Mijn reis langs de rechts-nationalistische partijen in Europa bracht me deze zomer naar Oostenrijk, waar de Freiheitliche Partei Österreichs (FPÖ) sinds de gloriedagen van wijlen voorman Jörg Haider een politieke factor van betekenis is. De partij staat bekend om zijn harde standpunten over nieuwkomers in Oostenrijk en maakte tussen 2000 en 2008 deel uit van de regering. Maar de FPÖ is ook op lokaal niveau actief. Dit bracht me naar Karinthië, waar de partij de meeste burgemeesters en afgevaardigden levert. In de zuidelijkste deelstaat zijn de mensen over het algemeen vriendelijk en gemoedelijk tegenover elkaar. Het leven is er minder gejaagd dan in Wenen en buitenstaanders worden – zeker als ze Duits spreken – met open armen ontvangen.

Tijdens de reis deed ik de gemeente Ossiach aan. Een typisch vakantieoord met een helderblauw meer, torenhoge bergen en typische Oostenrijkse huisjes. FPÖ-Burgemeester Johann Huber heette me er welkom in het gemeentehuis, dat midden in het dorp en vrijwel direct aan het water ligt. Sinds 2009 bestuurt hij de gemeente. ‘Jaarlijks komen hier duizenden toeristen. Vooral Nederlanders en Duitsers. Ze komen genieten van het meer, de bergen en de schone lucht. In het hoogseizoen herbergen wij negen keer zoveel gasten als inwoners. Normaal gesproken wonen er 749 mensen in onze gemeente.’

Per toeval werd hij burgemeester van Ossiach. ‘Omdat ik locoburgemeester was en niemand anders het op dat moment wilde doen. Bij de verkiezingen in 2007 werd ik met 55 procent van de stemmen gekozen en in 2009 ben ik met ruim 72 procent herkozen.’ In 2015 werd hij opnieuw gekozen, maar dan met 78 procent van de stemmen. ‘Denkt u dat alle bewoners FPÖ-kiezers zijn? De meesten kijken niet naar de partijkleur van de kandidaten, maar stemmen op een persoon en beoordelen zijn werk.’

Huber, die van beroep technicus is en in het verleden voor een project in de Rotterdamse haven werkte, is al jaren lid van de FPÖ. ‘Mijn vader was een echte Freiheitliche en was partijlid. Ikzelf was al vroeg in de politiek geïnteresseerd. Ik ben net als mijn vader een Freiheitliche en ben al jong lid geworden,’ vertelt Huber. Sinds de oprichting van de partij (1956) bestaat deze uit twee vleugels: de Duits-nationalistische en de vrijzinnige –die Freiheitliche. Die laatste groep heeft minder op met het rechts-nationalistische gedachtegoed en pleit voor een kleine staat die zich zo min mogelijk met haar burgers bemoeit. Wel is ze vaak kritisch op het gebied van migratie. Naar Nederlandse maatstaven zou de samenstelling van de FPÖ bestaan VVD’ers en PVV’ers, maar dan samen in één partij. Huber is juist FPÖ-lid omdat hij geen onderdeel van de elite wilde zijn. ‘Dat is een van de eigenschappen van de vrijzinnigen en daar behoor ik toe.’

Karinthië is de Oostenrijkse deelstaat waar de voormalige FPÖ-leider Jörg Haider jarenlang de scepter zwaaide als Landeshauptmann. Hoewel hij in binnen- en buitenland omstreden was door zijn uitspraken over nieuwkomers, integratie en de uitwassen van de islam; was hij in zijn deelstaat geliefd. Haider was benaderbaar, kende burgers bij hun naam en wist precies wat hun persoonlijke noden waren. Velen zagen en zien hem als een soort Robin Hood-figuur die opkwam voor de zwakkeren.

Dat zijn vader in de Tweede Wereldoorlog lid was van de Waffen SS, deerde veel Karinthiërs niet. Zij waren al lang blij met een gouverneur die op maat naar hun problemen keek - iets wat zijn sociaaldemocratische voorgangers vaak nalieten en wat hen tot op de dag van vandaag verweten wordt. Zo deelde Haider contant geld uit aan arme ouderen en regelde hij subsidie voor culturele instellingen in dorpen. De politicus kwam tragisch aan zijn einde in 2008, toen hij verongelukte op de provinciale weg nabij de hoofdstad Klagenfurt. Sindsdien missen veel Karinthiërs hun Jörg. ‘Zo eentje komt er niet weer’, hoor je in deze provincie vaak.

