
In de zomer van 2014 leek het of IS met bruut geweld door Sinjar trok om het zelfbenoemde kalifaat uit te breiden. De focus van de media lag op de schrijnende toestanden op de berg Sinjar. Op het nieuws verschenen beelden van vrouwen, mannen en kinderen met sjaaltjes voor hun gezichten tegen de hitte, smekend om eten en drinken. Velen zouden de dagenlange belegering niet overleven.
Omdat de jezidi’s weinig internationale contacten hadden, was het niet direct duidelijk wat voor drama er beneden plaatsvond. Duizenden mannen, jongens en oudere vrouwen werden vermoord; vrouwen en kinderen gekidnapt en verkocht op slavenmarkten. De aanval op Sinjar ging niet om grondgebied; de terreurgroep kwam voor de jezidi’s, een eeuwenoude etnisch-religieuze gemeenschap. Maar dat de slavernij onderdeel was van een vooropgezet, genocidaal plan bleef lang onderbelicht. Dat veranderde nadat Nadia Murad ten overstaan van de VN-Veiligheidsraad getuigde van wat haar was overkomen.
Een Iraakse vriend gaf ooit een treffende beschrijving van ’s werelds bekendste jezidische activiste. ‘Nadia is als de zon: ze brengt licht, activeert en motiveert ons.’ In Daughters of the Sun is geen rol weggelegd voor de heldin die het gezicht van de genocide werd, maar dat zij een voorbeeld voor jezidische vrouwen is geweest, staat buiten kijf. In de documentaire komt ook een Nadia voor, een kind dat in het kalifaat werd geboren. IS gaf het meisje de naam ‘Aysha’, die de moeder direct na hun bevrijding veranderde in ‘Nadia’. Het is al jaren de populairste meisjesnaam onder jezidi’s.
Daughters of the Sun begint met de opbouw van een zwarte tent, ongetwijfeld een verwijzing naar de duisternis die IS bracht, waar jonge vrouwen terugblikken op hun gevangenschap. Allen werden gekidnapt en tot slaaf gemaakt, soms wel meer dan tien keer doorverkocht aan IS-strijders. Heftige, persoonlijke verhalen, maar ‘door erover te praten bewijs je de mensheid een dienst’, aldus de sympathieke ‘oom’ Hussein. Het ene moment belt hij met contacten in Turkije – Hussein heeft een groot netwerk dat hij inzet om jezidi’s te bevrijden –, het andere moment vervult hij de rol van psycholoog. ‘Ook al verven we een gouden munt en gooien we die op de grond: de waarde blijft hetzelfde’, is een van de tegeltjeswijsheden waarmee hij vrouwelijke overlevenden duidelijk wil maken dat ze sterk en waardevol zijn.
De vrouwen vertrouwen hem, houden van hem. Daarom lachen ze om zijn grapjes. Hoewel zijn precieze rol onbesproken blijft, blijkt Hussein meer een vader dan een oom te zijn voor vrouwen die nog kinderen waren toen ze uit hun moeders armen werden gerukt.
Zoals gebruikelijk is bij jezidi’s beginnen ze hun verhaal op 3 augustus 2014, de startdatum van de genocide. Ze vertellen over martelingen, over de slavenmarkten en over het verraad van de Arabische buren, mensen met wie ze dronken, aten en feestten. Ze vertellen dat ze nooit hadden verwacht dat 45-jarige mannen in staat waren om elfjarige meisjes te verkrachten. ‘Er ging geen dag voorbij zonder slaag’, zegt een meisje dat na haar bevrijding voor haar gehandicapte broer en jongere broertje zorgt. ‘Een keer sloeg hij zo hard dat ik het bewustzijn verloor.’ Krijgen vrouwen professionele hulp voor de verwerking van hun trauma’s? Daar wordt in de documentaire geen antwoord op gegeven.
Praten was mijn therapie, vertelde Nadia Murad ooit. Voordat ze de Nobelprijs voor de vrede in ontvangst nam, had ze al honderden interviews gegeven. Keer op keer vertelde ze haar verhaal. De makers van Daughters of the Sun willen ook zo veel mogelijk laten zien. Maar door zowel het verleden als het heden van meerdere hoofdpersonen uit te lichten, wordt te weinig stilgestaan bij cruciale gebeurtenissen. Dat zijn er veel. Zo keren twee meisjes terug naar hun kapotgeschoten geboortehuis in Sinjar, vindt er jaren na de genocide eindelijk een massabegrafenis plaats in het dorp Kocho en nemen de hoofdpersonen deel aan een belangrijk ritueel in het heiligdom Lalish.
Toen ik Murad in 2018 interviewde, wilde ze al niet meer over haar gevangenschap praten. De wereld had genoeg medelijden getoond, vond ze, nu was het tijd voor actie. Liever sprak ze over de honderdduizenden ontheemden in opvangkampen, over de duizenden vrouwen en kinderen die nog worden vermist, en over de strijd voor gerechtigheid. Bij de genocide waren mogelijk tienduizenden IS-leden betrokken, maar tot op de dag van vandaag werd wereldwijd slechts een handjevol berecht voor misdaden gepleegd tegen de jezidi’s. In Nederland is de eerste rechtszaak tegen een IS-vrouw die verdacht wordt van slavernij net begonnen. Gebrek aan gerechtigheid is een van de grootste frustraties van de jezidi’s, en de buitensporige aandacht voor westerse IS-vrouwen is hun een doorn in het oog.
De ‘dochters van het licht’ zullen ieder hun eigen redenen hebben gehad om hun leed met de wereld te delen. Helaas worden hun motivatie, strijd en kracht overschaduwd door de informatie-inhaalslag die de makers willen maken. Jezidi’s zelf zullen Daughters of the Sun ongetwijfeld omarmen, zoals ze iedere vorm van aandacht voor hun volk waarderen. Maar dat er achtenhalf jaar na de start van de genocide nog een etalage vol leed nodig is om bewustzijn bij het grote publiek te creëren, is een triest gegeven.