
Groot is de vreugde wanneer de zoon van een eenvoudige visser toelating krijgt tot het ‘belangrijkste mosliminstituut ter wereld’: de Al-Azhar-universiteit in de Egyptische hoofdstad Caïro. Badend in de trots van zijn vader en met ogen glimmend van hoop over de toekomst begint Adam (Taweek Barhom) aan zijn hogere opleiding. Dan belandt de jongeman midden in een strijd tussen fundamentalisten en staatsagenten.
Zo spannend als het verhaalgegeven klinkt, zo secuur wendt de Zweedse regisseur Tarik Saleh de conventies van de thriller aan om een film te maken die behalve het opwekken van het plezier dat het genre te bieden heeft ook focust op diepere vragen rondom godsdienst en macht.
Cairo Conspiracy is rijkelijk geïnspireerd door Umberto Eco’s De naam van de roos (1980). Het grootste deel van het verhaal speelt zich af achter de muren van het instituut waar leerling en ‘leermeester’ elkaar ontmoeten, student Adam en spion Ibrahim (Fares Fares). In opdracht van de militaire inlichtingendienst moet Ibrahim ervoor zorgen dat de nieuwe ‘grote imam’ (leider van de universiteit) marionet genoeg is om te worden aangestuurd door politieke meesters in Caïro. Zoals bij Eco brengt een moord het verhaal op gang: een student valt zich te pletter op het centrale plein.
Net als in zijn eerdere in Egypte gesitueerde thriller The Nile Hilton Incident (2017) toont Saleh zich een soepele regisseur als het gaat om spanningsopbouw. Zijn stijl, in widescreen vormgegeven met gedempte tinten en een geluidsdesign dat constant stress oproept, reflecteert de schaduwachtige wereld van konkelende imams en volgzame leerlingen. Hieruit vloeien dilemma’s voort, in de eerste plaats die waar Adam mee worstelt. Hij is er om zichzelf te ontwikkelen. Maar dat kan niet zonder iemand, een imam, die hem de hand boven het hoofd houdt. Deze situatie buit Ibrahim uit. De spionnenmeester zet de jongeman uit de provincie in als undercover-aanwinst.
Voor Adam ligt het gevaar er niet zozeer in dat hij ontmaskerd wordt, met als gevolg sessies in de folterkamer, maar in het corrumperen van zijn ziel. Met veel nuance speelt de jonge Barhom het laveren tussen onschuld en idealisme en de harde wereld waarin het geloof niets met het geestelijke leven te maken heeft en álles met het verkrijgen van macht. Even indrukwekkend is Fares (bekend van Nile Hilton) als de oude rot Ibrahim. Hij wil zijn missie succesvol uitvoeren, maar door Adam komt hij in gewetensnood. Zoals John le Carré’s beroemde spion George Smiley heeft Ibrahim alles door. Hij kent de menselijke natuur; hij voelt met Adam mee; hij doorziet de schijnheilige imams die eerst oreren over ‘maatschappelijk verval’ om zich vervolgens te goed te doen aan cola en Big Macs. Nog meer ironie: een blinde imam, nota bene een van de good guys, zegt, ik werk voor God, hij is mijn president. Daar is spymaster noch asset tegen opgewassen.
Te zien vanaf 27 april