Ook Huber kijkt met weemoed terug op zijn gestorven gouverneur en partijleider. ‘Haider heeft veel voor ons bereikt,’ zegt hij, kom maar eens mee. We wandelen naar buiten en gaan de hoek om. Naast het gemeentehuis ligt een voormalig Benedictijner klooster dat gesticht is in de tiende eeuw en waarvan de meeste delen in de negentiende eeuw werden gebouwd. Het is een grote vesting met meerdere verdiepingen en een binnenplaats. Huber loopt onder de poort door, de binnenplaats op. ‘In de jaren 2000 stond het gebouw leeg en is het klooster opgedoekt.

Haider is naar Ossiach gekomen en heeft gezegd: hier gaan we een muziekacademie van maken. En zo geschiedde.’ Haider stelde enkele miljoenen euro’s beschikbaar om het pand op te knappen en om er een muziekschool met theater in te richten. Het nieuwe theatergebouw ligt nu naast het voormalige klooster. ‘Haider maakte de opening niet mee, maar dankzij zijn inzet hebben wij hier een muziekcentrum van internationale allure waar veel voorstellingen zijn. Hij heeft onze lokale economie erg geholpen.’

Muziekacademie of niet, in het najaar van 2015 werd Hubers toeristenoord overvallen door de Vluchtelingencrisis. Toen grote stromen asielzoekers via de Balkanroute naar Oostenrijk kwamen, kreeg de burgemeester te maken met een fait accompli. ‘Onze gouverneur is een sociaaldemocraat. Hij kreeg vanuit Wenen te horen dat hij een verdeelcentrum voor asielzoekers moest openen in Karinthië. Hij kon kiezen uit twee grote gemeenten met sociaaldemocratische kiezers of mijn kleine gemeente waar veel FPÖ-kiezers wonen. Hij koos voor Ossiach.’

Van de ene op de andere dag zag de FPÖ-burgemeester zich geconfronteerd met een situatie die hij niet kon negeren. Van weigeren was geen sprake, want het was van bovenaf bepaald. ‘We moesten een centrum inrichten dat vluchtelingen zou verdelen over onze provincie, maar mijn inwoners waren daar helemaal niet op voorbereid en hadden veel angst voor de vreemdelingen,’ aldus Huber, die morrend zijn plicht deed. ‘Toen we eenmaal een goede verblijfplek gevonden hadden, kwam er ook nog eens een groot mediacircus op gang. Journalisten met busjes van de Oostenrijkse televisiezenders streken in ons dorp neer. Ze probeerden mij tegen de gouverneur op te zetten, maar dat is hen niet gelukt.’ Tussen de vijftig en tachtig asielzoekers werden tijdelijk in Ossiach ondergebracht. ‘Op dit moment wonen er nog nog drie families in ons dorp. De bewoners zijn aan hen gewend geraakt. Ze doen mee met het dorpsleven, hun kinderen gaan naar school en worden geïntegreerd.’

Op 15 oktober zijn er vervroegde parlementsverkiezingen in Oostenrijk, die afgelopen voorjaar werden uitgeschreven. De grote coalitie van sociaaldemocraten en conservatieven was uitgeregeerd en haalde de eindstreep niet. Tot aan de val van de regering - afgelopen voorjaar - scoorde de FPÖ zeker dertig procent in de peilingen en ging ze aan kop, maar nadien is er de klad in gekomen. Dit komt omdat de conservatieve partij ÖVP een nieuwe leider heeft gekozen: Sebastian Kurz. Deze 31-jarige politicus is al ruim vier jaar de minister van Buitenlandse Zaken en gaat sindsdien aan kop in de peilingen. Hij heeft veel FPÖ-kiezers naar zijn ÖVP gelokt, concludeert Huber. ‘Kurz communiceert makkelijk met de gewone mensen en hij voelt aan dat veel Oostenrijkers bang zijn voor de toekomst. Dat komt onder meer door de vluchtelingencrisis van twee jaar geleden.

Kurz durft ook een grote mond gegeven aan premier Viktor Orban van Hongarije en blijft overeind tegenover Angela Merkel.’ Volgens Huber heeft Kurz zijn stijl afgekeken bij één man. ‘Hij is de kleine Haider. Kurz schijnt geen problemen te hebben met populisme. Houd hem in de gaten, want hij kan de verkiezingen winnen.’ Wat gaat Huber dan doen? ‘Ik blijf gewoon burgemeester van mijn mooie gemeente Ossiach.’


Deze blogreeks wordt mede mogelijk gemaakt door Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten.