HET ZIJN VERWARRENDE tijden. Een VVD-staatssecretaris die zich sterk maakt voor een rijksdienst die de uitvoering van de werknemersverzekeringen weer op zich moet nemen, vakbewegingen die het privatiseren van overheidsonderdelen aanbevelen. Werkgeversorganisaties die zich bij de werknemersorganisaties aansluiten en zich vervolgens eensgezind tegen het kabinet keren. En een Kamerfractie van de Partij van de Arbeid die haar natuurlijke partner uit het middenveld, de vakbond, buitenspel zet. De voorstellen van minister Klaas de Vries en zijn staatssecretaris Hoogervorst van Sociale Zaken voor de uitvoering van de WW en de WAO hebben de boel eens lekker door elkaar geschud. Zo goed zelfs dat op grond van de oorlogstaal van FNV-voorzitter Lodewijk de Waal en CNV-voorzitter Doekle Terpstra veel commentatoren vreesden voor het fameuze Neder landse poldermodel. Kranten werden dagenlang volgeschreven met necrologieën waarin de ene dramatische poldermetafoor de andere opvolgde. De goede verstandhouding tussen werkgevers, werknemers en overheid, die sinds het Akkoord van Wassenaar in 1982 voor ieder probleem een gulden middenweg vonden, zou met het ontstane conflict ten einde zijn.
Totdat bleek dat het kabinet wel een heel bijzondere ‘bom onder het poldermodel’ had gelegd. Niet werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties stonden tegenover elkaar, maar samen bonden ze de strijd aan met de regering, met de bewindslieden De Vries en Hoogervorst, die de in vloed van de sociale partners in de uitvoering van de werknemersverzekeringen tot een minimum willen beperken. En die liefde gaat ver. In een interview in het radioprogramma Tros Kamerbreed, afgelopen zaterdag, zegde FNV-voorzitter De Waal de presentator toe nota bene ‘collega’ Schraven (voorzitter van werkgeversorganisatie VNO/NCW) even te raadplegen. Collega? Dat gaat ver, zegt ook Agnes Jongerius, die als secretaris Sociale Zekerheid binnen het bestuur van de FNV sinds 1997 samen met Lodewijk de Waal de besprekingen met het kabinet voert. Maar, het is wel typerend. Jongerius: ‘Ach, het is nu eenmaal een flexibel dossier.’
En flexibel zijn we allemaal. Vooral ook bij de FNV. In het artikel ‘De publieke betekenis van sociale zekerheid’, gepubliceerd in Visie (het blad van het College van Toezicht Sociale Verzekeringen, CTSV), schreef deze zelfde Jongerius dat ‘voor de privatisering van de uitvoering’ (van WW en WAO) bij de FNV ‘een zeer grote huiver’ bestond. ‘Het risico van een verscherpte tweedeling in de samenleving is levensgroot aanwezig’, vervolgde ze in april ‘98, een maand voor de Kamerverkiezingen. Niet veel later bracht de FNV via de Stichting van de Arbeid en de Sociaal-Economische Raad (SER) advies uit aan het kabinet: volledige privatisering, behoudens de zogenoemde 'claimbeoordeling’: het bepalen of iemand recht heeft op een uitkering.
Hoewel de nieuwgekozen Tweede Kamer snel aangaf niet veel voor het SER-voorstel te voelen, bleven vakbeweging en werkgevers het stuk verdedigen. De FNV was toch zo huiverig voor privatiseren? Is dat dan helemaal verdwenen? Zijn de ongebreidelde vrijemarktdenkers de vakbond binnengeslopen? Nou nee, probeert Agnes Jongerius de interessante move te duiden, ‘die huiver is er nog steeds. Maar volgens mij is het ons nooit gelukt goed duidelijk te maken dat in het SER-advies helemaal niet stond dat we de keuring van WAO'ers wilden uitbesteden. Wat wij wilden, is dat er geen gedwongen winkelnering zou plaatsvinden van bedrijven bij bepaalde uitvoeringsinstellingen. De ene uitvoeringsinstelling levert nu eenmaal betere dienstverlening dan de andere. Tja, dat heet inderdaad concurrentie. Als je nog wat meer bedrijven op de markt krijgt, kan er beter geluisterd worden naar de wensen van de sectoren. En dat noemt men geloof ik marktwerking. Opmerkelijk? De draai die in de politiek is gemaakt is opmerkelijker dan de onze, hoeveel moeite we er ook meer hebben gehad.’
