Geruime tijd was er geen twijfel mogelijk: Duitsland krijgt voor het eerst in zijn geschiedenis een vrouw als bondskanselier en deze vrouw stamt ook nog eens uit de vroegere DDR. In de slotfase van de verkiezingsstrijd is deze zekerheid vervaagd. In de peilingen heeft de conservatieve CDU/CSU van Angela Merkel nog altijd een flinke voorsprong op de SPD van bondskanselier Gerhard Schröder, maar die voorsprong slinkt. Schröders eindsprint is indrukwekkend, de SPD wint punten en de CDU/CSU verliest aanhang. Het kan zondag nog erg spannend worden.

Toch blijft de kans groot dat de CDU/CSU de verkiezingen gaat winnen. De huidige regering van SPD en Groenen staat in de peilingen op 41 procent. Pas samen met de nieuwe linkse partij, waarin de Oost-Duitse PDS de boventoon voert, komt er een meerderheid in zicht. Maar de leiding van de SPD en van de Groenen hebben een coalitie met Die Linke uitgesloten. Die Linke, die onder leiding van Oskar Lafontaine en Gregor Gysi vooral de SPD bestrijdt, wil ook niet regeren.

De CDU/CSU wil weer gaan regeren met de liberale FDP, maar het is twijfelachtig geworden of beide partijen samen een meerderheid gaan behalen. De uitslag van de verkiezingen zou wel eens kunnen zijn dat alleen een grote coalitie van CDU/CSU en SPD mogelijk is. Geen enkele partij wil een dergelijke coalitie, maar veel Duitse kiezers zijn er voorstander van. Want zij willen wel dat de verzorgingsstaat verder wordt hervormd, maar niet in de radicale vorm van CDU/CSU en FDP. Zij verwachten dat de SPD de hervormingsdrift van de CDU/CSU wat zal matigen.

Maar of er nu een centrum-rechtse of een centrum-linkse coalitie komt, in beide gevallen zal Angela Merkel het Kanzleramt in Berlijn gaan betrekken, ervan uitgaand dat de CDU/CSU de grootste partij wordt. En de vraag dringt zich op wat dit voor Duitsland en Europa betekent.

Wat zal veranderen is de stijl van regeren, het uiterlijke beeld van het kanselierschap. Schröder weet als geen ander hoe in een media democratie politiek in scène moet worden gezet, hoe hij zich moet presenteren voor de camera’s. Dat kost Merkel aanzienlijk meer moeite. Ze werkt voor camera’s stijver, is terughoudender, heeft minder allure. Sinds ze een wat vlotter kapsel heeft en bij de schoonheidsspecialist is geweest, heeft ze wat meer uitstraling gekregen. En haar altijd wat treurige blik (lippen op elkaar en mondhoeken naar beneden) heeft plaatsgemaakt voor een optimistische glimlach. Ze is Angie geworden, zoals jonge aanhangers haar graag noemen.

Belangrijker is dat Merkel niet is groot geworden in het oude CDU-milieu dat voor een belangrijk deel werd bepaald door de erfenis van minister en later bondskanselier Ludwig Erhard. In zijn soziale Marktwirtschaft werd gepoogd de belangen van werkgevers en werknemers met elkaar te verzoenen, heerste solidariteit en droegen de sterkste schouders de zwaarste lasten. Dit harmoniemodel bepaalde (grotendeels) het sociaal-economische leven in de oude West-Duitse Bondsrepubliek.

Die Bondsrepubliek en die CDU zitten niet in Merkels bloed en zijn haar vreemd. Zij groeide op in de DDR, in Templin in de landstreek Uckermark, waar haar vader dominee was. Ze studeerde natuurkunde in Leipzig, en ging na haar promotie als natuurwetenschapper werken aan de Academie van Wetenschappen in Oost-Berlijn. Na de Wende in 1989 begon ze een nieuw leven. Ze werd politiek actief, eerst in de Demokratische Aufbruch en vervolgens in de CDU van Helmut Kohl, die haar in 1991 in zijn kabinet haalde. 37 jaar was ze toen en men noemde haar in Bonn (waar toen nog de bondsregering zetelde) Kohls Mädchen.

