Ze woont in Groningen met haar man Ricky en samen vormen ze de trashband De Straaljagers. Zij drumt, hij speelt gitaar en zingt. Erg succesvol zijn ze nog niet, maar daar lijken ze weinig last van te hebben. In eerdere albums van striptekenares Barbara Stok was het muziekwalhalla nog de Groningse poptempel Vera, dit keer gaan haar helden op tour door Spanje. Als roadies van een andere band weliswaar, maar ze mogen wel spelen in het voorprogramma.

Zo begint het eerste verhaal uit het nieuwe album van Stok. Zij mag zich tot de bekendste vrouwelijke striptekenaars in Nederland rekenen, maar dat heeft haar nog niet tot grootheidswaanzin gebracht. Sterker, in dit wederom autobiografische album – haar vierde – zet ze zichzelf juist neer als een heel gewoon iemand die een alledaags leven leidt met alle frustraties, teleurstellingen en beslommeringen die daarbij horen. De autobiografische strip is, in ieder geval in Nederland, nog een vrij uniek fenomeen. Maar andermans meest intieme, banale en schaamtevolle momenten zijn ons door andere media al tot vervelens toe opgedrongen. Wat kan een strip daar nog aan toevoegen?

In een sobere maar heldere en toegankelijke tekenstijl vertelt Stok over kleine, en soms ook grotere gebeurtenissen uit haar leven. Af en toe experimenteert ze wat in haar tekeningen, maar de afgelopen tien jaar is haar stijl nagenoeg hetzelfde gebleven: het is de inhoud die de lezer moet boeien. Hoewel er ongetwijfeld mensen zijn die er kromme tenen van krijgen, is het juist het intieme dat haar strip kracht geeft. Waar die dimensie ontbreekt, heeft ze de neiging te blijven hangen in aandoenlijke doch onbeduidende onbenulligheden. Absoluut hoogtepunt is het verhaal over opkomst en ondergang van haar kinderwens: het lukt niet om zwanger te worden. Een moeilijk onderwerp dat zo persoonlijk is dat je er als lezer eigenlijk niks over wil weten. Maar waar je, wellicht met enige weerzin, begint met lezen, word je al gauw prettig verrast. De intimiteit brengt oprechte ontroering teweeg. Het beeldverhaal blijkt een mooie manier om dit fysieke falen van het lichaam te vertalen. Weinig tekst en simpele, sprekende plaatjes.

Daarnaast valt er gelukkig ook nog genoeg te lachen. Stok is niet bang voor zelfspot, reflecteert ongedwongen op haar eigen doen en laten en toont zichzelf zonder gêne op haar alleronnozelst en in haar mindere momenten. Dat getuigt van lef van deze stoere Groningse.