DE VRIES EN Hoogervorst hebben een flinke misrekening gemaakt, denkt Jongerius. ‘Ze hadden niet verwacht dat ook de werkgevers moeite met het voorstel zouden hebben. Ze dachten een model te presenteren waar de Kamer achter zou staan, waar FNV en CNV nog wat zouden tegensputteren, maar waar de werkgevers het per saldo wel mooi zouden vinden. Dat bleek wat anders uit te pakken: werknemers én werkgevers zijn buitenspel gezet, beide partijen komen in opstand. En met twee partijen ruzie maken in de polder, dat wordt wat al te gortig.’
Terecht, zeggen veel kranten in hun commentaren. Het werd hoog tijd dat het primaat van de politiek in de besluitvorming weer de boventoon voerde. Het stuk van De Vries is de ultieme uitwerking van de wensen van de Tweede Kamer, in maart dit jaar. De Vries zegt overal met nadruk: ‘Ik beslis.’ In een interview twee weken geleden in deze krant benadrukte hij dat het ‘niet de ambitie van de regering (is) om vrienden te zijn met wie dan ook’. Jongerius: ‘De minister beslist en de Kamer controleert. Natuurlijk. Maar er is wel altijd een vorm van gezamenlijke verantwoordelijkheid geweest die nu verdwijnt. Bij de Algemeen Politieke Beschouwingen in de Tweede Kamer is het haast altijd raak: steeds weer krijgt een minister de opdracht een of ander onderwerp in het najaarsoverleg aan de orde te stellen. En voorafgaand aan het voorjaarsoverleg worden er moties ingediend waarin gevraagd wordt of de sociale partners meer zouden kunnen doen om, pak weg allochtonen te laten instromen. Of om de instroom van de WAO te beperken.’
Het Parool schreef over de ‘raadselachtige nederlagenstrategie’ van Lodewijk de Waal. De FNV-voorzitter leek er allemaal maar weinig van begrepen te hebben en liet zich volledig verrassen door het voorstel van het kabinet. ‘Tegen zijn natuur in’, schreef de krant, zocht De Waal zijn toevlucht tot het ‘platte, versleten vakbondsjargon’ van voorganger Stekelenburg. ‘Holle retoriek’, werd De Waal elders verweten. Zo'n vaart loopt het niet, leek de gedachte, dat poldermodel houdt heus nog wel even stand. En wat dan nog als het dat niet doet?
Jongerius: ‘Daar moet je niet te licht over denken. Het is ontzettend dubbel: als je kijkt naar de gemiddelde agenda van het voorjaars- of najaarsoverleg, dan heeft driekwart van de onderwerpen iets met sociale zekerheid of arbeidsmarktbeleid te maken. Het is dus niet een klein stukje van dat poldermodel. Daarbij wordt die agenda uitgebreider. Nog even en we moeten naar een grotere zaal: steeds meer bewindslieden schuiven aan. Tot aan Tineke Netelenbos toe, die denkt het fileprobleem met ons te kunnen oplossen. Ik kan me voorstellen dat het woord “poldermodel” met alle tv-beelden van de Beemster die je in het Journaal dan weer voorgeschoteld krijgt, een vorm van weerstand oproept. Maar het gaat om overleg. Als op dit moment zó helder wordt aangegeven: we doen het zonder de sociale partners, en VVD en D66 lijken triomfantelijk te zeggen dat ze ons een kopje kleiner hebben gekregen, dan stáán die beleidsvoornemens van deze bewindspersonen ergens voor. Ze willen zeggen: wij regelen de zaak liever in het torentje dan in de polder. En dan gaat het nu dus niet over het filebeleid, maar over onderwerpen die in het hart van het overlegmodel liggen: sociale zekerheid en arbeidsmarktbeleid. Als over een dergelijk kerndossier gezegd wordt: wij willen het primaat van de politiek terug, dan zegt dat écht wat over de manier waarop men vanuit Den Haag naar de toekomstige rol van werkgevers- en werknemersorganisaties kijkt. Hoogervorst heeft in een gesprek met mij letterlijk gezegd dat het de VVD-fractie gaat om het wegvagen van het maatschappelijk middenveld in deze discussie. Dat was de prijs voor de VVD, legde hij uit. Ik neem hem dat niet eens zo heel erg kwalijk. Ik maak vooral een verwijt aan De Vries en aan de PvdA-fractie.’
