Er werd een beetje lacherig gedaan toen op 17 juni 2008 de premiers van België, Nederland en Luxemburg in Den Haag bijeen kwamen om het nieuwe Benelux-verdrag te tekenen. Dat was nodig, omdat het oude oprichtingsverdrag van de Benelux Economische Unie uit 1958 slechts vijftig jaar geldig was, en dus afliep. Prachtige, zij het volstrekt onzichtbare instituten als het Benelux Gerechtshof, de Benelux Raad en niet te vergeten de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad mochten niet ten onder gaan.
De officiële verlenging van de Benelux had onvermijdelijk iets potsierlijks. Alsof het, na een halve eeuw van Europese eenwording, nog altijd nodig is om voor het noordwestelijke uithoekje van het Europese vasteland een speciaal unietje te hebben. Schattig hoor, maar irrelevant.
Sinds dit weekend weten we beter. De Benelux is springlevend! Niet als vrijhandelsgebied, maar als reddingsmaatschappij. Afgelopen zondag kwamen de ministers van Financiën en de centralebankpresidenten van België, Nederland en Luxemburg in Brussel bijeen om Fortis, de bank van de Benelux, te redden. Een paar uur later hadden ze een van de grootste bankreddingen in de Europese geschiedenis in elkaar getimmerd. Zoveel daadkracht, kom daar maar eens om bij de Europese Unie!
Fortis gaat niet ten onder, de vele honderdduizenden rekeninghouders hoeven zich geen zorgen te maken. Of, zoals De Nederlandsche Bank op vaderlijke toon in een persbericht schreef: ‘De problemen bij Fortis zijn opgelost.’
Maar de problemen voor Wouter Bos beginnen pas. Onderdeel van het reddingsplan is dat hij namens de Nederlandse staat vier miljard euro aan Fortis overmaakt. In ruil daarvoor krijgt hij 49 procent van de aandelen in Fortis Bank Nederland. Zijn Belgische en Luxemburgse collega’s kopen voor respectievelijk 4,7 en 2,5 miljard euro hetzelfde minderheidsbelang in de Fortis-afdelingen in hun eigen land.
Bos heeft zondag dus een bank gekocht. Een noodlijdende bank die hem nog veel slapeloze nachten zal bezorgen. En nog verontrustender: hij deed dat namens ons. Niet dat er direct Nederlands belastinggeld naar Fortis vloeit – de vier miljard euro gaat Bos lenen op de kapitaalmarkt – maar alle Nederlanders zijn zondagavond toch voor een klein stukje aandeelhouder geworden van de bedreigde bank.
Een bizarre situatie, want Nederlanders die zo nodig een stukje van Fortis wilden kopen, konden dat voor zondag natuurlijk ook al doen. Aandelen Fortis waren en zijn voor iedereen te koop op de Amsterdamse beurs. Maar de afgelopen weken deden Nederlanders, net als andere aandeelhouders, juist hun uiterste best om van hun Fortis-aandelen af te komen. Dat had een enorme koersdaling tot gevolg.
Nederlandse beleggers die vorige week vrijdag opgelucht hun Fortis-aandelen van de hand hadden gedaan, lazen maandagochtend in de krant dat ze, samen met alle andere Nederlanders, toch weer voor vier miljard in het bedrijf hadden geïnvesteerd. Dat is per Nederlander zo’n 250 euro aan gedwongen investering in Fortis.
Nu zijn er zwaarwegende redenen om namens alle burgers miljarden de bankkluizen van Fortis in te kruien. De bank is ‘te groot om te ploffen’. Een faillissement van Fortis zou andere banken, en mogelijk zelfs de hele economie van de Benelux, meeslepen. De kosten zouden uiteindelijk veel hoger worden dan vier miljard. Het is in ieders belang om Fortis te redden.
Het zal allemaal best. Maar laten we bij al die rationele overwegingen één ding vooral niet vergeten: we draaien met z’n allen op voor de hoogmoed en kortzichtigheid van de bestuursleden van Fortis, die in 2007 zo nodig ABN-Amro moesten overnemen en zo de bank met een torenhoge schuld opzadelden.
Voormalig voorzitter van de raad van bestuur graaf Maurice Lippens en voormalig chief executive officer Jean-Paul Votron namen veel te grote risico’s, en lieten zich daar ook nog eens zeer goed voor belonen. Toezichthouders binnen het bedrijf, zoals de oud-Vendex-topman Jan-Michiel Hessels, hielden hen niet tegen.
In ruil voor mijn 250 euro eis ik het recht om nog jarenlang mijn hoofd te schudden over de opportunistische domheid van deze mannen. Of nog beter: laat de Benelux er een speciaal orgaan voor oprichten. Het Benelux Instituut voor de Lachwekkende Bankier. Met ieder jaar voor het hoofdkantoor van Fortis in Brussel een speciale bijeenkomst waarbij alle burgers van de Benelux de bankentop een kwartier lang hartgrondig uitlachen. Helpen zal het niet, maar het lucht wel op.