Parijs – Op een mooi weekend in oktober kwamen in 2008 op verschillende plaatsen in Frankrijk hogesnelheidstreinen te midden van knetterende vonkenregens tot stilstand. Onbekenden hadden een metalen beugel op de bovenleidingen gehangen die vervolgens door de langsrazende treinen werd gegrepen. Gewonden vielen er niet, wel veranderde het land in een groot verkeersinfarct. Het weekend erop was het opnieuw raak.
Sinds de moordpartij op een joodse school in Toulouse afgelopen maart maken Franse inlichtingendiensten hoofdzakelijk jacht op moslimterroristen. Een paar jaar geleden was dat anders, toen was het land in de greep van een geheimzinnig ‘anarcho-autonoom’ terroristisch netwerk dat zich opmaakte om de kapitalistische orde omver te werpen. Kort na de aanslagen viel een politiemacht een klein dorpje in de Corrèze-streek binnen. Hier was een groepje alternatievelingen neergestreken dat er – tot grote vreugde van de plaatselijke bevolking – een biologische kruidenierszaak was begonnen. Negen van hen werden gearresteerd op verdenking van terrorisme. Onder hen was Julien Coupat, vermeend lid van het Comité invisible, een schrijverscollectief dat een jaar eerder L’Insurrection qui vient had gepubliceerd, een neosituationistisch traktaat dat de huidige wereld in inktzwarte termen voorstelde. Revolutie was noodzakelijk.
De Franse minister van Binnenlandse Zaken sprak van een ‘handboek voor een ultra-linkse opstand’. Coupat ontkende eraan te hebben meegeschreven, net zoals hij ontkende dat hij iets met de gestremde tgv’s te maken had gehad. Toch had hij wel wat uit te leggen. Wat deden hij en zijn vriendin bij een viaduct waar die nacht nog de bovenleiding werd gesaboteerd, op honderden kilometers van hun huis in de Corrèze? ‘We bedreven de liefde in een auto, zoals zoveel jongeren’, luidde Coupats antwoord.
Na jaren van juridisch getrouwtrek besloot de onderzoeksrechter vorige week om de term ‘terrorisme’ uit de aanklacht te schrappen, dit weer tot woede van het Openbaar Ministerie dat in beroep gaat. Wellicht dat het OM zich erin kan getroosten dat het met de revolutie uiteindelijk ook niet echt wil vlotten. Het Comité invisible kwam in 2014 met een vervolg: A nos amis. Hierin stelden de auteurs vast dat er wereldwijd opstanden hadden plaatsgevonden, maar dat ze overal mislukt waren. Griekenland gold daarbij als een schoolvoorbeeld. Zonder duidelijk beeld van hoe de overwinning eruitziet kunnen we slechts verliezen, was wat de Griekse casus leerde. ‘Opstandbereidheid alleen is niet genoeg, onze verwarring is nog steeds te groot.’ Veertig jaar neoliberale contrarevolutie laat zich niet zomaar ongedaan maken.