PvdA-fractieleider Ad Melkert belde Jongerius op en zei: jullie hebben nu toch precies wat jullie wilden? ‘Ik viel van boosheid en verbazing van mijn stoel’, zei Jongerius vorige week. Jongerius nu: ‘Melkert weet als oud-minister van Sociale Zaken beter dan wie ook dat we helemáál niet tevreden zijn. Als hij zegt: je hebt nu toch wat je wilde, dan is dat voor hem een manier om te zeggen: ik heb verloren in het torentje, maar ik wil dat niet toegeven. Hoe een intelligente man als hij daarmee kan wegkomen, snap ik nog steeds niet.’
AD MELKERT, OKEE, maar hoe heeft de FNV zich zo kunnen laten verrassen?
Jongerius: ‘We wisten dat na het Kamerdebat in maart de voorstellen aangepast zouden worden. Er was kritiek op het privatiseren van de uitvoeringsinstellingen en er waren vragen over de klantvriendelijkheid van het ene loket. Wij hebben steeds gedacht dat ze aan een nieuw model voor de uitvoeringsinstellingen zouden werken en een aanvullend stukje zouden maken over klantenparticipatie: wat gebeurt er met de individuele klant? En: hoe zorg je ervoor dat WAO'ers niet als sofinummers in bakken verdwijnen? Kleine punten, eigenlijk. Dat het hele voorstel overhoop gegooid zou worden, hadden we niet gedacht. Het is tekenend dat die klanteninspraak niet behandeld is. Bij deze nota is zuiver vanuit institutionele belangen gedacht: wie moet het met wie doen.
De uitvoeringsinstelling wordt een efficiënte publieke fabriek: dat heeft de PvdA gewonnen in dit model. Maar voor mensen is het meest cruciaal wat er daarna gebeurt. Je hebt een WAO-keuring gehad, maar wat dan? Die beslissing zit helemaal buiten het systeem, bij het volledig private reïntegratiebedrijf dat door de werkgever gekozen wordt. Wie gaat zorgen voor ondersteuning, bemiddeling en begeleiding van arbeidsongeschikten? Dat laat De Vries in dit model over aan het individuele bedrijf. Net als bij de Arbodiensten zul je een groot aantal vragers en een klein aantal aanbieders krijgen die met pure prijscontracten tegen elkaar opbieden. Jacobse en Van Es Reïntegratie BV, ik zie het al voor me. Goedkoop, goedkoper, goedkoopst.
Bedrijven als Interpolis (waar Robin Linschoten werkt, de oud-staatssecretaris voor de VVD die bij het maken van het nieuwe plan een belangrijk adviseur van Hoogervorst was - pv) kunnen dan combi-pakketten aanbieden: Arbo en reïntegratie. De bedrijven die zelf opdrachtgever worden, hebben daar helemaal geen affiniteit mee en letten slechts op de prijs. De wijze waarop WAO'ers worden geholpen, wordt dan blootgesteld aan de meest scherpe vorm van marktwerking en uitbesteed op het laagste niveau. Bij de WW'ers wordt het juist helemaal overgelaten aan die rijksdienst om te bepalen welk integratiebedrijf wordt ingeschakeld. Hier op het hoogste, centrale niveau dus. Zowel op het hoogste als op het laagste niveau kun je geen werkgelegenheids- of arbeidsmarktbeleid voeren. Op het hoogste niveau zit je te ver weg van de plaats waar de banen gecreëerd worden en op dat laagste niveau krijg je alleen maar prijscontracten. Dat de PvdA niet inziet dat ze de belangen van uitkeringsgerechtigden bij werkgevers neerleggen en van die markt de meest scherpe prijsconcurrentiemarkt maken, is onbegrijpelijk.’
