
Wanneer je je streamingdienst zo hebt afgesteld dat die na het beluisteren van Folklore, het nieuwe album van Taylor Swift, als eerste een willekeurig nummer van een ouder Swift-album draait, dan hoor je dezelfde zangeres, maar een andere wereld. De Taylor Swift van wereldhits als Shake It Off en I Knew You Were Trouble zingt aanstekelijke radiopop. Maar hoe goed veel van haar nummers werkelijk waren, hoe emotioneel geladen vooral, werd gek genoeg pas echt duidelijk toen iemand anders een volledig album van Swift coverde. Ryan Adams deed dat met 1989 en stripte veel nummers van al die propvolle productie – aan het originele album werkten maar liefst dertien producers mee. Van een van Swifts allergrootste hits, het lekker galmende Blank Space, maakte hij een kwetsbare gitaarminiatuur, waarin veel meer licht scheen op de scherpte van de tekst.
Het maakte nieuwsgierig: hoe zou een album van Taylor Swift klinken wanneer ze niet zou kiezen voor dertien hitproducers, maar één visie op een volledig album, en voor een afscheid van bombast? Dat laatste is op Folklore volledig gelukt, dat eerste ook. Elf nummers hebben dezelfde producer: Aaron Dessner van The National. Maakte Adams van Swifts nummers zeer fraaie, maar ook vrij traditionele americana, Dessner kiest voor een nadruk op piano, en een soms dromerige, dan weer filmisch vervreemdende of tegenkleurende aanpak. Het resultaat is prachtig, en doet meer denken aan Lana Del Reys meesterwerk Norman Fucking Rockwell dan aan de vorige albums van Taylor Swift. De zestien nummers, symbolisch genoeg allemaal zonder een hoofdletter, zijn sfeervol, zorgvuldig en warm gearrangeerd, prachtig ingehouden gezongen en vooral extreem goed geschreven.
Swifts teksten zijn een feest om te lezen; rijk in de talloze referenties aan eigen oude teksten, maar ook vol met talloze literaire verwijzingen: in het openingsnummer al naar The Great Gatsby van Fitzgerald, en in ‘illicit affairs’ naar Robert Frosts klassieke gedicht ‘The Road Not Taken’. ‘Easter eggs’, noemde Swift in een video op social media al die verwijzingen, met een nogal royaal gebrek aan pretentie.
In ‘seven’, waarin ze mooi fluisterzingt, bezingt Swift de herinnering aan een jeugdige vriendschap in Reading, Pennsylvania. De agressieve vader van de jeugdvriendin hangt als een donderwolk boven de tekst, en in het tweede couplet komt de pijn van een onderdrukte seksuele identiteit eruit. Kon haar vriendin maar weg bij die vader en bij Swift intrekken: ‘Then you won’t have to cry/ Or hide in the closet’.
Het is allemaal raak. De kampvuuraanpak met mondharmonica van het countryachtige ‘betty’. Haar duet met Bon Iver, in ‘exile’, een dialoog tussen gepijnigde ex-geliefden op stemmige piano. Het door haarzelf geschreven, minimalistische en op ijle engelenzang drijvende ‘my tears ricochet’, waarin ze haar teksten parafraseert, en in enkele bittere zinnen over my stolen lullabies haar verleden in de muziekindustrie duidt.
En dan is er nog haar fenomenale, vlijmscherpe ode aan vrouwelijke woede in het laag gezongen ‘mad woman’; Taylor Swifts hoogsteigen variant op Rage Against The Machine’s klassieke tekst ‘Anger is a gift’.
Taylor Swift – Folklore