
‘Het is hier zo gehorig dat als de buurvrouw een wind laat bij mij de dekens omhooggaan’, klaagt René Froger half grappend. In het najaar van 2008 verruilden René, zijn vrouw Natasja en hun twee tienerzonen Didier en Maxime hun villa in Blaricum met zwembad, thuisbioscoop en tennisbaan voor een rijtjeshuis in de Hilversumse Vennecoolstraat. Voor het rtl4-programma De Frogers: Effe geen cent te makken leefde het bekende gezin een maand in de bijstand en moest rondkomen van 607 euro. De Talpa Media Groep bedacht het programma om aandacht te vragen voor de voedselbank.
In het begin hebben de Frogertjes het zwaar. Het afscheid van de honden, die vanwege het budget niet mee kunnen, is emotioneel. Hun bmw wordt ingeruild voor een tweedehands bolide met deuken en René doet geen oog dicht, omdat de dakbedekkers al om zeven uur ’s ochtends beginnen. Gelukkig is ‘Natas’ positief ingesteld en vindt zij haar weg al snel naar de Aldi, bestudeert ze urenlang aanbiedingsfolders en houdt ze elke cent die ze uitgeeft bij in een kasboekje. De buren, voornamelijk uitkeringsgerechtigden, ontvangen hen met open armen en helpen waar ze kunnen. Ze voelen zich steeds meer thuis in de buurt, maar het blijft af en toe flink aanpoten: want wat doe je als de wasmachine er plotseling mee ophoudt en je 59 euro voor de reparatie moet neertellen? Aan het einde van de maand blijken ze het toch – bijna – gehaald te hebben: ze komen slechts 1,25 euro te kort. Tijdens het afscheidsfeestje wordt de polonaise gedanst en drukt René de buren op het hart dat hij er eigenlijk tegenop ziet om terug te gaan naar Blaricum.
De Frogers: Effe geen cent te makken was het eerste programma binnen het genre dat je ‘armoedetelevisie’ zou kunnen noemen: programma’s die worden gemaakt om de kijker in aanraking te brengen met de onderkant van de samenleving. Het werd meteen een doorslaand succes met gemiddelde kijkcijfers van 1,6 miljoen per aflevering. In de jaren daarna volgden spin-offs als Echte Gooische meisjes in de bijstand, Geer en Goor: Effe geen cent te makken en Home Is Where The Heart Is, een realityshow waarin bekende Nederlanders als Henny Huisman en Patty Brard een week lang een dakloze in huis nemen.
Waaraan ontleent dit type programma zijn populariteit? Waarom vinden de kijkers het geweldig om te zien hoe mensen die het (financieel) zwaar hebben zich door het leven worstelen? En waarom doen Bekende Nederlanders hieraan mee? René en Natasja Froger beweren bij hoog en bij laag dat ze het absoluut niet hebben gedaan om voor zichzelf een imago van heldhaftige helpers te creëren. En hoewel boze tongen beweren dat ze dik betaald kregen – terwijl ze over een vermogen van ruim zestien miljoen euro beschikken – hebben ze de voedselbank daadwerkelijk kunnen helpen. René Froger regelde allerlei praktische zaken voor de organisatie en tijdens een speciaal benefietgala haalden ze 2,3 miljoen euro op. Clara Sies, oud-voorzitter van Voedselbank Nederland, verklaarde dat het tv-programma leidde tot een grotere toeloop naar de voedselbanken. De gêne om aan te kloppen voor voedselpakketten was door alle media-aandacht volgens haar grotendeels verdwenen.
Rondkomen in de Schilderswijk (2014) van programmamaker Peter van der Vorst neemt de kijker mee naar deze Haagse wijk, die de laatste tijd zo veel in opspraak is geweest. Net als in de Vennecoolstraat in Hilversum leeft een groot deel van de bewoners van een uitkering. Anders dan bij de Frogers is deze serie niet bedoeld om aandacht te vragen voor mensen die het moeilijk hebben, dus waar gaat het dan wél over?
