
Hoe zou de sfeer zijn op de milieuredactie van The Guardian? Sinds een jaar of vijf heeft de Britse krant de klimaatcrisis tot speerpunt van zijn verslaggeving gemaakt. Dit is, in de woorden van voormalig hoofdredacteur Alan Rusbridger, namelijk ‘the biggest story in the world’. Het levert nieuwskoppen op als: ‘De Noordpool is terechtgekomen in een doodsspiraal’, ‘Amazone dicht bij kantelpunt van regenwoud tot savanne’, ‘Insectenapocalyps bedreigt leven op aarde’. Er is zelfs een aparte rubriek met de naam ‘The Age of Exctinction’.
Wie denkt dat dit overdreven retoriek is, doet er goed aan de nieuwe documentaire van Sir David Attenborough te kijken. Anders dan zijn eerdere films is dit geen exposé over de wonderen van de natuur, maar een waarschuwing voor wat er verloren dreigt te gaan, wat maakt dat A Life on Our Planet aankomt als een ‘ongelooflijke klap’, schrijft Joost de Vries. ‘Op zijn 94ste zegt Attenborough ineens: onze tijd is op. Mochten we op deze planeet willen overleven, dan moet nu het roer om.’
‘I want you to panic’, hoor je Greta Thunberg zeggen in een andere klimaatdocumentaire, I Am Greta (vanaf 22 oktober in de bioscoop). Ze reist van conferentie naar conferentie en verkondigt overal dezelfde boodschap: mensen, dit gaat he-le-maal mis, doe iets, alsjeblieft! Wat volgt is telkens hetzelfde: applaus en loze beloftes. Schrijnend is de scène waarin Thunberg een emotionele toespraak houdt in Brussel, waarna voorzitter van de Europese Commissie Jean-Claude Juncker begint over waterbesparing door nieuwe regels voor wc’s.
Gelukkig lijkt de nieuwe Commissievoorzitter, Ursula von der Leyen, meer doordrongen van de ecologische noodtoestand. Als het aan haar ligt komt er een klimaatwet die vastlegt dat Europa in 2030 55 procent minder broeikasgassen uitstoot dan in 1990. Nog belangwekkender was dat president Xi Jinping vorige maand aankondigde dat China in 2060 CO2-neutraal wil zijn. Dat het nieuws niet breed werd uitgemeten in de Nederlandse pers komt misschien door onze ingesleten argwaan tegenover ambitieuze doelstellingen in de verre toekomst. Maar daarmee onderschatten we de impact van de plannen uit Beijing, zei Europarlementariër Bas Eickhout (GroenLinks) laatst in een virtuele persbriefing: ‘In Europa is het vaak overpromise, underachieve, in China is het underpromise, overachieve.’
‘Dat is het verschil tussen China en onze democratie’, schrijft cabaretier en filosoof Tim Fransen in een briefwisseling: ‘China kan maatregelen opleggen die het publiek heeft te aanvaarden.’ Bij hem begint het geloof in de liberale democratie te wankelen. En hij is vast niet de enige. Als je dagelijks de milieupagina’s van The Guardian leest, is het niet vreemd als je soms stiekem hunkert naar een verlicht despoot, die eindelijk durft te doen wat nodig is. Op dat soort momenten is het goed om te bedenken dat er in het verleden weinig voorbeelden te vinden zijn van dictators die welwillend bleken. Laten we dus vooral naar democratische oplossingen blijven zoeken.
Een oplossing die de laatste tijd momentum heeft is een burgerberaad over het klimaat. ‘In zo’n beraad kan een dwarsdoorsnede van de samenleving serieus meepraten over de uitvoering van het klimaatakkoord’, schreven de pleitbezorgers afgelopen week in een open brief in de Volkskrant. In Frankrijk, het land dat lessen probeert te trekken uit de opstand van de gele hesjes, is er al geëxperimenteerd met deze vorm van directe democratie. In het Nederlandse parlement werd onlangs een motie aangenomen om de mogelijkheden voor een soortgelijk experiment te verkennen. Het is te hopen dat het een doorbraak kan forceren, want alleen wanneer de politiek de klimaatcrisis met dezelfde urgentie behandelt als David Attenborough en Greta Thunberg kunnen we nog geloven in een goede afloop van the biggest story in the world.