O.J. (Daniel Kaluuya) in Nope, regie Jordan Peele © Universal Pictures

De Amerikaanse acteur Sidney Poitier regisseerde in 1972 de western Buck and the Preacher die begint met tekst die uitlegt dat zwarte mensen het vooral ook na de Burgeroorlog zwaar te verduren hadden. Toen konden ze wel grond bezitten, maar ze werden slachtoffer van de Nightriders, witte cowboys die hen achtervolgden en uitmoordden en ‘begroeven in graven zo anoniem als hun plaats in de geschiedenis’. Dan is het 2022 en maakt Jordan Peele zijn derde film, Nope, waarin een poster van Buck and the Preacher in het huis op de boerderij van de Haywoods hangt, een familie waarvan de onder mysterieuze omstandigheden overleden vader een zwarte cowboy was, en wiens zoon O.J. (Daniel Kaluuya) en dochter Emerald (Keke Palmer) worden belaagd door een gevaarlijk object of vreemde ‘kracht’ (géén spoilers) in het luchtruim boven de boerderij.

Zoveel van Buck and the Preacher is terug te vinden in Nope dat je Peele’s film haast een remake kunt noemen. De zwarte cowboys, de boerderij, de haatdragende, nihilistische antagonist. En drie helden: in Buck and the Preacher een jonge vrouw die Buck (Poitier) en de Preacher (Harry Belafonte) helpt, in Nope een jonge nietsnut, een techie genaamd Angel (Brandon Perea) die O.J. en Emerald helpen camera’s op de boerderij te installeren om de vreemde invallers op te nemen. Dat laatste is belangrijk voor Emerald. Zij droomt over een carrière in Hollywood. Maar ze hoopt vooral op een foto van de vreemde gebeurtenissen waarmee ze ‘op Oprah’ kan. Deze hunkering – kritiek van Peele op de lege hedendaagse cultuur – verdringt een diepere kwestie die ironisch genoeg juist Emerald aankaart, namelijk dat een zwarte man op een paard te zien was in een van de allereerste ‘films’, het galopperende paard van Eadweard Muybridge, rond 1870. Daarna verdween de zwarte cowboy, de zwarte mens überhaupt, uit de mainstream van cinema.

O.J. (Daniel Kaluuya) en Emerald (Keke Palmer) in Nope, regie Jordan Peele © Universal Pictures

Door satire herschrijft Peele, die in de afgelopen jaren Get Out en Us maakte, waarin zwarte mensen worden opgejaagd en belaagd, de filmgeschiedenis. Zijn werk, gegoten in de conventies van horror, thriller en western, is vermakelijk en in het geval van Nope ook erg grappig, maar subliminaal vertellen deze films een meta-verhaal over ras en representatie en het rechtzetten van onrecht uit het verleden. De grote ster van Nope is Kaluuya, die de performance van zijn prille carrière neerzet. Hij speelt ‘stil’, zegt weinig, beweegt langzaam, laat alles om hem heen gebeuren: de aanvallen van de vreemde aanwezigheid in de lucht, de strijd om zijn boerderij te behouden, de herinnering aan zijn vader die overgaat in een besef van zijn eigen plaats in de wereld. Uiteindelijk groeit hij uit tot een symbool met mythische afmetingen, een herinnering aan de power van Poitier én een statement over het hier en nu. De zwarte man op het paard rides again.

Te zien vanaf 18 augustus