Marian organiseert al negen jaar de bingo in buurthuis de Mussen. Mies en haar man Dirk regelen activiteiten als pizza-avonden en uitstapjes naar de Efteling voor de buurtkinderen. We zien normale mensen die er soms wat andere mores op nahouden dan de gemiddelde Nederlander. Dirk neemt zijn kleinzoon bijvoorbeeld mee als hij zijn dertiende tatoeage laat zetten, een vlammende doodskop op zijn arm, en moedigt de kleine jongen aan dat later ook te doen. Mies heeft een hart van goud, maar leert haar kleinkinderen dat ze terug moeten slaan als ze een klap krijgen. ‘Voor je eige opkomen.’ Af en toe is het dodelijk saai om naar te kijken. Als Marian boodschappen gaat doen om bingoprijzen uit te zoeken slaat de verveling al snel toe. Het wordt pas weer interessant als buurvrouw Bep haar verjaardag viert en dochter Nanda uitroept dat ‘iedereen die niet Nederlands is en geen baan heeft moet oprotten’.
Als je al besluit aapjes te kijken, moet er wel iets spectaculairs te zien zijn. Al is Rondkomen in de Schilderswijk soms best vermakelijk, het is vooral exhibitionistisch. Alcoholist Henny belandt op de intensive care na een zelfmoordpoging, Joop pleegt euthanasie en Rinus praat uitgebreid over zijn prostaatoperatie. Zouden deze mensen eigenlijk wel weten dat zeventien miljoen Nederlanders de mogelijkheid hebben hen te zien en dat ze tot in de eeuwigheid op internet terug te vinden zijn? Hoewel er veel valt te lachen mét de bewoners gebeurt het ook regelmatig dat de kijker ze uitlacht om hun verkeerde taalgebruik, platte accenten en de panterprintkleding die ze dragen. Wat wel weer aardig is, is dat er bepaalde vooroordelen worden ontkracht. Zo is Dirk begonnen de koran te lezen uit interesse voor zijn gelovige buren. Dan blijkt opeens hoe negatief de beeldvorming over de Schilderswijk is: zelfs als je jezelf als een ruimdenkend mens beschouwt, ben je toch enigszins verbaasd en opgelucht.
Je zou Camping Powned, bedacht door de gelijknamige omroep, kunnen zien als een combinatie tussen De Frogers: Effe geen cent te makken en Rondkomen in de Schilderswijk. Presentator Rutger Castricum wil de deelnemers helpen, maar tegelijkertijd worden ze flink te kijk gezet. Aan het begin van elke aflevering zet Castricum uiteen wat er gaat komen: ‘In Camping Powned neem ik zes gezinnen mee op vakantie. Slachtoffers van de crisis, werklozen met schulden, mensen met een gat in hun hand. In Frankrijk probeer ik hen sterker te maken, zodat ze de crisis wat beter te lijf kunnen. Ik houd ze een spiegel voor en wijs ze op hun eigen verantwoordelijkheid en trots. Kom van die bank af en ga aan het werk!’
De zes deelnemende gezinnen hebben geen idee dat ze aan het begin van een bootcamp staan als ze in de bus stappen die hen naar de camping in de Franse Auvergne zal brengen. Ze vinden dat ze wel een gratis vakantie hebben verdiend. De kijker maakt kennis met Roy en zijn zwangere vriendin Nalyne. Dirk en Margreet zitten diep in de schulden. Ooit had Dirk een bedrijf dat over de kop ging en als noodgreep haalde hij 180.000 euro uit de kas van de visvereniging. Met dat geld begon hij een wietplantage, die werd opgerold. Ook het bedrijf van Martijn en Rasha ging failliet. Ze leven nog steeds in een villa in Almere en hebben een au pair voor de kinderen. ‘Wij roken tenminste niet, dus wij kunnen die driehonderd euro per maand best daaraan uitgeven.’ Charbrel en Rhea zitten in de schuldsanering. René zuipt de hele dag.
De eerste dag op de camping wordt er volop geklaagd: de bedden zijn te hard, het bier is niet koud en het eten niet gevarieerd genoeg. Ook loopt iedereen constant te vloeken, te zuipen, te roken en te hoesten, zelfs de zwangere Nalyne. Op de tweede dag maken de campingbezoekers kennis met mental coach Johan die hun vertelt dat het afgelopen moet zijn met luieren. Er zullen corveediensten worden gedraaid, boodschappen gedaan, de schuur moet geverfd worden en de heg getrimd. Dirk wordt zo boos dat hij dreigt de mental coach een klap te geven en een aantal vrouwen begint te huilen. ‘Tranen drogen en vooruit’, is het motto van Castricum: ‘Niemand heeft zin om de uitkering van zulke luie mensen te betalen.’ Welkom in het vakantieparadijs.
