Op Prinsjesdag zwierf ik door een welhaast uitgestorven Tweede Kamer. Geen gasten en medewerkers die zich verdrongen voor de ramen om de koetsen te zien, geen voorbereidingen voor een uitgebreide borrel na afloop van het officiële gedeelte. Op die zwerftocht kwam ik langs de burelen van de vvd, op 14 oktober tien jaar achtereen de grootste regeringspartij. Daar lagen stapeltjes met folders. Op een daarvan stond in de partijkleuren oranje en blauw de slogan: Niet doorschuiven maar aanpakken.

Dat die hier nog steeds liggen, was het eerste wat in mij opkwam. Die slogan sloeg immers op de crisis op de financiële markten. Met het niet doorschuiven maar aanpakken bedoelde de vvd bij de vorige verkiezingen dat er bezuinigd moest worden door de overheid, omdat de staatsschuld toekomstige generaties anders te veel geld zou kosten.

Een paar tellen later drong echter tot me door dat de liberalen de leuze in deze coronacrisis gewoon wéér kunnen gebruiken. Maar dan met de invulling die zij er nu aan geven: miljarden euro’s in de economie pompen om ervoor te zorgen dat bedrijven overeind blijven en daardoor zo veel mogelijk mensen hun baan kunnen behouden. Als je tegen deze nieuwe invulling bent, heet het dat de vvd is gedraaid. Ben je voorstander van de breed gedragen steunmaatregelen, dan noem je het voortschrijdend inzicht.

De kleine sgp is de enige fractie die bij de Algemene Beschouwingen nadrukkelijk waarschuwde voor de oplopende staatsschuld als gevolg van de miljarden die nu uitgegeven worden via de steunpakketten. Maar geld is toch gratis nu! Als de overheid miljarden euro’s wil lenen, zoals afgelopen week, dan heeft de dealingroom van het ministerie van Financiën het gewenste geld in een mum van tijd binnen. Tegen nul procent rente.

Een particulier zou onder diezelfde voorwaarden echter nu niet ineens zes miljoen euro voor een huis lenen, zei laatst iemand, want die miljoenen moet hij wel ooit terugbetalen. De overheid schuift die schuld nu door naar toekomstige generaties, vindt de sgp.

Als door de steunmaatregelen ‘een film een foto wordt, dan zijn we verkeerd bezig’

Alle mooie woorden van cda-minister van Financiën Wopke Hoekstra ten spijt, de zakken van de overheid zijn dan ook inderdaad niet oneindig diep. Waar de grens ligt tussen nu miljarden aan steun geven en daarmee stoppen om de staatsschuld in latere jaren behapbaar te houden is niet het enige probleem waar dit kabinet, en inclusief de vier coalitiepartijen alle Kamerfracties, voor staan.

Dat probleem geldt ook voor het in zwang zijnde credo ‘banen, banen, banen’. pvda-fractievoorzitter Lodewijk Asscher werpt zich op als de grote beschermheer van de werkgelegenheid. Hij vindt daarvoor gehoor bij het kabinet, al was het maar omdat de coalitiepartijen anders onvoldoende zetels hebben om het steunpakket door de Kamer te krijgen. Maar dat is niet de enige reden. Het is ook het kabinet om de banen te doen en daarmee om de mensen die daarmee een inkomen verdienen en met hun uitgaven de economie stimuleren.

Toch hield vvd-minister van Economische Zaken Eric Wiebes de Tweede Kamer afgelopen week voor dat de steunmaatregelen er niet toe moeten leiden dat ‘een film een foto wordt, want dan zijn we verkeerd bezig’. Hij wil ermee zeggen dat voorkomen moet worden dat de overheid bedrijven overeind houdt die niet – meer – levensvatbaar zijn, en daardoor als het ware een statische foto worden. Maar ook voor dit dilemma geldt: wanneer ga je met de steunmaatregelen de grens over waardoor je zombie-bedrijven wél overeind houdt. Wiebes’ grootste nachtmerrie is dat bedrijven in de huidige crisis stoppen met investeren. Zijn argument: omdat de meeste investeringen privaat zijn, dus niet van de overheid komen. Ook deze nachtmerrie komt voort uit angst voor het verlies van werkgelegenheid.

Dat brengt me op de twee miljard euro die het kabinet wil steken in wat al kortweg de bik-regeling heet, ook al komt het kabinet pas een dezer dagen met de uitwerking van deze Baangerelateerde Investeringskorting. De regeling is bedoeld om Wiebes’ nachtmerrie te voorkomen.

Ook de oppositie is groot voorstander van investeringen, maar op de bik had ze direct forse kritiek. Die twee miljard lijkt wel heel erg op de hoeveelheid geld die het bedrijfsleven eerder was beloofd, maar dan via het afschaffen van de dividendbelasting. Daar bleef de kritiek niet bij. De bik werd meteen vergeleken met de wir, de Wet op de Investeringsrekening die in 1988 plots wegviel. De wir kostte de overheid destijds miljarden meer dan was begroot. Bedrijven zouden er oneigenlijk gebruik, zelfs misbruik van hebben gemaakt. De regeling was ingevoerd zonder einddatum, stopzetten is dan moeilijk. Net als de bik moest de wir voor banen zorgen, maar dat werd – netjes gezegd – destijds niet zo bijgehouden.

Vanuit het kabinet hoor je dat ze van die fouten hebben geleerd. Er zit dan ook al een einddatum op de bik-regeling. Nu is nog de vraag of het bedrag per jaar ook ‘op’ kan zijn en volgende aanvragen niet worden gehonoreerd. Als het aan de oppositie ligt, kan bovendien niet zomaar elk bedrijf er aanspraak op maken. Investeringen die leiden tot automatisering en dus minder banen vindt de oppositie niet voor de hand liggend. Daarentegen moeten er dringend woningen bij komen, dus kan het geld beter rechtstreeks naar de bouw van sociale huurwoningen gaan. Ook allemaal bedoeld om van een film geen foto te maken. Al is deze film wel net even anders dan het kabinet voor ogen heeft.