Als je iets aan de Franse diplomatie kunt overlaten dan is dat wel het voortdurend lanceren van nieuwe plannen voor een bepaalde lang gekoesterde wens van Frankrijk. ‘Het openen van nieuwe pistes’, noemt men dit in Brussels jargon. Niet iedereen schat deze Franse kunst op waarde. Sommigen zien er verwarring in, door de overlap met van alles dat er al is.
Maar zo’n stroom van plannen doet ook iets anders. Hij creëert een nieuwe werkelijkheid, die de oude – zonder al die plannen – wegdrukt. ‘Zoiets hebben we al lang’ wordt dan vanzelf een argument van gisteren. Sinds Emmanuel Macron president is, boetseert de Franse diplomatie op deze manier de politieke werkelijkheid in het lastige dossier van het eurobudget.
Het begrip eurobudget staat voor een aparte begroting voor de eurozone. Voorstanders bepleiten dat dit nodig is voor het verder stabiliseren van de euro. In Noord-Europa zegt men: ‘Zoiets hebben we al lang’, bijvoorbeeld doelend op het European Stability Mechanism (ESM). Frankrijk wil echter coûte que coûte meer. Waarom dat zo is, blijkt pas als men achter de economische façade kijkt.
Het machtspolitieke argument is het belangrijkste. Het soortelijk gewicht van Frankrijk is nergens in Europa zo groot als in de eurozone, die EU-kopgroep waar de Britten nooit aanwezig waren, Scandinaviërs buiten blijven en Oost-Europeanen meestal geen lid van zijn. In die EU-kopgroep, waarin Zuid-Europa een meerderheid heeft, verloopt het commando via de Frans-Duitse as. De eurogroep, het overleg van de ministers van Financiën van de eurozone, is realistisch beschouwd het epicentrum van de Franse invloed in de huidige EU.
Vanaf zijn aantreden richt Macron daarom zijn energie op de eurozone. Daarbij gaat het hem om meer dan economie. De eurozone moet wel de kopgroep blijven die ze in de interne markt al is, ze moet daarnaast ook een politieke kopgroep worden. In die Franse visie dient de eurozone het laboratorium te zijn voor vernieuwende democratie en partijpolitiek. De plek, kortom, waar de agenda van Macrons partij En Marche! pan-Europees uitgerold kan worden.
Macron heeft hier haast mee, want in eigen land verliest zijn program razendsnel momentum. Zijn lot wordt zo meer en meer in handen gelegd van Angela Merkel. En zo heeft een Franse president dit het liefst. Zo maak je van de nood (je eigen zwakte, economisch en politiek) een deugd (Europese integratie ten bate van Frankrijk).
De Brusselse instituties, de Europese Commissie en het Europees Parlement zijn er slechts om dit te faciliteren. Niet om de leiding te nemen dus. Die valt toe aan de Frans-Duitse as. En het is zonneklaar waarom. Stel je voor: La Grande Nation wordt geleid door Brusselse technocraten. Ondenkbaar! Fransen zijn net Britten. Alleen begrijpt men in Parijs wél hoe je de Europese integratie kunt exploiteren, vanuit een positie van relatieve zwakte.
Sinds vorige week circuleert er een zoveelste sleuteldocument over de toekomst van de eurozone. Proposal on the Architecture of a Eurozone Budget within the Framework of the EU, zo heet het dubbelzijdige A4’tje. Veel eraan is rommelig. Maar anders dan de uiterst minimalistische lay-out, onduidelijke afzender en krakkemikkige opbouw zouden kunnen doen vermoeden: dit is geen halfbakken scriptie-opzet van een matige student. Dit is hogere diplomatie. In de eerste zin blijkt het om een Frans-Duits voorstel te gaan. Dat is opzienbarend (en een aanbeveling tot close reading). Zo open je een nieuwe piste, naast alle besprekingen die er al zijn over bankenunie (en een resolutiefonds), het ESM (als permanent fonds), het Juncker-investeringsfonds et cetera.
Verderop blijkt het om een zoveelste nieuw fondsidee te gaan, maar nu binnen de bestaande EU-begroting, een novum. Hoe precies is niet duidelijk. Wat wel duidelijk is: de eurogroep zou de leiding moeten krijgen over dit fonds (de Commissie mag slechts uitvoeren en faciliteren).
Hoe groot dit budget moet worden blijft onvermeld. Dat is aan Angela Merkel tijdens de decembertop. Die top zal vrijwel haar laatste kans zijn om te laten zien hoe serieus zij het meent met haar Europese erfenis. Zo manoeuvreert de Franse diplomatie zich in haar meest geliefde positie. De positie waarin zij, in goed Frans, kan zeggen: ‘It’s up to you.’