Twee maanden na het einde van de serie gaat Castricum nog een keer bij zijn hoofdpersonen langs. En wat blijkt? De meesten zijn daadwerkelijk in actie gekomen. Roy heeft een jobcoach in de arm genomen en René heeft een baantje als krantenbezorger gevonden. ‘Ik verdien dertig euro per week en dat gaat direct van mijn uitkering af, maar ik hou in elk geval niet mijn hand op voor het hele bedrag.’ De harde aanpak heeft tot op zekere hoogte gewerkt, maar tegen welke prijs? De campingbewoners worden afgeschilderd als domme, luie aso’s zonder zelfreflectie. Het vooroordeel dat bijstandsgerechtigden het liefst op kosten van de gemeenschap leven wordt bevestigd. Parlementariër Joram van Klaveren stelde naar aanleiding van Camping Powned zelfs Kamervragen: ‘Ik zie mensen die bewust kiezen voor een uitkering, zij zijn te lui om te werken en dat hoort niet.’
Ook in Groot-Brittannië zijn series over het leven van mensen met een uitkering mateloos populair. Sinds de crisis zijn programma’s met namen als Benefit Busters, Benefits House: Me and My 22 Kids, Benefits Brits by the Sea, Benefits and Proud, Benefits: Too Fat to Work en Benefits Street niet meer weg te denken uit het aanbod. Critici gebruiken zelfs de term ‘poverty porn’, je verlustigen aan de armen om je zelf beter te voelen over je eigen situatie. In hoeverre gaan zulke programma’s daadwerkelijk over armoede? Als dat centraal staat zou het veel meer moeten gaan over hoe moeilijk het is om met weinig geld een normaal leven te kunnen leiden. In deze series leven de meeste mensen wel van een uitkering, maar zaken als criminaliteit, asociaal gedrag, drugsmisbruik, nationalisme en racisme komen veel nadrukkelijker aan bod. Op deze manier wordt er een verband gelegd tussen armoede en een asociale levensstijl, wat uiteraard niet met elkaar samen hoeft te gaan.
De zevendelige serie Probleemwijken van sbs6 bewijst dat er ongelukken kunnen gebeuren als je deelnemers van armoedetelevisieprogramma’s niet tegen zichzelf beschermt. Dit programma was uitdrukkelijk niet bedoeld om wie dan ook te helpen, het enige wat telde was tonen hoe ontspoord de bewoners van de wijken in kwestie waren. Na de aflevering over de Oosterparkwijk in Groningen pleegde de 31-jarige Jan, die veelvuldig lallend en dronken in beeld was gebracht, zelfmoord.
Direct na de aflevering over de Graafsewijk Noord in Den Bosch braken er rellen uit. Op 7 april 2005 vertelde buurtbewoner Willem aan heel Nederland dat hij de dochter van zijn achttien jaar oudere vrouw Willy seksueel had misbruikt. Willy koos ervoor bij haar man te blijven, die ze leerde kennen toen hij in de bak zat voor poging tot doodslag. Haar dochter werd uit huis geplaatst. Nog op de avond van de uitzending werden de ramen van Willem en Willy met flessen ingegooid en werd hun inboedel op straat in brand gestoken. De rellen breidden zich uit en duurden vier dagen. sbs6 voelde zich niet verantwoordelijk. In een officiële persverklaring meldde de zender dat er zorgvuldig en integer gehandeld was.
Wonderlijk, iedereen die gevolgd werd was crimineel, ordinair, lui en asociaal. Allemaal hielden ze hun hand op voor een uitkering en gaven ze hun geld uit aan grote hoeveelheden bier. Ontzetting uit de ouderlijke macht, straatverboden, bedreiging met messen, inbraken en taakstraffen waren eerder regel dan uitzondering en scheldwoorden als schele kut, kankerhoer en teringtyfuslijer vlogen je om de oren.
Waar Camping Powned mensen belachelijk maakt met het oogmerk mensen wakker te schudden, wordt de kijker bij Probleemwijken alleen maar aangespoord zich te verlekkeren aan mensen die zich normloos gedragen. De scène waarin gezinnen met baby’s protesteren omdat ze hun huis uit worden gezet vanwege het houden van een wietplantage of het moment waarop een man trots vertelt dat hij al 39 keer met de politie in aanraking is gekomen, zijn zó bizar dat je je bijna gaat afvragen of het programma niet in zijn geheel is geënsceneerd of dat degenen die zijn geportretteerd misschien betaald kregen om bepaalde dingen te zeggen of te doen.
