Toch is Henry de Lesquen niet de eerste de beste. Hij is directeur van de radiozender Radio Courtoisie, die veel aanhang in rechts-nationalistische hoek heeft. Een deel van het bestuur zit met Lesquen in z’n maag. Deze zomer werd een poging gedaan hem te wippen. Dat mislukte.
Lesquen weet zich gesteund door allerlei streng katholieke clubjes, veelal ter rechterzijde van het Front National. Het is een indicatie van het zeer diepgewortelde racisme in een deel van de Franse samenleving. Nou ja, samenleving. Het wantrouwen zit diep. En met een presidentscampagne waarin de nationale identiteit wederom een belangrijk thema zal zijn, wordt de sfeer er waarschijnlijk niet beter op. Een clubje filmmakers onder leiding van Alexandre Amiel besloot er werk van te maken.
Waarom haten ze ons? heet de serie die deze weken op de Franse televisie wordt uitgezonden. De titel is een knipoog naar de vraag die de Amerikanen zich stelden na 9/11. Die had betrekking op moslims. De serie van Amiel slaat op autochtone Fransen. Waar komt alle racisme, antisemitisme en homohaat vandaan? De makers (respectievelijk zwart, Arabisch en joods) gaan de confrontatie met hun ‘haters’ aan en dat levert ontluisterende beelden op, zoals het interview met Lesquen.
De cabaretier Yassine Belattar zoekt het juist in humor. Hij maakte een serie eenakters waarin hij bestaande rolverdelingen op z’n kop zet. Bijvoorbeeld in de scène waarin drie zwarte executives elkaar achter een enorme vergadertafel feliciteren met de resultaten van het bedrijf. Dan wordt er geklopt en komt er een schuchtere witte jongeman in een stofjas binnen, de schoonmaker.
‘Ah, Michel!’ roept een van de zwarte mannen in pak. ‘Je bent terug van vakantie, was je naar je land?’
‘O, maar ik ben Frans’, zegt de jongen zachtjes.
‘Het is al goed, Michel, leeg nu de prullenbak maar even.’
‘Ik heet eigenlijk Jean-Michel’, zegt de jongen. ‘Michel, dat is die andere witte.’
De man in pak knikt afwezig, kijkt op en vervolgt: ‘O, en Benoît, is het niet binnenkort jullie feestdag, hoe heet die ook al weer?’ Hij kijkt vragend de tafel rond. ‘O ja, Kerstmis!’