Portret gemaakt door James Van Der Zee uit The Photograph © James Van Der Zee

Regisseur Sherman de Jesus wist niet veel van zijn grootvader. Wat feiten en wat verhalen. Een goede vader en een goede danser. Iemand die de wereldzeeën had bevaren en die ooit vanuit Curaçao in New York was beland. Dat was het wel zo ongeveer. Dat en die foto. Een portret in sepia-tonen. Of was de afbeelding gewoon door het verstrijken van de tijd verkleurd? Wat zag je als je ernaar keek? Een man die zich netjes had gekleed. Een man die zijn rug recht hield en die, zo leek het toch, met enige trots poseerde. Een man die, misschien, genoot van de waardigheid die hem door de fotograaf was gegund?

Een stempel op de afdruk valt te herleiden tot een fotostudio in Harlem. De regisseur gaat naar New York, maar waar is hij naar op zoek? Zijn grootvader? Ik geloof het niet. De vergeefsheid van die onderneming zou vanaf het begin te duidelijk zijn geweest. De Jesus lijkt vooral op zoek naar sporen van een wereld die, nog net niet onherroepelijk, verloren is gegaan. Hij is op zoek naar het Harlem van de Harlem Renaissance, het Harlem van fotograaf James Van Der Zee (1886-1983).

Niet dat de studio nog bestaat: de letters staan nog wat vervaagd op de gevel maar er huist nu een vastgoedbedrijf genaamd Harlem Lofts, Inc. Behalve een film over Van Der Zee en Harlem toen is The Photograph ook een film over de wijze waarop dat wat lang zo vanzelfsprekend was nu onder druk staat.

De Jesus vindt de ene na de andere persoon die Van Der Zee heeft gekend en vol bewondering over hem en de betekenis van zijn werk kan vertellen. En wie de portretten bekijkt begrijpt wat een van hen zegt: ‘All of these photographs are about the beauty of what it means to be a black person. This is about beauty. This is about love.’

De Jesus gaat op bezoek bij Jamal Shabazz en vraagt de fotograaf naar een beeld dat hij op zijn Instagram had gezien. De foto was ergens in het Amerikaanse Zuiden gemaakt. Niet door Shabazz zelf, het was een beeld van een lynchpartij. Een ansichtkaart zelfs, meen ik. Twee levenloze lichamen aan een brug, een moeder en een zoon, en tientallen grijnzende witte gezichten daarboven. De fotografie van Van Der Zee moet ook in die context worden begrepen. De waardigheid die hij zijn onderwerpen, gekleed in hun Sunday best, gunde, moet ook begrepen worden in contrast tot de foto’s die elders in hetzelfde land van dezelfde zwarte lichamen werden gemaakt.

ThePhotograph lijkt uiteindelijk een film over het vinden van waardigheid in een wereld waarin zulke waardigheid niet iedereen vanzelfsprekend is gegund. Het is dat wat De Jesus destilleert uit het werk van Van Der Zee, maar het is ook wat, zo bedacht ik gaandeweg, in zijn eigen beelden zit. Er zit liefde en genegenheid in de manier waarop hij mensen filmt. De film eindigt met The Negro Speaks of Rivers, een prachtig gedicht van Langston Hughes. Over een lotsverbondenheid die zo sterk is dat ze de tijd doet verschrompelen.

Nu te zien