Dat er achter dat wat verlegen, schuchtere optreden veel ambitie en machtsstreven schuilgaat, bleek aan het eind van de jaren negentig, toen de CDU werd geschokt door een schandaal rond illegale partijgiften waarbij ook Helmut Kohl betrokken was. In een opmerkelijk artikel in de gezaghebbende Frankfurter Allgemeine nam ze openlijk afstand van haar politieke vader en verklaarde het tijdperk-Kohl voor afgesloten. Het tijdperk- Merkel begon. Ze werd partijvoorzitter en is sinds 2002 ook fractievoorzitter. Als men bedenkt dat de elite in de CDU/CSU bestaat uit machtsbeluste mannen, wordt duidelijk hoe hard en vasthoudend deze vrouw moet zijn.

Merkel heeft weinig boodschap aan het sociaal-economische model van de oude Bondsrepubliek. In 2003, toen bondskanselier Schröder met zijn Agenda 2010 aan het werk toog om de Duitse verzorgingsstaat aan te passen aan de eisen van de globalisering, ontpopte Merkel zich als een radicale hervormer. Schröders hervormingen zijn dan ook grotendeels tot stand gekomen met medewerking van de CDU/CSU, die in de Bondsraad (een soort Eerste Kamer) een grote meerderheid heeft. Dit dwong Schröder tot afspraken met de oppositie.

Die radicaliteit bleek ook enkele weken geleden, toen Merkel in haar team van deskundigen Paul Kirchhof benoemde. Deze man, die in haar kabinet minister van Finan ciën moet worden, heeft een heel eigen plan voor de inkomstenbelasting ontwikkeld, dat in het verkiezingsprogramma van CDU/CSU niet voorkomt, maar dat hij wel de afgelopen weken met verve heeft uitgedragen. Sinds zijn aantreden doen in Duitsland twee Engelse woorden de ronde: flat tax. Kirchhof kent maar één belastingtarief: wie meer dan achtduizend euro per jaar verdient, betaalt over dat meer 25 procent belasting. Daar dit het einde betekent van het principe dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen, kunnen Merkels linkse opponenten roepen dat dit alles onrechtvaardig, asociaal en bovendien onbetaalbaar is. En de meeste Duitsers zijn het daarmee eens. Kirchhofs verdediging dat deze flat tax gepaard zal gaan met het schrappen van 418 aftrekposten en andere belastingvoordelen, waarvan nu vooral de rijken profiteren, zodat de welgestelde Duitsers niet minder belasting gaan betalen en ook de schatkist niets te kort komt, overtuigt niet. Dit geldt temeer daar de CDU de lijst met 418 aftrekposten niet openbaar wil maken. Merkel, die aanvankelijk met Kirchhof leek te scoren, heeft hier een ernstige fout begaan. Deze fout en het feit dat zij het veel bekeken tv-duel met Schröder heeft verloren, hebben haar aanzien geschaad en kiezers weer in de richting van de SPD gedreven.

Merkel heeft beloofd op eerlijke wijze politiek te bedrijven. Daarom heeft ze aan het begin van de verkiezingscampagne aangekondigd dat een door haar geleide regering de btw zal verhogen van zestien naar achttien procent. De opbrengst hiervan zal (grotendeels) worden gebruikt om de WW-premie voor werkgevers en werknemers te verlagen. Haar doel is arbeid in Duitsland goedkoper te maken in de hoop dat ondernemingen meer mensen in dienst nemen. Of dat laatste het geval zal zijn, is onzeker. De loonkosten zijn de afgelopen jaren al gedaald, mede dankzij een terughoudend loonbeleid van de vakbonden. Dit voordeel hebben de ondernemingen echter vooral gebruikt om hun concurrentiepositie te verbeteren. Duitsland is wereldkampioen export.

