Iemand troonde me mee naar de film Charlie Wilson’s War. Ik dacht dat het een pief-paf-poef-film was, maar al snel keek ik naar flitsende dialogen, politieke spelletjes, geweldig acteerwerk en een handige plot. Sterker, ik dacht even aan plagiaat, want ik herkende The West Wing. The West Wing is een serie over de westelijke vleugel van het Witte Huis, waar de speechschrijvers en persvoorlichters van de president zitten. Bij de aftiteling zag ik dat Charlie Wilson’s War dezelfde schrijver en bedenker had als The West Wing: Aaron Sorkin. Ik was blij dat ik zijn stijl en hand herkend had.
Ik heb, toen ik in Amerika was, geprobeerd in contact te komen met Sorkin. Dat lukte niet omdat hij in een ontwenningskliniek zat. Hij was betrapt op cocaïnegebruik en ik geloof dat hij vooral in die kliniek zat om door te kunnen schrijven aan The West Wing en andere projecten en om een gevangenisstraf te ontlopen. Zoiets werd destijds in de pers en op internet gesuggereerd.
Je komt in het werk van Sorkin ook altijd ‘verslaafden’ tegen. Meestal een politicus die aan de drank is, zoals in The West Wing, maar nu ook in Charlie Wilson’s War.
Sorkin is een schrijver met een geweldig oor voor dialoog, maar tegelijkertijd besteedt hij veel tijd aan de personages. Een personage is voor hem iemand met genuanceerde tegenstrijdige eigenschappen. Zo is Charlie Wilson (Tom Hanks) een Republikeins politicus met een goed hart die de moedjahedien van wapens voorziet en zichzelf constant in gevaar brengt omdat hij niet van de dames kan afblijven. Hij werkt samen met Gust Avrakotos van de cia, een geweldige rol van Philip Seymour Hoffman (die trouwens bij elke film beter gaat spelen). Avrakotos heeft een grove persoonlijkheid, maar houdt er een vreemde vorm van eerlijkheid op na. Hij wil niet genaaid worden, terwijl z’n werk eruit bestaat om anderen te naaien. Julia Roberts speelt een zeer conservatieve, militante, bijna fascistische tante, maar wel bloedmooi en seksueel enigszins ontregeld. Je kunt het genoegen zien waarmee de schrijver deze personages schept.
De film gaat over een eenling, Charlie Wilson dus, die min of meer in z’n eentje de Russen in Afghanistan weet te overwinnen. Het is een ‘waar gebeurd’ verhaal, en het scenario is dan ook gebaseerd op een artikel over Charlie Wilson. Zoals The West Wing een schitterend beeld geeft van het reilen en zeilen in het Witte Huis, geeft Charlie Wilson’s War een mooi beeld van de manier van politiek bedrijven in de Verenigde Staten, via commissies en geheime afspraken, de twee trekschuiten waarmee je de democratie kunt omzeilen. De logline van de film zou kunnen zijn: hoe je door je relaties in te zetten een wapenbudget van vijf miljoen dollar kunt laten groeien tot een miljard.
Het knappe van de film zit ’m in een aantal zaken: je ziet wat er in Afghanistan gebeurde voordat ‘wij’ daar waren, de Amerikanen financierden de moedjahedien om de Russen te verslaan, en nu vechten wij dus – min of meer in opdracht van de Amerikanen – tegen wapens die de Amerikanen hebben betaald. Tegelijkertijd wordt getoond dat de Amerikanen handelden vanuit een naïeve vorm van betrokkenheid. Communisme is erger dan moslimfundamentalisme. Uiteraard – aan het einde van de film – begrijpt Charlie wat hij heeft aangericht. Maar dan is het te laat. De goede afloop van de film is daarom zo mooi omdat wij weten dat het helemaal geen goede afloop is. Het gedonder begon toen pas.
Je vraagt je de hele tijd af of er in de Nederlandse politiek ook zo’n verhaal verborgen ligt. Het antwoord is: ja, alleen hebben we het nog niet gezien.
Sorkin heeft in zijn leven weinig missers gemaakt. Behalve The West Wing en Sports Night schreef hij de scenario’s voor A Few Good Men, The American President en Malice. Vaak over eenlingen die tegen alle verwachtingen in een doorbraak weten te forceren.
Ik kon er niets aan doen, maar ik kwam tamelijk onder de indruk uit de bioscoop.
Gaat dat zien.