‘Engeland, dat is inderdaad een eiland’, contempleerde president Charles de Gaulle in een beschaafde tirade tegen plannen om de Europese samenwerking met het Verenigd Koninkrijk uit te breiden. ‘Het heeft in alles wat het doet uitgesproken en originele gewoonten en opvattingen.’ De Gaulle had de eigenzinnige Engelsen tijdens de oorlog in Londen leren kennen en voelde er niets voor om ze met hun op industrie en handel gerichte economie – ‘très peu agricole!’ – toe te laten tot de Europese interne markt.
Een paar honderdduizend Fransen wonen nu in Londen, en ongeveer evenveel Britse pensionado’s in Frankrijk. Maar het sentiment over les rosbifs is springlevend. Aan de vooravond van het referendum pleitte nog alleen Front National-leider Marine Le Pen expliciet voor een Brexit, maar ná het referendum bleken veel meer Franse politici weinig rouwig om het vertrek van de Britten. President François Hollande pleitte voor het ‘zo snel mogelijk’ tekenen van de scheidingsakte en het vervangen van eurogroepvoorzitter Jeroen Dijsselbloem door een heuse Europese minister van Financiën. De sociaal-democratische Franse eurocommissaris Pierre Moscovici zag het vertrek van de Britten als een ‘kans’ om de Europese samenwerking te verbeteren. Terwijl de Britten de EU in de eerste plaats als een grote markt zagen, is voor de Fransen het Europese project bovenal politiek, resumeerden politici van links en rechts.
De conclusie: Europa heeft meer Frankrijk nodig. Voor veel Fransen blijft de Europese Unie tenslotte Frankrijk in het groot. En minder Engeland leidt tot meer Frankrijk.
Daarbij zitten de Republikeinen van Sarkozy het dichtst bij wat De Gaulle ooit voor ogen stond: terug naar een Europa van natiestaten waarbij de macht niet bij het Europees Parlement of de Europese Commissie ligt, maar bij nationale parlementen en nationale regeringen – die van Frankrijk en Duitsland in het bijzonder. ‘Jammer voor de kleine landen!’ zei Sarkozy.
En ook voor de linkervleugel van de Parti Socialiste zou ‘Brussel’ wel wat meer Frankrijk kunnen gebruiken. Oud-minister Arnaud Montebourg, die president wil worden, wil óók de Commissie buitenspel zetten. De ‘Taliban van het recht’ zou niet meer moeten mekkeren over het Franse begrotingstekort en eindelijk een keynesiaans investeringsbeleid moeten voeren. ‘De Fransen’, zei hij tegen Le Monde, ‘hebben in 2012 gestemd voor het programma van Frans links en ze kregen het beleid van Duits rechts. (…) Dat sloopt het Europese ideaal.’