MAAR DE Ondernemingsraad moet toch toestemming geven bij de keuze voor zo'n reïntegratiebedrijf?
‘Dat moet ook bij de ziektewet, maar hier blijkt uit onderzoek dat hier slechts eenderde van de OR’s in staat is instemmingsrecht op te eisen als het gaat om het Arbocontract. Zoiets moet je niet op het individuele bedrijfsniveau regelen, maar op een hoger niveau. Op sectorniveau. Dat kán wel, maar het is niet verplicht. En wij hebben wel goede onderhandelaars in dienst, maar slechts weinig werkgevers zullen vallen voor een verkooppraatje: regel het op CAO-niveau, dan wordt het vanzelf duurder.’
Maar de minister heeft een behoorlijk sterk argument: de parlementaire-enquêtecommissie-Buurmeijer, die in 1993 onderzoek deed naar de sociale zekerheid, wees vooral de beschuldigende vinger naar de sociale partners. Díe hadden er een potje van gemaakt en te veel mensen gemakkelijk de WAO in laten vloeien. De conclusie was dat werkgevers en werknemers hier geen verantwoordelijkheid meer voor mochten dragen. Dat is toch precies wat De Vries in zijn voorstel doet?
‘De uitkomsten van de commissie-Buurmeijer waren naar mijn idee allang verwerkt. In de toezichthouder, het CTSV, hebben we al geen rol meer, de bedrijfsver enigingen bestaan niet meer en de uitvoeringsinstellingen zijn niet meer van ons. Dat is allemaal sinds 1993 veranderd. De afgelopen maanden heeft de commissie-Buurmeijer in ieder geval bij de PvdA geen enkele rol meer gespeeld.’
AFGELOPEN ZATERDAG was er nieuw overleg met De Vries. Een ‘procedureel overleg’, heette het. ‘Net als in tijden van actie’, zegt Jongerius, ‘de werknemers staan stakend voor de poort en je zoekt of er een basis is om dat overleg weer op gang te brengen.’ Ook deze keer heeft het niets opgeleverd, werd maandagavond bekend. Van de uitnodiging van minister De Vries waarin de sociale partners worden uitgenodigd nog eens over het plan te praten, zal geen gebruik worden gemaakt. Voor Kerst komen werkgevers en werknemers eensgezind met een eigen voorstel, gebaseerd op de nota van De Vries. In januari moet het kabinet daar dan maar over praten. En dan is er nog steeds een flinke kans dat De Vries zijn zin doorzet en met een meerderheid van de Tweede Kamer de sociale partners buitenspel zet. Jongerius: ‘Hier ligt blijkbaar een politieke deal tussen de coalitiepartijen die onveranderbaar is. Het blijft echter een buitengewoon knap staaltje van De Vries en Hoogervorst om een stuk te maken dat niet alleen bij ons de woede oproept, maar ook bij de werkgeversorganisaties. Die verantwoordelijkheid voor de WAO, daar zitten zij ook niet op te wachten. De werkgevers snappen dat ze ons nodig hebben.’
En, nogmaals, de liefde tussen werkgevers en werknemers gaat ver. Jongerius, spottend: ‘Dat Malieveld krijgen we heus wel vol. Als werkgevers mee demonstreren, kom je een heel eind. Koffie en thee vanuit het gebouw van VNO/NCW, dat aan het Malieveld ligt… Ik zie het wel voor me.’