, maar de reden hiervoor is even mysterieus als de bijnaam Bonenstaak.

In het ziekenhuis torent Iya boven iedereen uit. Ze heeft grote ogen, platinablond haar en draagt vaak de kleur groen, waardoor ze nog meer opvalt. Toch sluit haar vreemde voorkomen aan bij haar omgeving, bijvoorbeeld de muren van het ziekenhuis en het appartement van Iya en Masha geschilderd in een onthutsend diep, oververzadigd groen, oranje of geel. Met dit opvallende productiedesign schept regisseur Balagov een sfeer van constante abnormaliteit. Na ongeveer een half uur volgt een incident waar je als kijker nog lang nachtmerries over zult hebben. Ik riep onwillekeurig: Nee! Maar dat hielp niet – ik kon de horror niet stoppen.

Beanpole is ‘film als trauma’. Je wordt een verhaal ingezogen waarin de schokkende gebeurtenissen de personages tekenen voor het leven. Het ‘probleem’ is dat de kijker constant mét Iya en Masha is, zodat hun gevoelens die van ons worden. Dat is natuurlijk een grote prestatie van de maker – het is wat je wilt in fictie: empathisch kijken – maar fijn is het allerminst. De ervaring is in het geval van deze film verpletterend.

Centraal staat de complexe relatie tussen Iya en Masha. Ze zijn hartsvriendinnen, maar er is meer. ‘Ik wil haar meester zijn’, zegt Iya tegen een arts in het ziekenhuis. Terwijl duistere machinaties zich ontwikkelden in de relatie tussen Iya en Masha, kwamen Dirk Bogarde en Charlotte Rampling in Liliana Cavani’s fabuleuze exploitatiefilm The Night Porter (1974) bij mij op. Ook deze twee figuren, de een een voormalige officier in de SS, de ander een van zijn slachtoffers (ze gedroeg zich als hoer in het concentratiekamp), zijn gedoemd tot een leven samen in de schaduw, omdat wat ze hebben gedaan het daglicht niet kan verdragen.

Of er verlossing mogelijk is voor Iya en Masha is uiteindelijk de grote vraag. Het antwoord is ambigu, omdat Balagov de kern van zijn verhaal liever verhult. Want dat is wat hij wil: Beanpole krijgt pas vorm in het hoofd van de kijker. Hoe je kijkt, bepaalt wat je ziet. En wie je bent.

Nu in de bioscoop