
Seizoen zes eindigt met de verkeerde koning en de verkeerde koningin. In het Noorden wordt Jon Snow door een groep nederige lords uitgroepen tot ‘King of the North’, in het zuiden krijgt Cersei de kroon op gezet die eerder aan haar twee zoons en haar echtgenoot toebehoorde. Zowel Cersie als Jon kijkt blij; in beide troonzalen is er iemand die minder blij kijkt. Wie iets van Game of Thrones weet, weet dat dat gelijk aan onheil staat. Maar dat is voor het volgende seizoen.
Cersei’s opmars naar de troon is cinematografisch betoverend: in kalme shots met een doorlopend rustige maar stuwende muziek zien we de hoofdstad zich klaarmaken voor Cersei’s berechting door de religieuze ‘sparrows’. Koning Tommen, zijn koningin Margaery, haar broer Loras, hun vader, de High Sparrow, zijn rechterhand Lancel, grandmaester Pycelle. Iedereen vindt de weg naar de kathedraal, behalve Cersei die zich ophoudt in haar paleis – en haar zoon Tommen vasthoudt. Tegen de tijd dat de Sparrow onraad ruikt is het te laat. Grote vaten wild fire, groen als afwasmiddel, liggen onder de kathedraal en ontploffen met een daverende timing.
Voordat het nieuwe kan komen, moet eerst het oude worden opgeruimd, zegt Cersei’s toverdokter Qyburn tegen maester Pycille, als hij op het punt staat doodgestoken te worden. Het wild vuur slaat een gifgroene krater in de stad terwijl Cersei zichzelf op haar balkon nog een glaasje rood inschenkt. Maar bij het oude hoorde ook de lieve, brave, Back Street Boy-achtige Tommen, die te goed voor deze wereld is en zonder een woord te zeggen het raam uit stapt en zich de diepte in laat vallen.
Wie moet er nu koning worden? vraagt Qyburn.
Jamie Lannister is net op tijd terug van zijn veldtocht om King’s Landing nog te zien smeulen; met een vreemde getergde blik ziet hij hoe Cersei plaatsneemt op de ijzeren troon. Dit zou de grootste, en mooiste ironie zijn, dit is wat ik hoop voor de laatste seizoenen: Jamie doodde ooit de koning die hij gezworen had te beschermen, omdat ‘the mad king’ heel King’s Landing wilde opblazen met wild fire. Het is zijn oertragedie: de smet op zijn blazoen waarvan hij nooit herstelde. En nu blijkt zijn zus nog madder dan de mad king. Dat zou een passend lot zijn – als hij de uiteindelijke moordenaar van zijn geliefde zus zou worden.
In het Noorden zweren de lords ondertussen trouw aan Jon Snow, die ze zien als de ware erfgenaam van Ned Stark – niemand wordt gedwongen, Jon heeft het verdiend. Maar was niet de bedoeling dat zijn halfzus Sansa Stark de leider van het Noorden zou worden? Zouden de Noordelijke lords zich niet achter haar achternaam moeten verenigen? Heeft Jon Snow wel door dat hij haar thunder steelt? Gaat Sansa dat wel pikken? Want dit seizoen draaide toch voor een groot deel om Sansa, die eindelijk niet meer het huilerige meisje was, maar een jonge sterke vrouw werd die opeiste wat van haar is.
Een paar scènes eerder sprak Sansa met Littlefinger; hij wilde haar hand, wilde dat zij koningin zou worden. Zij wilde van niets weten, en zei samen te staan met Jon Snow. Maar wie is Jon Snow nu helemaal, beet Littlefinger, een bastaard uit het zuiden met ‘no one for a mother’? De blik waarmee Sansa naar Jon keek suggereert dat Littlefinger misschien ergens een zaadje van onrust heeft gezaaid.
De ironie natuurlijk is dat deze aflevering in een visioen van Brann eindelijk R+L=J bevestigde, een theorie waar fans al zo lang over speculeerden dan hij bijna als wetenschappelijk gold, Robbert Dijkgraaf zal er vast eens een instituut naar moeten vernoemen: namelijk de theorie dat Jon (J) niet de bastaard is van Ned Stark, maar zijn neefje: het kind van Neds zus Lyanna (L) en Rhaegar Targaeryen ®. En daarmee is Jon dus ook het neefje van Daenarys, die met een mooi afsluitend shot met haar draken, slavenleger, zeerovers en paardenmannen de Narrow Sea oversteekt om Westeros te bevrijden. Of te veroveren – dat hangt van je perspectief af. Dat belooft wat voor seizoen zeven.
Ondertussen zijn de meningen over seizoen zes gemengd; ik ken mensen die dit het beste seizoen tot nu toe vinden, en mensen die dit het slechtste vinden. I don’t know. Ik vond dit seizoen er meer een van momenten dan van verhaallijnen. Door afleveringen heen werden de personages als op een schaakbord van elkaar af en naar elkaar toe geschoven, maar meer dan ooit waren de botsingen voorspelbaar. Het eerste grote moment was de wederopstanding van Jon Snow uit de dood, maar die zag iedereen al aankomen, net als het moment van R+L+J, net als ‘the battle of the bastards’ van vorige week. Die aflevering gaat de boeken in als waarschijnlijk de populairste aflevering ooit; een geweldig gefilmde, gore, opzwepende, gewelddadige, dramatische veldslag – maar ook daar zal geen kijker echt getwijfeld hebben dat Jon zou overleven en de cavalerie van Littlefinger op het laatste moment de dag zou redden. En zo geschiedde.
Nee, het mooiste moment blijft voor mij ‘The Door’, aflevering 5: de dood van Hodor, de arme verstandelijk gehandicapte metgezel van de kreupele Brann, die hem al seizoenen lang overal naartoe tilde. Niemand wist hoe Hodor verstandelijk gehandicapt was geraakt, lang geleden, waarom hij nooit iets anders dan ‘HODOR!’ kon zeggen, en nu bleek dus dat Brann in zijn tijdreizen kan interveniëren. Brann was het die Hodor, lang voordat hij zelf überhaupt geboren was, tot dit lot had gedoemd. De montage in de aflevering is geweldig, hoe we van het heden waarin Hodor, Brann en Meera achterna worden gezeten door de White Walkers heen en weer schakelen naar het verleden, waarin de jonge Hodor zijn beroerte krijgt. Als Meera in het heden tegen Hodor schreeuwt dat hij de deur dicht moet houden zodat de White Walkers er niet doorheen kunnen – in feite vraagt ze Hodor zich op te offeren – horen we haar geschreeuw via Brann het verleden in slippen. We zien de jonge Hodors ogen wegdraaien en hem spastisch kermend op de grond liggen, ‘Hold the door!’ roept hij, ‘Hold the door!’, net zo lang tot dat dat alleen nog klinkt als ‘Hodor! HODOR!’
Dat was kippenvel. Omdat het een personage waarover je nooit echt had nagedacht menselijk en tragisch maakte, maar ook omdat je besefte dat je in de handen van een meesterverteller bent; dat George R.R. Martin pionnen op zijn schaakbord heeft staan waarvan jij nog nooit beseft had dat het überhaupt pionnen waren. Volgend jaar april gaan we verder. Winter is here.