Jonathan Franzen was 42 toen hij The Corrections schreef. Het bleek zijn meesterwerk, zijn terechte bestseller, veertien jaar later is het nog steeds hét cadeau voor de gelukkigen die er nog mee kennis kunnen maken, het is de roman die Zadie Smith genas van haar ‘klaar zijn’ met de roman, de roman die Oprah Winfrey wilde delen met haar megaleesclub. Het is een wonder, en misschien ook maar een gelukkig wonder, dat er geen adaptatie in de vorm van een film of televisieserie van is gemaakt, en toch ook weer niet want het wonder van The Corrections is dat het literatuur is, afkomstig van een schrijver die met zijn stijl, zijn compositie, zijn intelligentie én zijn gevoel een veellagig en tot de verbeelding sprekend portret van een gezin tekent zoals je dat denk ik alleen op schrift kunt bewerkstelligen.
Het is een beetje omineus om voor de bespreking van een nieuwe roman terug te grijpen naar dit eerdere succes, helemaal als we het pad nog even vervolgen en ook stilstaan bij de roman die hij negen jaar later publiceerde, Freedom. Wederom een meesterlijk boek, zij het iets minder breed van opzet dan The Corrections, ietsje meer hangend tussen ironie en empathie in, iets meer kuilen ook in de verhaalgang, maar wederom met een enorme emotionele impact. Franzen verkent in beide romans de intieme betrekkingen tussen familieleden en geliefden met een laserapparaat, hij bedrijft psychologisch realisme op het hoogste niveau om uiteindelijk bij basaal menselijke overwegingen uit te komen, dat alles aankomt op verzoening en inzicht. Dat iedereen zijn eenzaamheid probeert op te heffen door zolang van iemand te houden dat er een soort twee-eenheid ontstaat. Zijn romans leggen patronen van pijnlijkheid en onvermogen bloot; je bent altijd het kind van je ouders en die ouders zijn ook weer het product ván. Niemand heeft enig idee hoe te handelen, maar doet z’n best. ‘Ik ben het maar’, uiteindelijk is het dat waarmee zijn personages zichzelf en elkaar proberen gerust te stellen.
Kenmerkend voor de grote romangreep van Franzen is het maatschappelijke decor waarbinnen hij zijn personages doet wortelen. Hij zet ondernemers neer die al dan niet gedijen bij het economische klimaat van eind vorige eeuw, kleine scharrelaars en gewiekste investeerders. Die aankleding geeft de psychologie van zijn personages reliëf, zoals ook de manier waarop hij hun omgeving beschrijft dat doet, onder welke weersomstandigheden ze zich voortbewegen, of het gazon voor hun huis gemaaid is, waarnaar hun was ruikt, welke vogels er rondvliegen. Franzen is er – weer – een meester in om totaal verschillende werkwerelden op te roepen, om de maatschappelijke ambities van zijn personages tot in detail te vangen, en breeduit hun visie op het leven en de actualiteit te ventileren. Tegelijkertijd ligt bij hem op dat vlak het gevaar van de wijdlopigheid en langdradigheid op de loer, en de uitleggerigheid. En ja, dit is een bruggetje naar de nieuwe roman, Purity (Zuiverheid), waarin de aankleding van de personages, de verschillende werelden die ze representeren, op de voorgrond is komen te staan.
De roman begint en eindigt met de figuur van Pippa, een slimme twintiger, die desondanks kampt met geldgebrek, een possessieve moeder die weigert haar te vertellen wie haar vader is, en een ongelukkige liefde voor een getrouwde man. Haar ongeluk maakt haar de makkelijke prooi van een verleidelijke huisgenote die haar ronselt voor de WikiLeaks-achtige onderneming van internetgoeroe Andreas Wolf.
Met deze introductie zet Franzen zijn belangrijkste spelers op het bord: de dochter, de moeder, de internetgoeroe en de ouderwetse journalist. Ze weten zelf nog niet goed hoe ze met elkaar zijn verbonden, maar laat het gewiekste ontknopen maar aan de schrijver over. Het grote thema van het boek is de dreigende almacht van internet, en om die voelbaar te maken heeft de schrijver een complexe intrige in het leven geroepen. Net als in zijn beide vorige grote romans schrijft Franzen vanuit een wisselend vertelperspectief. Meer dan ooit vraagt hij daarmee van zijn lezer om bij wijze van spreken vijf keer opnieuw te beginnen met een roman. Iedere figuur opnieuw wordt vanaf de grond opgebouwd, met flashbacks naar jeugd, loopbaan, liefdes, en ieder op zich heeft zo zijn of haar ‘redenen’ om sadist dan wel masochist te worden.
De uitputtende psychologie en de extensieve verhaallijnen – er gebeurt gewoon heel veel in dit boek, tot en met een moord aan toe – maken van Purity een dubbelzinnige leeservaring. Diepe verveling en top-entertainment, tussen die twee is het zeshonderd bladzijden lang laveren. Alle onderdelen op zich zijn uiteindelijk verleidelijk rijk en verhalend, en op detailniveau valt er heel veel te genieten en te lachen. Sardonischer dan ooit schrijft Franzen over de relatie tussen man en vrouw, en de perverse vormen die intimiteit, afhankelijkheid en seks kunnen aannemen.

