Als er iets te vieren of te herdenken valt, begint het automatisch in de publiciteit te rommelen. Omstreeks deze tijd zijn we twee jaar in Afghanistan. ‘We’, dat wil zeggen de Nederlandse militaire missie, de ongeveer zestienhonderd soldaten die in Uruzgan hun best doen. Toen de eerste troepen vertrokken, waren zij en de ministers en de Kamerleden door wie ze werden gestuurd ervan overtuigd dat het overwegend om een opbouwmissie zou gaan. Daar zeuren we verder niet meer over. Het werd een vechtmissie. Intussen zijn er zestien soldaten gesneuveld en heeft minister Eimert van Middelkoop met instemming van zijn collega’s en een Kamermeerderheid voor twee jaar bijgetekend. Daarover heb ik al eens geschreven. Zolang we niet weten wie de volgende Amerikaanse president wordt, staat het aangaan van een dergelijke verbintenis gelijk aan het tekenen van een blanco cheque. McCain of Obama, dat zal ook voor het verloop van de strijd en wederopbouw in Afghanistan een groot verschil maken. Daarover is hier, althans in het politieke debat, met geen woord gerept. ‘We’ mogen de Afghanen niet in de steek laten en ‘we’ moeten onze ruggen recht houden. Dergelijke armzalige retoriek.
Nu, na twee jaar, is het tijd voor de volgende uitvoerige evaluatie. Het valt niet mee. In de Volkskrant (1 augustus) worden op een hele pagina de resultaten afgemeten aan de oorspronkelijk gestelde doelen. De angst onder de bevolking voor de Taliban is toegenomen. Met de wederopbouw wil het niet opschieten; de bevolking ergert zich aan de traagheid. De meeste Afghanen vinden de Nederlandse soldaten wel aardige jongens maar tijdens hun verblijf is de veiligheid niet toegenomen. Het rauwe optreden van de Australische collega’s in de ISAF maakt het er niet beter op. ‘De meeste Uruzgani’s maken geen onderscheid tussen de uniformen van de Australiërs en de Nederlanders’. De bestuurshervorming stagneert, door analfabetisme, corruptie en de gehechtheid aan de hiërarchie zoals die in de stammen geldt.
Ook op 1 augustus had NRC Handelsblad een pagina, een artikel van de socioloog en politicoloog Amitai Etzioni, hoogleraar aan de George Washington Universiteit, en naar gezegd wordt ‘inspiratiebron’ voor premier Balkenende. Ook geen verhaal om van op te vrolijken. Nadat de Amerikanen in 2001 zeer voorbarig de oorlog voor gewonnen hadden verklaard en zich opmaakten om in Irak aan de slag te gaan, werd het Afghaanse front verwaarloosd en tegelijkertijd werden er ‘overambitieuze projecten’ gelanceerd die tot mislukken gedoemd waren. Natuurlijk is ook hier en daar vooruitgang geboekt. Maar Etzioni komt met dezelfde lijst van obstakels die een werkelijke wederopbouw in de weg staan: corruptie, vriendjespolitiek, de hiërarchie van de stamverbanden, geen besef van verantwoordingsplicht, grof wanbeheer. Een van de grootste vergissingen van de ‘social engineers’ uit het Westen is dat ze zich ten doel stellen landen als Afghanistan in westerse maatschappijen te veranderen, met een daarbij horend hedonisme of consumentisme. Dat lukt niet.
Ondanks alle goede bedoelingen en rechte ruggen zijn de Taliban niet verslagen; integendeel, ze worden weer een gevaarlijke tegenstander.
Gezien dit alles dient zich nu ook de vraag aan of daarvan niet een en ander was te voorzien op het ogenblik dat Den Haag zich in het avontuur stortte. Zeker. In de Tweede Kamer hebben de SP en GroenLinks zich tegen deelneming aan de expeditie verzet en ook tegen de verlenging. Iedereen met een beetje verstand van buitenlandse politiek en recente geschiedenis heeft al een jaar of vijf geleden voorspeld dat de oorlog in Afghanistan op z’n minst in het slop zou raken. Toen daarna Den Haag de beslissing moest nemen, hebben onze ministers en een Kamermeerderheid gedaan alsof Uruzgan en Nederland alleen op de wereld waren. Sneuvelde er een soldaat, dan dompelde men zich in gepaste rouw. Daarna ging het kabinet op dezelfde voet verder.
Intussen is ook gebleken, tot niemands verbazing, dat de operatie veel meer geld kost dan was begroot. In de eerste twee jaar zijn de kosten opgelopen van 380 miljoen naar 580 miljoen, volgens Harry van Bommel, Kamerlid voor de SP. In een vraaggesprek met NRC Handelsblad laat hij weten dat hij pessimistisch is over het vervolg.
Dit is een kleine samenvatting van de recente evaluaties. Ieder weldenkend mens zou volgens mij tot de conclusie moeten komen dat het Nederlandse volk zich door Den Haag heeft laten bedriegen. Dit beleid zal de komende twee jaar worden voortgezet. Waarom? En wie hebben dat bedacht? Hoe zijn ze aan die waanvoorstellingen gekomen? Mogen we dat, in onze democratie met die kostbare vrijheid van meningsuiting, dat eindelijk eens weten?