De vraag die L'Individu incertain stelt is: wat is de beweegreden van de ‘gallische onverzettelijkheid’ waarmee Frankrijk zowel de handelaars in als de gebruikers van soft en hard drugs te lijf pleegt te gaan? Wij Nederlanders, die een zekere tolerantie in dit primair medische vraagstuk betrachten, worden te Parijs, zoals bekend, als onverantwoordelijke idioten beschouwd en Jacues Chirac komt binnenkort hoogstpersoonlijk naar Den Haag om ons de huid vol te schelden.
Maar waarom? Beter gezegd: waarom wordt de modale druggebruiker, zowel de hasjiesjroker als de opiumsnuiver, door de Franse overheid als een pure crimineel behandeld?
Omdat de druggebruiker, zegt Ehrenberg, beschouwd wordt als de moderne belichaming van de vagebond, de zwerver die zich niet sociaal wenst te gedragen. En Frankrijk (er)kent geen zwervers. De Franse burger is een citoyen, en hij noch de overheid wenst te worden lastiggevallen met individueel, asociaal ogend gedrag. Vandaar het harde Franse non tegen zowel drughandelaar als druggebruiker. ‘Zij zijn niet alleen het slachtoffer van hun eigen zelfdestructie, maar ook schuldig aan een politiek vergrijp. Zij zijn niet zomaar een patient, maar vertegenwoordigen de pathologische afwijking van het burgerschap.’
Hoe zit het dan, vraagt men zich af, met de alcohol, die in deze natie van notoire innemers wel wordt getolereerd? Nee, drinken mag, omdat dit wel sociaal is, en niet individueel maar collectief wordt gedaan, in het cafe of in de bistro. Het verhoogt de communicatie en neemt de remmingen weg. Trouwens, zo begrijp ik, een nationaal genotmiddel als wijn wordt niet als alcohol beschouwd. Alcohol is voor de Fransen gedestilleerd. Whisky of genievre. ‘Zo kan men Fransen ontmoeten die bijzonder gesteld zijn op hun dagelijkse liter wijn, maar er trots melding van maken dat zij “nog nooit een druppel alcohol” hebben gedronken.’
Drinkers, vooral wijndrinkers, vormen geen bedreiging van de openbare orde. ‘Wie drinkt blijft citoyen, wie spuit of snuift levert zijn nationale identiteitsbewijs in.’
Een halve eeuw lang, sinds 1916, was het drugsbeleid in Frankrijk redelijk liberaal. Om op 31 december 1970 ingrijpend te verscherpen. Het was een reactie op de democratiseringsbeweging die Parijs in mei 1968 overspoelde. ‘Zij nam een vrijheid zonder burgerlijke verantwoordelijkheid, een hedonisme zonder publiek besef in haar zog mee. Zulke waarden plaatsten een bom onder het Franse burgerschapsideaal. Ook als de drugs in de jaren zeventig langzamerhand van exponent van een politiek geengageerde jeugdcultuur tot een signaal van sociale en economische malaise worden, blijven zij deze politieke symboolfunctie behouden: zij betekenen een fundamenteel neen tegen de citoyen.’
Een voortreffelijk artikel over een ongetwijfeld voortreffelijk boek. Alain Ehrenberg is socioloog. Dat is blijkbaar toch meer dan de wetenschap die bewijst dat het licht uitgaat door dat knopje naast de deur om te draaien.
Rubriek
Frankrijk, waarom?
Dit stukje is grotendeels gebaseerd op een recensie - de recensent was Frits de Lange, het gerecenseerde boek was Alain Ehrenbergs L'Individu incertain - die zaterdag in het dagblad Trouw heeft gestaan. Heb begrip, lezer, het is geen gemakzucht die mij beweegt, maar oprechte belangstelling voor het (actuele) onderwerp.
Uit: De Groene Amsterdammer van
www.groene.nl/1995/39
www.groene.nl/1995/39