De Duitse economie kwakkelt dan ook niet vanwege een stagnerende export, maar vanwege een te geringe binnenlandse consumptie. Maar onder Merkel zal de koopkracht vermoedelijk niet sterk stijgen. Weliswaar wil ze de inkomstenbelasting verder verlagen, maar, zoals gezegd, de btw gaat omhoog en ook enkele fiscale voordelen voor werknemers worden geschrapt. Gezien de enorme staatsschuld en het te grote begrotingstekort (naar de regels van het Europese stabiliteitspact) zal ook een regering-Merkel moeten sparen.

Het ligt voor de hand Merkel te vergelijken met Margaret Thatcher en in hun politiek hebben ze ook wel wat gemeen. Ook Merkel wil de macht van de vakbeweging aan banden leggen. Als het aan haar ligt, zullen CAO’s straks niet meer voor een hele bedrijfstak gelden. Ze is voorstander van betriebliche Bündnisse für Arbeit, wat niets anders betekent dan dat met instemming van de ondernemingsraad per bedrijf afspraken kunnen worden gemaakt over loon en arbeidsduur. De vakbonden wijzen dit strikt van de hand, net als Merkels voornemen het ontslagrecht te versoepelen.

Ook in haar buitenlandse beleid lijkt Merkel op Thatcher. Onder bondskanselier Merkel zal Duitsland weer een trouwe, volgzame bond genoot van Amerika worden. Nadat Schrö der in de verkiezingscampagne van 2002 een oorlog tegen Irak strikt van de hand had gewezen, reisde Merkel naar Washington om demonstratief de zijde van Bush te kiezen. Ook ten aanzien van Europa huldigt ze afwijkende standpunten. Turkije, aldus Merkel, moet geen lid worden van de EU. Voor dit land heeft ze een «geprivile gieerd partnerschap» in petto. En ze zal vermoedelijk wat meer afstand bewaren tot Schröders grote vrienden: de Franse president Chirac en de Russische president Poetin

Voor Duitsland (en ook Nederland) is echter vooral van belang dat de economie uit het dal kruipt. De laatste weken zijn er aanwijzingen voor een herstel van de conjunctuur. Het aantal orders voor de Duitse industrie is fors gestegen, de productie neemt toe, de koersen op de beurs in Frankfurt stijgen en de werkloosheid (nog altijd groot) daalt. In dit herstel wordt het Merkel-effect zichtbaar. Het Duitse bedrijfsleven heeft traditiegetrouw meer vertrouwen in een rechtse dan in een linkse regering.

Hier openbaart zich de tragiek van bondskanselier Schröder. Hij heeft de afgelopen jaren van alles gedaan om het de Duitse ondernemers naar de zin te maken, in de hoop dat die dan op hun beurt arbeidsplaatsen zouden scheppen. Deze incasseerden wel zijn royale fiscale ge schenken, maar in plaats van arbeidsplaatsen te scheppen stelden zij steeds nieuwe eisen.

Schröder is in zijn ijver om verzorgingsstaat en arbeidsmarkt te hervormen zeer ver gegaan en de kiezers toonden zich bij verkiezingen in enkele deelstaten net zo ondankbaar als de ondernemers. Maar Schröder had niet op vervroegde verkiezingen hoeven aansturen. Hij had nog rustig een jaar op het resultaat van zijn hervormingen kunnen wachten. De bondskanselier had echter noch geduld, noch vertrouwen in de eendracht van zijn eigen partij. Zelfs als hij zondag nipt zou winnen – en gezien Schröders vechtersmentaliteit en hernieuwde populariteit mag je niets uitsluiten – is hij nog altijd even ver als in mei.

Alleen voor Merkel is het dan afgelopen. Want de mannen aan de partijtop zullen dan zeggen: ze had de overwinning in handen en heeft het verprutst.