Een van de belangrijkste Leitmotiven is de geknechte man, die als jongetje de slaaf is van zijn moeder en vervolgens als was is in de handen van dolgedraaide feministen. Mannen die zo ver gaan dat ze proberen geen man meer te zijn, die befslaaf worden, afgericht op het genot van de vrouw. Als zij zegt dat er alleen gesekst mag worden bij volle maan, dan legt hij zich daarbij neer. Als zij zegt dat hij zittend moet plassen en erna nog de wc-bril moet controleren of er niet ergens een druppeltje urine is achtergebleven, dan doet hij dat. ‘Maar wanneer ze me niet kon horen, plaste ik in haar wasbak.’
Alle personages worden voortgedreven door onvervulde liefde, door schuldgevoelens, door terug verlangen naar de tijden dat er nog eindeloos alleen maar gekust werd; als geen ander kan Franzen hier scherp, intelligent en grappig over schrijven. Turend naar de meisjes in de Franse variant op Playboy (de meisjes hierin leken Europeser en daarmee levensechter, intelligenter, met een rijker gevoelsleven ook) stellen de mannen van Franzen zich voor dat ze diepgaande gesprekken met hen voeren, om vervolgens helaas te moeten constateren dat hun belangstelling voor hen een zachte dood stierf zodra een orgasme was bereikt. Over een van de vrouwelijke personages wordt opgemerkt: ‘Ze was niet dik maar het Volkomen Vegetarisch Kookboek begon zich af te tekenen op haar gezicht en haar dijen.’ Een van de vrouwen verklaart zichzelf aldus: ‘Zo doe ik dingen, zo zit ik in elkaar. Ik ga er tot mijn knieën in en niet verder. Als er twee kwaden zijn, kies ik ze allebei.’ Verlegenheid wordt prachtig beschreven als in feite een verkapte vorm van superioriteitswaan en moreel absolutisme.
Het overkoepelende maatschappelijke thema, de dreigende hegemonie van internet, wordt gepersonifieerd door de strijd tussen twee mannen, allebei opererend aan hun kant van het journalistieke spectrum. Zij delen een groot geheim, er is de angst voor chantage over en weer. Franzen heeft kennelijk grote moeite gehad om die verhaallijn op een goede manier af te wikkelen, de tweede helft van de roman wordt zozeer daardoor gedomineerd dat Purity iets van een literaire thriller krijgt, volkomen gericht op een plot, en bol staand van de uitleggerige herhalingen. Alsof hij bang is dat de lezer iets ontgaat, wordt keer op keer uitgelegd hoezeer het leven met internet lijkt op het leven onder een dictatuur als in voormalig Oost-Europa. Internet dat de degelijke onderzoeksjournalistiek om zeep helpt, waardoor er geen oog meer is voor het verschil tussen een verhaal en een kulverhaal. Internet waardoor je geen zeggenschap meer hebt over je online-bestaan, je lot en je virtuele voortbestaan na de dood. ‘Optimale functionering of de dood. Doden of gedood worden.’ Over de rug van zijn personages lijkt hier vooral de bange en grumpy schrijver zelf aan het woord, gebukt gaand onder de nieuwe uitsluitende mechanismen van de sociale media.
In een groot interview in The Guardian bij de lancering van deze nieuwe roman kijkt Franzen nog eens met verbazing terug op zijn succes met The Corrections. Naar eigen zeggen stopte hij hier alles in wat hem beschaamde, met als toppunt het beschamende gegeven dat het hele boek draaide om de wens van de moeder haar hele gezin bij elkaar te hebben rond Kerstmis. Ook Freedom was in zijn inzoomen op een huwelijk zowel episch als intiem. Het lijkt alsof in Purity de boodschap van de schrijver de overhand heeft gekregen. Internet is de dood, wil hij ons keer op keer inpeperen. Mensen leven hun leven niet meer, maar verliezen zichzelf in een virtuele werkelijkheid. Het doel van internet was ooit de mensheid te bevrijden van de taken – dingen maken, leren, onthouden – die het leven zin gaven. ‘Nu leek het alsof de optimale functionering van zoekmachines de enige taak was die iets voorstelde.’
Hoe hieraan te ontkomen? Het is kenmerkend voor deze roman dat ik het antwoord weet, althans dat van de schrijver, maar hier niet zal verklappen. Op een bepaalde manier is Franzen in deze roman als een schoolmeester zo lief voor zijn lezers. Hij neemt ze aan de hand, en gaat ze voor, en wil ze kennelijk niet met pijn in de buik of anderszins met een onrustbarend gevoel achterlaten. Vanuit literair oogpunt gezien is dat een tamelijk dodelijke exercitie.