Ik ben één keer in Den Haag geweest en het was op hakken. Het waren niet mijn hakken en ze waren ook niet in mijn maat. Ik heb nooit op hakken kunnen lopen. Je hebt twee typen mensen die niet op hakken kunnen lopen: zij die hun benen stokstijf houden, niet meebewegen met de tred van de hak, en mensen waarvan het lijkt alsof ze continu door hun hoeven zakken. Ik ben van het laatste soort.

De ochtend van de dag waarop ik in Den Haag belandde, werd ik wakker gebeld door mijn vriendin Laura. Ze zei: ‘Je moet voor me invallen, anders ben ik mijn baan kwijt.’ Laura was een van de weinige vriendinnen die ik had die werkelijk werkte voor de kost. Laura sliep op een tweepersoonsmatras in een appartement op de Ceintuurbaan, samen met een ander meisje en ze hadden muizen en katten. Ik had heel weinig, want ik was net ontslagen bij de Bagels & Beans en ik was net klaar met de middelbare school en eigenlijk was het enige wat overbleef de vermoeide blik van mijn moeder en haar uitspraak: ‘Maar vroeger wilde je zoveel.’

Laura zei dat het in Oost was. Dus ik stapte op de fiets en verbaasde me toen ik aankwam, want er was helemaal geen horecagelegenheid. Alleen een klein kantoor, waar een vrouw zat die me allerlei vragen ging stellen. Binnen tien minuten zat ik in een busje, met een aantal behoorlijk aantrekkelijke meisjes. Dit was in de tijd dat ook ik onder die noemer viel, dus er was niemand die me iets vroeg of haar wenkbrauwen optrok. Wat na enige tijd bleek, was: dat we met z’n allen naar Den Haag gingen, namens cateringservice Food Fantasies, om te bedienen tijdens een diner voor Mensen Van Enig Belang.

© Das Mag
Ik probeerde nog ­oogcontact te krijgen met de man wiens bord ik te vroeg had ­weggehaald

Wie die mensen waren, was me toen nog niet duidelijk. Bovendien moesten we halverwege de voorbereiding de helft van alle naambordjes op de borden vervangen, omdat Beatrix haar aftreden net had aangekondigd. Samson kwam toen niet meer. Balkenende nog wel. Iedereen begon op dat moment redelijk in paniek te raken. Zelf verkeerde ik in een staat die ik beschouw als een overtreffende trap van paniek: apathie. Dezelfde gemoedstoestand die me de kop had gekost bij de Bagels & Beans, geloof ik.

Omdat er in het pand waar gedineerd werd heel veel dure schilderijen hingen, mocht er binnen niet gekookt worden. Daarom stonden de koks van Food Fantasies in een schuur net buiten het gebouw. De knappe meisjes en ik moesten dus telkens heen en weer lopen, en omdat het zachtjes regende veranderde dat in rennen. Een uur voordat het diner begon, werd duidelijk dat we representatieve kleding mee hadden moeten nemen. Die had ik niet, dus kreeg ik van een van mijn collega’s een strakke zwarte broek, een bloesje en hakken in maat 41. Maat 39 had helaas niemand.

Balkenende zat aan een tafel met twaalf anderen en ik heb te vroeg zijn bord weggehaald. Je mag de borden namelijk pas afruimen wanneer iedereen aan tafel is uitgegeten en er was nog iemand bezig. Het punt was alleen dat wij de hele tijd in de hoek van de zaal moesten staan, waardoor ik vrij slecht zicht had en die ene man niet opmerkte. De andere meisjes begonnen me nogal zenuwachtig aan te kijken – en volgden toen ook maar. Aan het einde van de avond zijn we langsgegaan met sigaren en cognac. Ik probeerde nog oogcontact te krijgen met de man wiens bord ik te vroeg had weggehaald, maar ik werd telkens teruggeroepen naar die schuur.

Voor Crossing Border zal ik mijn rentree maken in Den Haag. Opnieuw om te behagen, maar nu met een verhaal over de Bagels & Beans en de manier waarop het voelt om onder de noemer van een knappe vrouw te vallen. Ik raad het in principe niemand aan, die noemer. Voor je het weet beland je in de hoek van een zaal om te controleren of iedereen zijn bord wel heeft leeggegeten – op hakken van maat 41.