Probleemwijken was het allereerste programma in het genre armoedetelevisie. De Tokkies waren in 2003 de enige voorganger en dat programma scoorde vooral door het voyeuristisch kijken naar een asociale familie in Amsterdam-West. sbs6 moet gedacht hebben: daar doen we nog een schepje bovenop. Het is nooit tot een tweede seizoen van Probleemwijken gekomen, maar toch is het programma nog altijd populair: de Facebook-pagina ‘Probleemwijken moet een tweede seizoen krijgen’ heeft bijna vijftienduizend volgers.
Omdat er nog geen programma over armoede bestond met een wedstrijdelement bedacht sbs6 in 2014 Geld maakt gelukkig, een dagelijkse spelshow waarin drie deelnemers geld mogen vragen aan een honderdkoppig publiek, waarvan iedereen honderd euro te vergeven heeft. Maximaal kun je een bedrag tot tienduizend euro binnenhalen. De meest schrijnende situaties worden open en bloot met het publiek en de kijker gedeeld. In een recente aflevering vraagt Tamara 4100 euro, zodat het graf van haar te vroeg geboren dochtertje niet geruimd wordt. De 21-jarige Martijn heeft adhd, daardoor verloor hij zijn baan en kon hij zijn huur niet langer betalen. Hij belandde op straat en leeft al twee maanden als dakloze. Hij vraagt een som van 6500 euro. Charlotte vraagt hetzelfde bedrag. Zij verhuurde haar huis onder aan een kennis, die er een – daar is hij weer – wietplantage in bouwde. De huurder is spoorloos verdwenen en Charlotte zit met een rekening van twaalfduizend euro, voor de elektriciteits- en opruimkosten.
Nadat er filmpjes van de drie kandidaten zijn vertoond worden ze door de jury bestaande uit Prem Radhakishun en budgetcoach Eef van Opdorp aan de tand gevoeld of ze wel hard genoeg hebben geprobeerd het geld zelf bij elkaar te krijgen. Na een laatste pitch mag er gestemd worden. Tamara krijgt 3600 euro, Mike 1100 en Charlotte gaat weg met de hoofdprijs van 5300 euro, zij probeerde immers een goede daad te verrichten door een kennis in nood te helpen en werd op de koop toe nog bedonderd ook. Inmiddels is het programma per direct van de buis gehaald. Het trok te weinig kijkers.
Dat Nederland niet massaal naar Geld maakt gelukkig kijkt is een hoopvol teken. Want waar ligt de grens? Waarom zouden we ons verlustigen aan de vraag wie van de losers wint?
Armoedetelevisie laat een stereotiep beeld zien van het leven van de lagere sociale klasse. Dat werkt vooroordelen in de hand, al is dat niet altijd in dezelfde mate. Bij de Frogers ging het bijvoorbeeld toch vooral om reclame voor een goed doel en in de Schilderswijk zagen we mensen die vaak asociaal waren, maar soms verrassend genuanceerd uit de hoek konden komen. Toch is geen van deze programma’s bedoeld om empathie voor de mensen op te roepen of inzicht te vergaren in hun belevingswereld. Ze kunnen zeker niet als antropologisch onderzoek worden gezien. Met hoge kijkcijfers en lage kosten is het een aantrekkelijk genre voor producenten.
Voor kijkers is het vooral entertainment, dat inspeelt op het gevoel dat het lekker is om op een presenteerblaadje te krijgen aangereikt dat jouw problemen in het niet vallen bij de ellende waar al die ‘arme mensen’ elke dag mee te maken hebben. Maar als het al te pijnlijk of te zielig wordt gaat het veel kijkers te ver. Series als Probleemwijken of Geld maakt gelukkig hebben het daarom niet gered. De deelnemers moeten blijkbaar tot op zekere hoogte tegen zichzelf in bescherming worden genomen. Ook al blijft het bij leedvermaak light, het is weinig verheffend om anderen uit te lachen vanwege hun ellende. Welbeschouwd is er weinig grappigs aan de schrijnende situatie waarin de meeste deelnemers zich bevinden.
Beeld: Den Bosch, 6 april 2005. Bewoners van de Graafsewijk kijken naar de uitzending over hun buurt in de SBS 6-serie Probleemwijken (Joep Lennarts / HH)