
Laatst kwam hier het werk 7000 Eichen ter sprake, de wijdreikende bijdrage van Joseph Beuys aan de zevende Documenta in 1982 in Kassel. In de stad zouden zevenduizend jonge eiken geplant worden. Naast elke boom kwam een basaltzuil te staan zodat die twee samen een boommonument vormden. In maart 1982, met de kunstenaar zelf aan de spade, ging de eerste eik de grond in, drie maanden voor het begin van de tentoonstelling – daarnaast de zeshoekige zuil van basalt ongeveer een meter boven de grond. Dat gebeurde op het grote plein voor het museum. Langs de rand lagen ook, rommelig over elkaar, een paar duizend stukken basalt opgetast: een imposante hoop grijze steen, in de vorm van een gerekte wig. Die lag daar als een zwaarbeladen schip langs de kade.
Zoiets dramatisch hadden we nog niet gezien, maar dat het voortkwam uit een typisch artistieke verbeelding was onmiskenbaar. Het werk (wat het zou worden) had direct al een prachtige mateloosheid. In het midden van dezelfde Friedrichsplatz bevindt zich van de kunstenaar Walter de Maria de Vertical Earth Kilometer (uit Documenta 6, 1977) – dat is een staaf van messing die, in secties, een kilometer diep de aarde in gedreven is, in doorsnee tien centimeter. In de maat daar zien we een dof glimmend schijfje, het einde van duizend meter diepte. De grote verbeelding van dat werk is ontstaan in de abstracte context van minimal art.
Beuys intussen dacht anders. Hij had het over soziale Plastik. In de dynamiek van het menselijk samenleven, en in het omgaan met natuur, zijn grote energieën actief. Die waren voor Beuys denkmateriaal voor sculptuur. Uiteindelijk, en in essentie, is het werk met de zevenduizend eiken een ruimtelijke vormgeving, een proces van groei en gestage regeneratie in de tijd. Vijf jaar na de eerste eik werd in 1987 de laatste geplant. Het kunstwerk groeit al bijna dertig jaar verder en met eiken gaat dat nog honderden jaren door. Dat overweldigende gegeven is samengevat in juist die koppeling van eik en basalt. In de Europese cultuur wordt de eik gezien als sterk en duurzaam – een boom die een lang leven beschoren is en daarom bijna heilig. Basalt is gestolde en gekrompen lava en dus een steen die uit de hitte van de aarde zelf is ontstaan.
Dit soort gedachten (herinneringen bijna) gingen in enigerlei vorm ook rond in het hoofd van Beuys. Hij wilde op de wijze van de kunstenaar bij de mensen het denken verder op gang brengen door anders, dwarser en vrijer te gaan denken. Het ging er sowieso om de verbeelding los te maken uit de sleur – en het ging om het vrijmaken van wat hij das menschliche Kapital noemde (niet het geldkapitaal) oftewel het vermogen intelligent aan oplossingen mee te denken en ‘damit Verantwortung für die Zukunft des Planeten Erde zu übernehmen’. Zo zei Beuys het en natuurlijk klonk dat ook vaag. Hij lachte er ook veel bij.
In de geschiedenis zijn er vaker dromers geweest die vervolgd werden en later gelijk hadden. Maar wat Beuys tot zijn beschikking had, en waar hij in geloofde, was de onvoorspelbare kracht en energie van kunst. Dat wil zeggen: kunst is geen hersenspinsel maar onwrikbaar concreet.
Nu staan die zevenduizend eiken er in hun idyllische gezelschap van basalt. Toen in de zomer van 1981 over dat avontuurlijke plan voor het eerst werd gesproken, leek het eigenlijk onwaarschijnlijk. Een artistiek plan komt namelijk de werkelijkheid tegen. Omdat het om de openbare ruimte ging, kregen we met allerlei stedelijke instanties te maken. Vriendelijk en met zachte stem legde Beuys uit wat nodig was. Instinctmatig zeiden de ambtenaren dan dat het niet kon. Daar bomen langs de straat? Gaat niet, ligt de waterleiding. Verder naar rechts? Neen, telefoonkabels. Nooit werd Beuys kwaad. Aan de overkant op de stoep? Misschien. Net zo lang ging hij door tot er geen bezwaren meer te vinden waren.
Vaak stagneren het grote denken en weidse verbeelding in het struikgewas van wetten en praktische bezwaren. Dat noemen wij realisme. Maar, anders dan een politicus is een kunstenaar in zijn voorstellingen juist geen realist. Daarom kan kunst, in allerlei processen, zich als tovenaar voordoen. In kunst wordt het onvoorstelbare uiteindelijk werkelijkheid. Dat kan duren – een paar honderd jaar voor de eiken volgroeid zijn. Maar er is in de kunst altijd een indrukwekkend geduld en geloof aanwezig. Kunst is model en leidraad om het onmogelijke verder te denken.
Ten slotte nog dit: toen wij later in 1981 ons eikenproject wereldkundig maakten, verscheen zonder dat wij daarvan wisten in dezelfde week Der Spiegel met eerste berichten over zure regen. Dramatisch stond groot op het omslag: Der Wald Stirbt.